Verslag ronde 6

Op de wip

Ook na afgelopen zaterdag zit ons tweede team, ondanks een gelijk spel, nog op de degradatie-wip. We hadden stiekum meer verwacht, maar of we dit ook verdienden?

Lees en huiver!

Om te beginnen: mijn kwaliteiten als verslaggever zijn matig, want ik had meer dan genoeg aan mijn eigen partij, en bovendien werd pas een dag later besloten dat ik uw verslaggever zou zijn.

Voerendaal is een grote club, met dus veel keus in de opstelling : tot dusver hebben in dit seizoen maar liefst 17 verschillende spelers al een plekje gehad in Voerendaal 3. Daarbij valt op dat er allerminst in ratingvolgorde wordt gespeeld: veelal neemt een eenmalige invaller
met soms minder dan ELO1900 op het eerste bord plaats om vervolgens meestal weg te komen met een half punt. Wat hiervan te denken? In elk geval niet onderschatten! Want naast evenveel matchpunten bedroeg het verschil met ons team slechts een half bordpunt.

In speelsterkte was er vandaag slechts 26 punten gemiddeld verschil in ons voordeel. En alleen de winnaar van deze wedstrijd zou het degradatiespook niet meer aan zijn bed hoeven te zien.

Al gauw bleek dat er overal behoorlijk hard werd gevochten, maar nergens duidelijk in ons voordeel. Twan zat al gauw tegen een stelling aan te kijken waarin volgens zijn zeggen alleen zijn tegenstander kansen had. En dat bleek ook.

JanV kreeg aan het eerste bord tegen zijn op papier zwakkere tegenstander geen andere kansen dan die op grootscheepse afruil, waarna hij het nog een tijdje in een lopereindspel nog vergeefs probeerde. Zou dat het resultaat van Voerendaalse team-openings-training zijn? Je zou het haast denken, want ook in de staart van het team ging het zo dat de opening door de tegenstanders bepaald werd : bij Jeroen volgde na de eerste siciliaanse zet a3 en b4; bij mij in dezelfde opening a6 en b5. Daarover later meer, want dit waren de partijen die nog volop bezig waren toen onze achterstand was opgelopen tot 4-2 ! Hoe kon dit gebeuren?

Robert kwam met wit aan bord 2 tegen een tegenstander met ELO1858 ook al niet verder dan remise. Ook al een handige tegenstander die bij voorbaat op remise uit was geweest?? Uw verslaggever heeft geen idee, want ik heb niets gezien en Robert is sindsdien onbereikbaar….

Nog meer viel het tegen op het bord van Hans vd Hurk, of beter gezegd : op de klok van Hans. Na eerst een goede stelling te hebben bereikt met vrijpion plus loperpaar tegen paardenpaar miste hij een paar keer de beste voortzetting waarbij hij ook nog meer tijd verbruikte dan de klok accepteerde….

Tussenstand: 3-1. Kon dat nog goed komen? Aan alle resterende borden werd nog heel hard gestreden zonder dat ook maar één uitslag duidelijk voorspelbaar leek. Ik citeer Hans Bosscher (die de op papier duidelijk sterkste tegenstander had :

Er zijn van die curieuze schaakstellingen waarbij je, zonder Fritz te kunnen raadplegen, tot een verwarrend oordeel komt van: sta ik gewonnen of dreig ik te verliezen? Mijn gebrek aan juist inzicht kwam in deze partij voortreffelijk aan het licht. Ik speelde met zwart tegen
een jonge Duitse speler die een rustige flankopening speelde. Ik had er echt zin in en koos met een pionnenopmars h6, g5 en f5 voor een agressieve aanpak hoewel de zwarte koning nadelig op e8 moest blijven. Juist toen m’n initiatief tot ingewikkeld spel met wederzijdse kansen dreigde te leiden bood m’n tegenstander tot mijn grote verbazing remise aan. Met “nein, jetzt wird es interessant” besloot ik driest verder te gaan en zorgde prompt voor een verkeerde afwikkeling waarna de situatie ontstond dat m’n beide torens wel de h-lijn bezet hadden en de witte koning groot gevaar liep, maar daarentegen wit zijn torens juist op de open f-lijn had geposteerd met grote dreigingen voor zwart. Geen wonder dat de gecompliceerde stelling ons beiden in tijdnood bracht. Zwart verzuimde op tijd de h2-pion te veroveren, gaf de kwaliteit weg voor aanval, wit miste een vermoedelijk voordelige afruilkans, gaf voor de zekerheid de kwaliteit terug, en toen de kruitdampen opgetrokken waren had wit met het loperpaar en dame een geweldige stelling overgehouden maar gelukkig kon zwart met eeuwig schaak remise forceren.

Ook over de partij van Frits valt veel te zeggen, en dat hebben we maandagavond tijdens de teamtraining o.l.v. Bas ook gedaan: om te rillen, met zelfs over en weer een dameoffer, maar wel met een tactisch wijze remise ook al zagen sommigen in de late uurtjes steeds meer winstkansen voor Frits in de slotstelling. Zie door Frits geannoteerde partij.

Toen waren we nog met twee, en die moesten dus winnen! Beiden in een verbeten strijd na eerder genoemde moeizame openingsfases. Het ging bij mij lange tijd gelijk op en even zelfs iets minder tot ik plotseling een bijna winnende voortzetting miste. Maar na de eerste tijdnoodfase kwamen er opnieuw kansen toen zwart eventjes aarzelend speelde: vervolgens stond ik zelfs op +3. Maar toen kwam de laatste tijdnoodfase waarin ik zag dat mijn tegenstander een voor mij vreselijke zet voorbereidde. Vervolgens zag ik in een optimistische flits wat, maar gaf ik in één zet ook al mijn voordeel weg (aldus de computer) waarna mijn tegenstander die “vreselijke zet” vlotjes toch uitvoerde. Maar die bleek door mijn vorige zet slechts vreselijk voor hemzelf te zijn: mat in twee!

Al die tijd zat ik naast Jeroen en dacht dat hij het wel ging maken bij het weerleggen van wits openingsopzet door zelf op te rukken op de andere vleugel. Geen van beiden konden al gauw niet “fatsoenlijk” meer rokeren, maar wit had toch uiteindelijk meer ruimte in het centrum (zie: witte pion op e6, geblokkeerd door zwarte pion op e7 in de slotstelling!). Tactisch won Jeroen een pion, en stapelden ook na veel ruilen de wederzijdse zetkeuzemogelijkheden zich alleen maar nog verder op tot een stelling ontstond met T+P tegen T+L waarin de witte vrijpion op b6 niet meer op kon tegen zwarte vrijpionnen op g2 en b2.

Eindstand: 4-4. En terecht!

Jan Toorman

 

T Eindhoven 2 2006 Voerendaal 3 1980 4 4
1. Jan Vosselman 2066 Ed Vos 1941 ½ ½
2. Robert Klomp 2046 Tom Vrouenraets 1858 ½ ½
3. Hans Bosscher 2043 Claus Andok 2113 ½ ½
4. Hans van den Hurk 2030 Bart van der Zwet 2087 0 1
5. Frits Schalij 1987 Hans Dam 2035 ½ ½
6. Jan Toorman 1963 Ger Schaffhausen 1993 1 0
7. Jeroen van de Put 2028 Sander Bachaus 1856 1 0
8. Twan Kastelijn 1883 Marcel Didden 1960 0 1

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *