Verslag ronde 7

Met de staart tussen onze benen…..

In de zevende ronde togen we vol goede moed naar Zundert om De Raadsheer te pakken te nemen. Net als we vorig jaar deden. In de strijd om het kampioenschap van dit jaar hadden we al van de bovenste twee in de tussenstand gewonnen, dus nu nog even een middenmoter (gemiddeld 100 ratingpunten minder dan wij) verslaan en dan…..

We hadden beter moeten weten. Bij voorbeeld ons beter realiseren dat tegen de staartploeg slechts gelijk gespeeld was en zelfs van de op een na onderste verloren. Maar dat was zoals gebruikelijk kennis achteraf s’ avonds toen bekend werd dat elders in West-Brabant een laag geklasseerde ploeg een andere kampioenskandidaat uit Eindhoven met 5-0 ook al had verpletterd. Maar ook bij ons was het net voetbal: aanvankelijk gelijk opgaande strijd maar eindigend in verlies door twee onnodige penalty’s! Niet met 5-0 verloren maar met 4½ – 3½, wat wel een heel schrale troost is. Dit verdient nadere toelichting.

Kort na het begin zag ik al dat de openingen een gelijk opgaande strijd voorspelden. Alleen Albert schoot tegen een laag gerate invalster heftig uit de startblokken, zette na ruil van een paar stukken met een paard op b6 en een pion op d6 (zwarte pionnen op b7 en d7) een zwarte toren op b8 en loper op c8 volstrekt pat! Dat kon haast niet meer mis gaan en leverde al snel ons eerste hele punt op. (Maar ook ons laatste…) Kort hierna kwam de eerste volstrekt evenwichtige remise binnen rollen van Bas, even later idem van Hans.

De rest verliep spannender. Walter werkte zich langzaam los nadat zijn tegenstander een e-pion naar e6 vooruit had geschoven en daar geofferd. Na teruggeven hiervan leek Walter lange tijd positioneel wat beter te staan. Maar het verzandde, mede door tijdnood, in remise door herhaling van zetten. Ook mijn partij werd remise (volgens Fritz in de eindstand zelfs 0.00), maar pas nadat ik plotseling door het allerkleinste oog van een nog net zichtbare naald was gegaan: ik dacht op een gunstig eindspel af te stevenen toen ik overzag dat zwarts dame op e5 kon worden gezet, daarbij, gesteund door een loper op d6, tegelijkertijd op h2 mat in één dreigend als mijn ongedekte loper op g5 te gaan slaan. Dat ik hierop Dg3 kon antwoorden was puur toeval! Nog bibberend was het remise na hierop volgende dameruil.

Tussenstand: 3-2 voor ons. Maar bij de overige partijen zag het er niet allemaal goed uit. Jochem had meteen na de opening iets al te actief c6-c5 gespeeld in een poging het witte pionnencentrum mede met zijn gefianchetteerde loper op g7 te ondermijnen. Maar toen wit adequaat reageerde moest hij die pion doorschuiven naar c4 waarna de stelling potdicht zat en hij slechts kon afwachten hoe zijn tegenstander heel langzaam, en in mijn ogen heel knap, een aanzwellend initiatief op de koningsvleugel ontwikkelde waar Jochem het antwoord (dat er wellicht ook niet was) op schuldig bleef. Het eindspel met ongelijke lopers waarbij zijn loper onverminderd veel slechter bleef was kansloos.

Nu was het 3-3. Met twee partijen te gaan waaruit onduidelijk was hoe dit af zou lopen. Rik moest aan het achtste bord een tegenstander bestrijden die in de eerste 6 ronden van deze promotiecompetitie 6 uit 6 had gescoord! Hij kweet zich voortreffelijk van zijn taak en stond zelfs een pion voor in een uiterst moeilijke stand met alle zware stukken en lopers van gelijke kleur. Toen hij zijn pluspion kwijt raakte terwijl de tijd begon te dringen kwam een levensgevaarlijke stand op het bord: elk D+T en 6 pionnen, maar ook elk kwetsbare koningen en een open f-lijn. Ik hield mijn hart vast omdat Riks tegenstander het initiatief had. Maar Rik vond steeds de beste zet tot zijn tegenstander die een keer niet vond. Gevolg: penning van diens toren. Gevolg: gauw uit de penning, met remiseaanbod. Rik, van druk bevrijd, accepteerde vlot, terwijl de omstanders zagen dat het (winnende!!) initiatief met goede kansen nu geheel in Riks handen lag.

De redactie van dit medium heeft natuurlijk hoor en wederhoor toegepast om deze beschuldiging te toetsen. Zie hier het relaas van de speler in kwestie. In onze mailwisseling bekent hij wel  ‘een schot voor open doel gemist te hebben’.
Enfin, oordeelt u zelf :

Dat bedoelde ik dus met “gemiste penalty”! Nu nog één partij te gaan bij gelijke stand. Dat was de partij van Jeroen. Die zette zijn partij met wit actief op en een tijd lang dacht ik dat hij misschien wel op een heel punt afstevende. Maar langzaam verzandde het en het resulterende toreneindspel zag er zelfs verloren uit voor hem. Maar hij greep elke kans terwijl zijn tegenstander vooral voorzichtig bleef. Resultaat: toch nog een eindspel met K+T+p tegen K+T. De zwarte pion stond nog op d5 en wits koning er nog vóór. Volgens het boekje is dat remise als de witte toren op het juiste moment op de achterste rij verschijnt en van daaruit schaakjes kan blijven geven. Maar helaas: één tempo verspeeld.

Eindstand wel 4,5-3,5, maar geheel onnodig niet in ons voordeel. Met de staart tussen de benen dropen we af. Op het moment dat ik dit verslag maak heb ik nog van niemand een verslagje van de eigen partij gezien i.t.t. wat was afgesproken na elke ronde….. Dus ik vrees dat die staart nog steeds tussen ons aller benen zit.

Zo blijft het volgend seizoen vast niet meer dan promotieklasse, de klasse waar we vooralsnog zittenblijvers zijn door teveel onvoldoendes.

Jan Toorman

 

De Raadsheer 1

Eindhoven 2

Ginneken van, J. (Jeroen) 1789 Hurk van den, J.P.A.M. (Hans) 2010 ½ – ½
Havermans , J. (Jorrit) 1769 Friesen , B. (Bas) 1964 ½ – ½
Dijk van, T. (Tycho) 1844 Put van de, J.W.P. (Jeroen) 2041 1 – 0
Dongen van, D. (Daan) 1953 Berndsen , J.F. (Jochem) 1932 1 – 0
Oostvogels , N.A.J. (Niek) 1893 Toorman , J. (Jan) 1894 ½ – ½
Dijk van, J. (John) 1909 Anema , W.J. (Walter) 1951 ½ – ½
Oostvogels , I. (Inge) 1567 Coenen , A.P. (Albert) 1831 0 – 1
Smits , F. (Frans) 1870 Weij van der, H. (Rik) 1825 ½ – ½
Gemiddelde Rating: 1824 Gemiddelde Rating: 1931 4½-3½