Verslag ronde 3

Weer een moeizame overwinning

Ons tweede team probeerde in de derde ronde zowel de vorige weinig overtuigende rondes te vergeten, maar ook zoete wraak te nemen op Garde waar we twee jaar geleden van hadden verloren. Dat lukte maar net.
Bas was snel klaar: meteen na de opening stond een vrij ingewikkelde vermoedelijk gelijkwaardige stelling op het bord. Eindelijk een keer geen remise?! Toch wel! Bas zijn tegenstander bood remise aan en dit werd na overleg met onze teamleider geaccepteerd.   ½-½

Verder ging het voorlopig min of meer gelijk op. Ikzelf veroverde het loperpaar en ging er daarmee op de damevleugel flink tegenaan, wat des te gemakkelijker ging omdat het zwarte damepaard op de koningsvleugel was “verdwaald”. Tenminste dat dacht ik tot zich daar plotseling ook een dame meldde die met twee paarden best in staat leek om in ruil voor een pionnetje op de ene helft van het bord een koninkje aan de andere kant te incasseren. Tijdrovend maar toch overhaast terugtrekken van alle troepen leek juist goed af te lopen toen ik  “snel even tussendoor” een “altijd goede zet” produceerde om de zwarte dame definitief weg te jagen : La4-d1, waarop tot mijn verbijstering Dh5xd1 volgde met loperwinst. Ik was “even“ vergeten dat ik op de vorige zet mijn andere loper op e1 had gezet. ½-1½

Ook  met Rik liep het niet goed af. Door mijn eigen perikelen heb ik totaal gemist hoe dit kon gebeuren. Wel herinner ik me Riks solidariteitsbetuiging na afloop: samen verloren….. ½-2½

Maar er bleef genoeg om te hopen, hoewel de meeste partijen nog alle kanten uit konden.

Bij Jeroen startte er na de opening een spannende strijd om het centrum. Hij wikkelde af naar een eindspel loper tegen paard, in de hoop met een verste vrijpion op winst te kunnen spelen. Als hij al een voordeel had, bleek het toch te mager om een serieuze winstpoging te doen en werd remise overeengekomen. 1-3

HansB, aan het eerste bord, zette zijn partij gedegen op met langzamerhand steeds meer complicaties die zijn tegenstander tenslotte boven het hoofd groeiden. Door op de vijfde zet al h2-h4 te spelen (na 4…. g7-g6)  werd diens agressiedrang zichtbaar. Hans besloot rustig te verdedigen met h7-h6  waarna enkele zetten later de stelling ontstond met een witte pion op h5 en de zwarte pionnen op h6 en g5. Hierop offerde zijn tegenstander doldriest een loper op g5, terwijl Hans zelf doodleuk op de damevleugel tot actie overging. Want twee pionnen voor een stuk leverden geen echte aanvalskansen op en de witte aanval liep dood. In tijdnood en wanhoop probeerde wit nog meer materiaal te offeren, maar  tevergeefs. Een goede overwinning! 2-3

De in mijn ogen avontuurlijkste partij werd gespeeld door Jochem: behalve dat hij met een paard op a8 had geslagen leken heel veel stukken van beide partijen “los” “overal” te staan, door mij in het voorbijgaan absoluut niet te beoordelen, vooral toen zwart een alles-of-niets-offensief startte op de koningsvleugel. Dat dit slechts optisch mooi was bleek toen Jochem de kwaliteit terug offerde waarna zijn tegenaanval meteen groot materiaal opleverde. Prachtig!  3-3

Desondanks steeg de spanning verder, want de overwinning als team was nog steeds niet zeker. Weliswaar had Ad een kwaliteit gewonnen, maar hij maakte nauwelijks vorderingen. Hierover schrijft hijzelf het volgende:

   4-3

Pas hierna kon de overwinning ons haast niet meer ontgaan. Want onze andere Hans had na harde moeizame strijd waarin hij steeds licht in het voordeel was geweest een paard gewonnen, maar dit ten koste van een grootscheepse afruil en tegen twee pionnen. Dit was alleen te winnen voor één van beiden als de tegenstander flink zou helpen. Maar dat deden ze allebei niet. Eindstand 4½-3½.

We zijn nu nog een middenmoter. Maar daar moet toch bovenuit te komen zijn?!

Jan Toorman

 

Eindhoven 2 1945 Garde 1 1896
1. Hans Bosscher 2058 Geert Gabriels 2039 1 0
2. Jan Toorman 1996 Ferry Daamen 1983 0 1
3. Bas Friesen 1939 Albert Jan Blank 1923 ½ ½
4. Jochem Berndsen 1891 Henk Dissel 1917 1 0
5. Jeroen van de Put 1987 Jan Broekhuis 1858 ½ ½
6. Hans van den Hurk 2010 Coen Winters 1828 ½ ½
7. Rik van der Weij 1863 Wessel Veerbeek 1822 0 1
8. Ad van Rijsewijk 1819 Martijn Cox 1794 1 0

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *