Verslag ronde 4

Wij, Eindhoven B togen op weg naar het pittoreske, maar o zo ver gelegen Gennep. Ik woon op loopafstand van de Genneper Parken, maar dat heeft er kennelijk niets mee te maken. Gennep ligt in Noord Limburg op 57 tot 94 kilometer van FAB 28 en mag met recht de verst verwijderde uitwedstrijd worden genoemd. Wij kozen voor optie 94 welke overigens in reistijd even ver was omdat wij al doende de gemiddelde snelheid met 65% konden opkrikken. De contactpersoon der tegenstander had gezegd dat wij in Hotel de Kroon moesten zijn, op de Markt, links van het Ooievaarsnest. Terwijl Ewout de auto ging parkeren, vroeg Arnold binnen naar de bekende weg. De barkeeper van dienst stuurde Arnold weer naar buiten. Het ooievaarsnest bleek een heus ooievaarsnest te zijn bovenop het dak van het gemeentehuis. Schitterend, maar te hoog en te koud om te schaken en bovendien bevolkt door een koppel eigenwijze ooievaars die het klaarblijkelijk niet de moeite vonden om helemaal naar Afrika te vliegen nu de winters in Nederland zo streng niet meer zijn. Gevieren nog maar weer eens informeren waar geschaakt kon worden. De goede man leek niet alleen op John Cleese, hij gedroeg zich ook alsof Hotel de Kroon op Fawlty Towers geïnspireerd was. Wij gingen dan maar verder op onderzoek uit en vroegen het aan een man die in een deftige zaal koffiekopjes aan het klaarzetten was en schaaltjes gevuld met koek. De tafel was chique gedekt, zo’n twee meter breed en acht meter lang. Hier werd duidelijk een vergadering verwacht. Op naar de volgend ruimte. Dat bleek de gang naar het trappenhuis richting de hotelkamers. Geen schakers te bekennen en het was al vijf voor acht. Toen kwam de verlossende aanwijzing: de man was klaar met de koffiekopjes en begon nu schaakborden op de lege plekken uit te stallen. Bestemming bereikt! Een voor een druppelden er meer mannen binnen, dus namen wij plaats in de prachtige leunstoelen en probeerden zonder op te staan de promotievelden te toucheren, hetgeen slechts met enige moeite mogelijk was. Na de eerste zetjes kwam John langs met een grote koffiepot en begon op zeer voorkomende wijze de kopjes te vullen. Na de tweede zetjes herhaalde dit tafereel zich. Ik ben voornemens met mijn vrouw een of meer nachten in Hotel de Kroon door te brengen en een feuilleton te schrijven. Na zestien zetten, u begrijpt, zaten wij er volledig stuiterend doorheen.
Geïmponeerd, bakten wij er vervolgens niet veel van:

Gennep A 1665 Eindhoven B 1605 3 1 do 08 dec
1. Ton Thijssen 1824 Arnold van der Heijden 1674 1 0
2. Theo Koolen 1738 Dennis van Kuijk 1721 ½ ½
3. Tim Ariaans 1719 Ewout Snoeck 1518 1 0
4. J.J.v.d. Pijl 1380 Ron van Hoogstraten 1506 ½ ½

U heeft nog het verhaal van de terugreis tegoed.
Dennis liet mij onderweg op zijn telefoonscherm zien hoe het kwam dat hij niet gewonnen had. In zijn telefoon zat een krachtig instrument verborgen dat mij ogenblikkelijk deed denken aan de ‘Schakende Turk’ van Wolfgang von Kempelen; wonderbaarlijk hoe klein die schaakspelertjes tegenwoordig zijn. Dennis speelde met zijn geliefde Ben Only en deze keer leek het waarlijk goed te gaan. De kleine Turk ontlokte Dennis een vloek toen hij hem vertelde hoe hij door verwisseling van zetten een stevige voorsprong had kunnen nemen. Nu kreeg zijn oplettende opponent de gelegenheid middels een niet eenvoudig te bemerken kwaliteitsoffer gelijk spel te bereiken en nam die ook te baat. Later in de partij kon Dennis slechts door zorgvuldig verdedigen (Dennis sprak van de ‘keepstand’) en met behulp van een vesting het halve punt behouden en deed dat ook.
Arnold en Ewout waren toen inmiddels aan de zegekar gebonden. Arnold vond het jammer dat hij de hele avond ‘geen spel’ had gehad om uiteindelijk met lege handen te staan. Dennis wees hem op een variant, waarbij de pionnen op de koningsvleugel een uitval doen, maar Arnold gaf toe dat hij zodoende verwachtte te verliezen. Dat deed hij nu ook…
Ewout leek een aanvallend concept gevonden te hebben, maar zijn tegenstander dwong hem de belangrijkste stukken te ruilen, pikte ook nog een belangrijk pionnetje mee en zou langzamerhand wel winnen als Ewout niet een klein blundertje had begaan. Toen ging het aanmerkelijk sneller.
Ron speelde een voor argeloze voorbijgangers chaotische pot. Liet zijn koning welhaast pionloos op e8 verkommeren, echter zonder dat zijn tegenstander echte aanknopingspunten had, althans hij vond ze niet. De zwarte aanval denderde lustig voort tot aan het moment dat Ron meende eerst even zijn aanval te moeten versterken alvorens zijn allesvernietigende opstoot te plaatsen.

1617 TB R4 B423…Tg8?  (23…gxf3) Een vilein damezetje (Dc2) met aanval op veld en hout kantelde alles (behalve de tafel) volledig. Hout verdedigd waarop de dame binnenmarcheerde. De koning stond plotseling zeer kwetsbaar tussen de torens en moest met de dame op de hielen hals over kop vluchten dwars door een mijnenveld van aftrekschaak en mogelijke paardvorkjes richting b8. Slechts door een wonder en/of een cafeïnevergiftiging kostte deze manoeuvre ‘slechts’ twee pionnen en betekende het sein voor mijn tegenstander om stukken af te gaan ruilen. Allebei hielden we een zwartveldige loper en vier of zes pionnen over. Niet mat, dus doorgaan, ik zie dat de jeugd onder tien jaar ook altijd doen. Mijn pionnen stonden op witte velden, de witte op zwarte velden waardoor het nog zodanig ingewikkeld bleek dat mijn tegenstander zich een paar keer vergiste en zijn loper moest geven voor drie pionnen. (Stand: mijn zwarte loper tegen drie witte pionnen) Hij gaf zijn h-pion om mijn koning uit het centrum weg te leiden en rukte met twee verbonden vrijpionnen en een koning op naar de achterste rij. Geholpen door mijn fabuleuze eindspeltechniek en telkunsten (en J.J. v.d. Pijl) wist ik precies op het juiste moment mijn loper te geven voor de een na laatste pion en met mijn koning via zetdwang de oppositie te bereiken. De voorgestelde remise werd nog even ongelovig aan de tand gevoeld, maar deze keer had ik het goed gezien.
Ook op de terugweg: Een deel van de A67 waar geen lantaarnpaal te zien was, maar wel een tweetal automobielen op honderd meter van elkaar verwijderd danig in de kreukels, onverlicht, dwars over de rijstrook, ondersteboven (de kiepstand). Een eerste hulpverlener was kegeltjes aan het uitzetten en waarschuwde ons gelukkig tijdig met zijn zwaailicht. Het beeld laat mij moeilijk los. Ik hoop maar dat er overlevenden zijn. Het maakt ons verlies oneindig betrekkelijk.

Ron van Hoogstraaten

P.S.
Een paar dagen na publicatie van dit verslag kreeg ik bericht van Ewout.
En hoewel dat met mijn perceptie van de gebeurtenissen op zijn bord enigszins in strijd is, meen ik u de ware gang van zaken toch niet te mogen onthouden.

“Ik speelde natuurlijk een desastreuse partij. De opzet was prima, maar 19.Lc7 (na ook nog lang nadenken) en daarna 26. Pd1 niet goed. Een mat niet zien omdat je wilt voorkomen de dames te ruilen was het dieptepunt. Maar goed, het kan alleen maar beter dan, zullen we maar zeggen. Als je zo verliest, zoek je nog naar positieve houvast. Hoewel Gennep zeker voor een avondwedstrijd ver weg is, was de lokatie Hotel de Kroon wel een sfeervolle; toch wel enig verschil met Fab 28. Op de markt met monumentale huizen en ooievaarsnest op het stadhuis. De inrichting uit  de jaren 50. Wel grote schaakstukken en een te hoge tafel volgens langste teamgenoot Dennis. Ook nog veilig thuis gekomen. Met op de terugweg na middernacht een zeer zwaar ongeluk op de A67 is duidelijk dat dat toch het belangrijkste is.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *