Verslag ronde 2

Tweede team: nu al pech onderweg.

Na een droomstart in de eerste ronde werden we nu al meteen weer wakker gemaakt met een koude douche door Gardé1: 3-5 ! Maar we waren al jaren gewaarschuwd: de vorige twee keer was het 4½ – 3½ geworden, een keer in ons voordeel maar ook een keer in ons nadeel. Gelukkig hadden we enigszins een excuus: teamleider Jeroen had op het laatste moment acuut maar liefst drie invallers moeten regelen, en daarmee werd onze teamrating gelijk aan die van Gardé. En het moet gezegd worden: de winst voor Gardé overkwam hun helemaal niet onverdiend.

Al snel verloor Jeroen nadat hij een hem onbekend pionoffer in de opening had tegen gekregen waarvoor zijn tegenstander een ontwikkelingsvoorsprong kreeg. Toen de zwarte dame daarbij al op de 17e zet plotsklaps op h6 verscheen, tegelijk lonkend naar h2 met mat of naar d2 waar een ongedekt paard stond, speelde hij niet verder. Na afloop vertelde zijn overwinnaar dat hij toevallig eerder in dezelfde week deze variant ook al op het bord had gehad tegen iemand die op dezelfde manier de mist in ging….    (Bewaar je dit voor de teamtraining, Jeroen? J.T.)

Ondertussen stond Junior (nog nooit extern gespeeld, maar dapper ingevallen op bord8 !) ook al verloren: hij leerde snel, maar te laat, dat je in het Frans alleen een pion actief door moet schuiven naar e5 als je die daarna goed gedekt kunt houden.

Hierna gebeurde er een tijd niet veel, maar de andere borden overziend zag ik weinig hoop dat dit nog goed kwam. Aan mijn eigen bord (drie) had ik mijn handen vol om in een lastige positionele partij langzaam in het voordeel te komen. Mijn plan toen de opening voorbij was: mijn goede loper op het bord houden en daarmee in het eindspel twee door het vijandige paard ondekbare geïsoleerde en geblokkeerde pionnen pakken. Maar helaas: het middenspel kwam eerst nog, en in het eindspel daarna deed mijn tegenstander, opvallend snel spelend, veel goede zetten terwijl ik, langzaam spelend niet verder kwam dan redelijk goede zetten te doen. Eindresultaat: ik was verreweg als laatste klaar: op de 70ste zet had ik een loper meer, maar mijn tegenstander een half uur meer op de klok. Maar dat betekende niet meer dan remise omdat beide koningen inmiddels verder naakt waren.
In het tussen liggende uur had het ook aan andere borden remises geregend:

Bas (bord 1 met zwart) rapporteert : “Frans met 2.De2. Dit heb ik tegen een zwakkere tegenstander weleens gespeeld met e6-e5 op zet 2. Koningsgambiet met een dame op e2 leek me tegen Geert echter geen geschikt idee. Bovendien zou ik (als d4-speler) na de onzinnige zet De2-d1 met zwart wit hebben in een e4-e5 stelling. Ook niet leuk. Zoals het ging offerde wit op zet 6 een pion, kreeg deze vrij gemakkelijk terug en veroverde hierbij ook nog het loperpaar. In een stelling waarin ik lang een fractie minder stond, vond ik in wederzijdse tijdnood uiteindelijk de opblaaszet b7-b5, genoeg voor de gelijkmaker. Een enigszins moeizaam halfje”.

Walter (bord 4) kreeg met wit na vlot openingsspel flinke druk met veel stukken richting zwarte koning. Maar een slim pionoffer door zijn tegenstander betekende ruil van een gevaarlijk stuk, waarna door een dubbele aanval meteen daarna alweer een pion kon worden teruggewonnen. Hierna zag Walter zoveel opkomende dreigingen dat hij besloot tot een grote afruil met remise als enig logisch gevolg.

Ook remise speelde invaller Rik aan bord 5. Zijn tegenstander koos ervoor om de moderne verdediging met Lc4 te bestrijden. Dit resulteerde in een klein ruimtevoordeel voor wit, maar ook niet meer dan dat. Toen wit wel erg veel stukken naar de damevleugel dirigeerde kon zwart volkomen gelijk komen, omdat er niet genoeg plek was om alle witte stukken goed neer te zetten. In een volkomen gelijke stelling, met alle zwarte stukken op de laatste twee rijen, en de pionnen niet voorbij de derde rij voor zwart werd de vrede getekend. De eindstelling bood op zich perspectief voor nog een lang middenspel of eindspel, maar Rik vond het wel welletjes. Het gebrek aan routine, en energie, speelde mee voor zijn beslissing.

De partij van Ad (bord 7) verliep nog minder spectaculair: hij rapporteert: “In de afruilvariant van het Frans heb ik de hele partij wat minder gestaan. Mijn tegenstander offerde een pion op g4, maar dat was gebaseerd op een verkeerde berekening. Helaas voor ons was de logische voortzetting toch goed genoeg voor Gardé. Een slechte zet kostte mij een kwaliteit en daarna werd ik er steeds verder vanaf geschoven en gaf op zet 45 op”.

Na al dit weinig opzienbarende heb ik gelukkig toch nog een vrolijk slot: Albert heeft wel gewonnen! Maar zelfs bij hem zag het daar lang niet naar uit. Met zijn voor hem bekende tegenstander had hij nog een schaakappeltje te schillen. Op de twaalfde zet was het echter die tegenstander die in ruil voor een pion groot voordeel had kunnen bereiken maar dit niet aandurfde. In tegendeel: op de 18e zet liet die pionwinst toe zonder compensatie, waarna Albert meteen maar afwikkelde naar winst van een tweede pion. Ongelijke lopers zouden winst nog moeilijk gemaakt hebben, maar de zware stukken stonden nog op het bord. Zwart slaagde nog wel in dameruil maar kon hierna niet aan dodelijke belegering van f7 door toren plus loper ontkomen.

Albert zelf verwoordt het zo:
“Ik speelde tegen Jimmy Geboers en toen ik zijn naam hoorde, wist ik zeker, dat ik al eens eerder tegen hem gespeeld had. Vorig seizoen speelde deze Vlaming voor Checkmate Weert, maar omdat Checkmate drie spelers kwijtraakte aan Blerick (=Venlo-West) is Checkmate uit de promotieklasse verdwenen, omdat ze geen achttal bij elkaar konden krijgen. Ik speelde tegen hem overigens in het WLC weekendtoernooi en verloor toen vanuit een gewonnen stelling, die ik volledig verprutste, dus ik had wat goed te maken.
Rond de twaalfde zet liet ik een afwikkeling toe, die mij een pluspion zou opleveren met een ernstige verzwakking op mijn koningsstelling; ik dacht dat dit wel speelbaar was voor mij, maar Fritz zag dit als een verloren stelling en toen ik daar thuis eens naar keek, bleek Fritz gelijk te hebben. Gelukkig dacht mijn tegenstander er op dezelfde manier over als ik en hij koos daarom dus niet voor deze afwikkeling.
Ik greep op de 18e zet het initiatief en tot mijn grote verrassing leverde mijn tegenstander een belangrijke centrumpion in. Ik besloot vervolgens om nog een tweede pion te winnen, maar wikkelde daarbij wel af naar een ongelijke loper-eindspel. We waren in een eindspel terecht gekomen, waarbij ik dame, toren, witveldige loper en zes pionnen had en mijn tegenstander dame, toren, zwartveldige loper en vier pionnen. Mijn tegenstander greep het initiatief en zag kans – na dameruil – een pion terug te winnen en de remisehaven leek in zicht.Toen ik echter mijn toren en witveldige loper op f7 kon richten, lukte het mij uiteindelijk deze pion te winnen en 10 zetten later gaf mijn tegenstander op.”

Al met al kan het in de rest van het seizoen voor ons tweede ook nog een heel goede kant op: slechts een half bordpunt minder dan de nummer 1 na ronde 2 !

Jan Toorman

 

Eindhoven 2 (1900) Garde 1 (1881) 3 – 5
Friesen , B. (Bas) (1960) Gabriels , G.J.W. (Geert) (2010) ½ – ½
Put van de, J.W.P. (Jeroen) (2030) Dissel , H. (Henk) (1935) 0 – 1
Toorman , J. (Jan) (1920) Blank , A.J.W. (Albert Jan) (1933) ½ – ½
Anema , W.J. (Walter) (1919) Broekhuis , J.M.M. (Jan) (1852) ½ – ½
Weij van der, H. (Rik) (1829) Winters , C. (Coen) (1822) ½ – ½
Coenen , A.P. (Albert) (1826) Geboers , J. (Jimmy) (1873) 1 – 0
Rijsewijk van, A. (Ad) (1815) Veerbeek , W. (Wessel) (1841) 0 – 1
Maenen , J. (Junior) Cox , M. (Martijn) (1778) 0 – 1