Verslag ronde 6

Vianen DVP 2    –    Eindhoven 4

Na de vorige nederlaag tegen Deurne moesten we nu tegen het sterkste team van onze poule. Als versterking hadden we Loet mee die op bord 2 plaats nam om Loek met wit te laten spelen.

Ron kwam als laatste binnen toen de partijen al aan de gang waren, maar wist wel al zeer snel het eerste halfje te scoren. Naar eigen zeggen kwam dat omdat er geen gerichte weg naar Vianen alsook naar de winst leidde. Wonderlijk hoe leeg en ogenschijnlijk ongerept ons Brabant hier en daar nog is. Een paar honderdduizend mensen zou je hier moeiteloos moeten kunnen huisvesten. Aldus Ron. Wonderlijk ook hoe opeens tussen een paar huizen een buurtcentrum opduikt met daarin maar liefst drie complete schaakteams, het beste daarvan spelend in dezelfde klasse als ons eigen topteam. Vorig jaar werden we overigens ook opgebracht aldaar; wel scoorden we nu een halfje meer. Het zou de NBSB sieren als ze ons volgend seizoen thuis tegen Vianen lieten spelen; de reis erheen duurde langer dan mijn partij. (Als Vianen niet promoveert en wij niet degraderen..) Dat kwam zo: Mijn tegenstander speelde 1.Pc3 en hoewel niet geheel bekend met alle ins en outs van de van Geet besloot ik geen enkele complicatie uit de weg te gaan. Omdat mijn klok bij binnenkomst al aanstond en Jos Rongen zijn zetten à tempo uitvoerde liet ik mij, gedreven door de adrenaline van de autorit, een weinig opjagen en koos niet altijd de meest veelbelovende voortzetting. Dat hoeft niet desastreus te zijn aan het laagste bord van het laagste team, want daar laat menigeen wel eens een steekje vallen. Jos had een aardige koningsaanval kunnen spelen als hij het geduld had gehad zijn stukken er voor klaar te zetten; ik stond wat gedrongen en hier en daar gepend min of meer lijdzaam af te wachten. Hij besliste anders, sloeg mijn paard op f6 waarna ik op drie manieren terug kon slaan en (ik wilde nog wel een paar uur doorspelen) de verkeerde koos: gxf6 dubbelpion, maar open g-lijn waarop ik mijn torens genadeloos zou laten opereren tegen de kort gerokeerde koning van Jos. Daartoe hoefde ik slechts mijn eigen koning van g8 te verwijderen, de toren één vakje opzij en het feest kon beginnen. Helaas was Jos aan zet, kon eeuwig schaak geven met de dame en deed dat ook…  De terugreis duurde eveneens langer dan de partij, maar het gezelschap van Loet verrijkt een mens terwijl de tijd verglijdt en Eindhoven ongemerkt nadert. Daar en niet eerder bemerkte ik dat Jos zijn f-pion had kunnen opspelen en velerlei kansen had kunnen creëren door zelf zijn torens via f- of g-lijn op mijn ongelukkig geposteerde monarch te richten. Wat zou het spel saai zijn als het gemakkelijk was steeds de juiste zet te vinden. Een schrale troost is ook een troost.

Met mij ging het een stuk minder. Kwam al snel een toren tegen loper achter. Wist dat nog een tijd in evenwicht te houden, maar moest op de 38e zet opgeven.

Alexander kwam in een Siciliaanse partij terecht, waarbij zijn tegenstander iets beter stond met beide paarden in het centrum (het ene op e5 en de andere op f6). Er werden veel stukken geruild. De tegenstander had de d-lijn onder controle, maar Alexander wist de b-lijn te pakken. Toen werd alles geruild behalve ieder een toren. Alexander kreeg remise aangeboden, maar accepteerde dat niet omdat zijn tegenstander nog maar 30 seconden op de klok had. Daarom dacht Alexander het op tijd te zullen winnen, maar vergat of eigenlijk wist niet dat hij er nog een half uur bij kreeg. Had ook nog nooit zo’n lange partij gespeeld. En hierdoor toch verloren.

Loet op bord 2 had een sterke tegenstander(1930) en kreeg na 1.e4 d5 het voor hem onbekende 2. b3 te zien. Hij nam de pion op e4, maar zette daarna minder goed voort. Wit won de pion terug,  rocheerde lang en kreeg ruimtevoordeel. Daardoor stond Loet gedrukt en moest wel kort rocheren terwijl hij liever de lange rochade had gedaan. Wit kreeg koningsaanval, maar Loet  tegenkansen met a7-a5-a4xb3 en ruilde zijn gevaarlijke loper op b2 af. Wit had inmiddels een pion op g5 en een dominant paard op e4. Uiteindelijk leidde dit tot een stelling waarin wit via een paardoffer op f6 (door Loet gezien maar onderschat) een pion op f6 en een open g-lijn kreeg. Wit kon nu de partij beslissen met Dg5 of Dh6 met matdreiging op g7, maar deed Tg7 met matdreiging op h7. Dit kon Loet via een schaakje pareren en toen moest wit remise houden door eeuwig schaak. Al met al een “narrow escape”.

Ewout, met zwart kwam met zijn paard op f6 in de problemen na e5 van zijn tegenstander waarna het paard via g4 op h6 terecht kwam, hetgeen een dubbelpion op de h-lijn tot gevolg had. Ewout wist zich langzamerhand onder de druk uit te spelen en stond bijna gelijkwaardig totdat hij blunderde waardoor hij een kwaliteit en een pion verloor, met ook positioneel verdere nadelen. Nog wel even doorgespeeld, maar zijn tegenstander maakte geen fouten en zo werd het onze derde 0.

Arnold stond de hele partij ietsjes beter in het voor hem bekende patroon van de witte leeuw.(1. e4, 2 d3,3 c3, 4.Pf3, 5 Le2, 6 Pbd2, 7 Dc2 etc). Alles ging prima, totdat Arnold de begraven loper van zijn tegenstander weer tot leven bracht. Dat gaf Arnold nog veel problemen en hij moest bij de vele schaakjes met zijn koning op h1 en g1 steeds het goede antwoord vinden om  niet ten onder te gaan. Dat lukte prima en zo werd weer een halfje genoteerd.

Na de opening stond Loek met wit iets beter, maar doordat er geen pionnen werden geruild bleef de stelling gesloten. Af en toe had hij de kans zelf een pion te ruilen, maar dacht dat dat beter voor zwart uitpakte dan voor hemzelf. Na dameruil werd op voorstel van zwart tot remise besloten en hadden we 2 punten bereikt.

Zo was iedereen klaar en wilde wel naar huis, maar daar was Henny het niet mee eens. Hij speelde met zwart en de degelijke Slavische opening kwam op het bord. Wit kreeg wat meer ruimtevoordeel, maar wist hier amper gebruik van te maken. Er werd van weerszijde lang nagedacht en er gebeurde niet zo veel totdat Henny in tijdnood kwam. Om de 40ste zet te halen moest Henny wat sneller zetten en daardoor verloor hij enigszins de controle over de partij. Hij speelde een beetje onnauwkeurig, maar was vast van plan om weer eens ouderwets te gaan keepen. Zijn tegenstander was ook niet van plan om op korte termijn te gaan winnen, maar uiteindelijk moest Henny een toren offeren voor een loper en een pion om een gevaarlijke vrijpion op de e-lijn onschadelijk te maken. Henny’s  pionnenstructuur was een ramp, maar gelukkig kreeg hij de gelegenheid om ze bijna allemaal af te ruilen. In de eindstelling hadden beiden nog een a-pion en Henny een loper en zijn tegenstander een toren. Na bijna 5 uur spelen ging Henny door zijn vlag en had zijn tegenstander nog 3 minuten en 50 seconden op de klok. Die slaakte dan ook een zucht van verlichting en was blij met de overwinning. Zo werd het uiteindelijk 6 – 2 voor Vianen en moeten wij onze laatste wedstrijd maar winnen om daarna van een lekkere maaltijd te gaan genieten.

Flip Stomps

 

Vianen/DVP 2 1736 Eindhoven 4 1632 6 2
1. Tiemen Dalhuisen 1871 Loek van Rey 1741 ½ ½
2. Hamoen Habibi 1930 Loet Versfeld 1882 ½ ½
3. Pieter v.d. Wijst 1766 Arnold van der Heijden 1689 ½ ½
4. Luuk Saris 1806 Ewout Snoeck 1596 1 0
5. Ted Noij 1768 Alexander Rutten 1559 1 0
6. Robin Hermanussen 1581 Henny Valks 1555 1 0
7. Berrie Kremers 1650 Flip Stomps 1543 1 0
8. Jos Rongen 1515 Ron van Hoogstraten 1487 ½ ½

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *