Verslag ronde 3

(Zie ook de partijviewer voor de partij van Jos Rensen)

Hoe een koe een haas vangt.

Uw verslaggever had er tevoren weinig fiducie in: Baronie 1 is op papier al zo’n 100 ratingpunten per bord sterker, maar wij moesten op het laatste moment een van onze 1900+-spelers (Albert Coenen) aan het eerste afstaan en we kregen Peter Roozemond (1573) uit het 4e in zijn plaats.

De senioren aan bord 1-3 deden het aanvankelijk prima: Versteeg kon een Lxf7-offer niet laten; het was niet correct maar de practische kansen gaven de doorslag: de zwartspeler vergiste zich na een nieuw offer en na 3 uur spelen kon Cees het punt noteren. Uw verslaggever stond comfortabel: men kent die oude variantjes van het Siciliaans niet meer en ik zat een technisch eindspel te winnen (dat dacht ik tenminste, en de omstanders met mij). Ook Berghout stond uitstekend: hij kreeg een Hollandse Stonewall te bestrijden en toen hij zijn slechte loper tegen zwarts goede loper wist te ruilen zag het er rooskleurig uit (wel een beetje uitkijken voor de open b-lijn met je lang gerokeerde koning, Cees). 

De balans na 3 uur: 1-0 aan de topborden en nog 2 punten te verwachten; maar Schellingerhout stond moeilijk (orthodox damegambiet, waarin wit c4-c5 doorschoof maar Nico profiteerde daar niet van en weigerde e6-e5 te spelen, ook toen het voor de oppervlakkige toeschouwer best wel kon), Bouwmans had geprobeerd de Leningrader van zwart met geweld omver te trekken, maar leek daarin niet te slagen en stond een pionnetje achter; Pateer (Frans) zat in een eindspel met een geïsoleerde d-pion (het zag er kansloos uit); Rensen slaagde er niet in aan te tonen dat de Siciliaanse Draak echt niet kan en invaller Roozemond speelde een degelijke Caro-Kann, waarin hij misschien zelfs iets beter stond. Ongelofelijk: er zat een kleine overwinning in ondanks het grote krachtsverschil in het voordeel van De Baronie.

Een half uur later gaf Cees Berghout pardoes een hele toren weg en werd het bij Jos Rensen remise. Een kwartiertje later streek Pateer de vlag en rond de tijdcontrole gaf Roozemond remise. 

2-3, maar Bouwmans stond inmiddels gewonnen (daar is een ongelukje gebeurd, een gelukje voor ons; uw verslaggever heeft het niet gezien), Schellingerhout kon niet meer verliezen en uw verslaggever dacht nog steeds dat hij zat te winnen. Om kwart voor zes schreef Bouwmans zijn punt en Schellingerhout zijn halfje: 3½-3½

En toen zag de teamleider, uw verslaggever een matwending over het hoofd die hem zijn bijna gepromoveerde d-pion kostte. Het werd nog vechten voor remise: 4-4.

Hoe een koe een haas vangt, en dat geldt dus voor beide partijen.

 

PS: ik denk nu dat het bij mij helemaal niet gewonnen was. Die d-pion had wit zijn toren moeten kosten, maar de witte koning was ver genoeg om zijn laatste pionnetje naar de overkant te brengen. Laten we hopen dat de analyse mijn vermoeden bevestigt, maar dan had ik het dus eerder anders moeten spelen en het niet op dit toreneindspel moeten laten aankomen.

Harrie Steures

 

  De Baronie 1967 Eindhoven 3 1835 4-4
1. R.J.C.M. van Berkel 2098 C. Versteeg 1862 0-1
2. A.M.J.G.M. Oomen 2074 H.J. Steures 1900 ½-½
3. C. Hemmers 1968 C.W. Berghout 1944 1-0
4. J.P. Blankert 1905 N. Schellingerhout 1857 ½-½
5. C. Ooms 1880 E. Bouwmans 1813 0-1
6. M. Antonissen 1956 E.J. Pateer 1818 1-0
7. W. van der Linden 1891 J.H.G.M. Rensen 1809 ½-½
8. F.de Jong   P. Roozemond 1674 ½-½

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *