Verslag ronde 2

ESV 3 – Dubbelschaak ’97 2

De aanloop naar onze tweede wedstrijd toont enige gelijkenis met sneeuw dat verdwijnt voor de zon. Welke sneeuw dan zo plotseling is verdwenen, zult u zich afvragen? Het waren de kopzorgen van een teamleider. Toegegeven, deze vergelijking zet de prachtige witte deken in een kwaad daglicht. Maar de gelijkenis moet ook vooral gezocht worden in het effect van het zonlicht. Eindhoven 3 heeft namelijk de luxe van een groot aantal beschikbare spelers. Voor de wedstrijd tegen Dubbelschaak ’97 had ik wel tien aanmeldingen voor ‘slechts’ acht borden ontvangen. Aangezien per bord maar een speler opgesteld mag worden, moesten dus twee spelers teleurgesteld worden. Kopzorgen? Luxe noemt men dat. Misschien wel, maar spelers teleurstellen is niet mijn sterkste kant. Tegen welke twee spelers zou ik moeten zeggen dat ze zaterdagmiddag helaas een andere bezigheid moeten zoeken? Al wikkend en wegend kwam daar plots de zon. Hans Ouwersloot zocht een invaller voor Eindhoven 2. Nu heeft Jan Toorman jaren voor het tweede team gespeeld, dus was hij de aangewezen man om als invaller te fungeren. Gelukkig stemde hij met dit aanbod in, waarmee al de helft van mijn kopzorgen verdwenen waren. De zon begon zelfs nog feller te stralen en al snel was er van sneeuw geen sprake meer. Mijn broertje bleek zijn verjaardag op 23 november te vieren, dus besloot ik zelf als tweede wisselspeler dienst te doen. Dat zou mij tenslotte de mogelijkheid geven om tijdig naar het ouderlijk huis nabij de Randstad af te reizen.

De wedstrijddag brak aan en Eindhoven 3 maakte zich op voor het treffen met Dubbelschaak ’97 2. De clubgenoten van de mannen uit Boxtel (Dubbelschaak ’97 1) hadden in de vorige ronde ons tweede verslagen, dus zou een mogelijke overwinning van ons een mooie revanche zijn. Enige minuten voor twaalf kwam de ene na de andere Eindhovenaar de nieuwe speelzaal binnen druppelen. Wat onwennig allemaal, want het was ons eerste optreden in schaaktempel Lievendaal. De wijzers van de klok ontmoeten elkaar op 12 en de schaakklokken werden aangezet. Verbijsterd zag ik hoe twee borden van ons team nog leeg waren. Nog maar net van de schrik bekomen, zag ik gelukkig Nico binnen komen. Maar waar bleef Henny? Ik besloot vijf minuutjes te wachten. Misschien kon hij de nieuwe speelzaal niet vinden. Maar vijf minuten later was van Henny nog geen spoor te vinden, dus besloot ik hem te bellen. Gelukkig nam hij de telefoon op en daar kwam de aap uit de mouw. Hij had zich vergist in de tijd. Wachten op Henny zou (te) veel tijd kosten, dus besloten we dat ik zijn plaats in zou nemen. Dus rond kwart over twaalf zat Eindhoven 3 eindelijk voltallig achter het bord. Zijn veel beschikbare spelers een luxe? Welnee, een noodzakelijkheid.

Dubbelschaak heeft een sterk team en op rating waren zij op zeven borden overduidelijk de favoriet. Alleen op het eerste bord waren de ratings in evenwicht. Ach wat zeggen vier cijfertjes zal ook Kiran gedacht hebben. Hij speelde met de zwarte stukken tegen Hans Heijstek. Wit had kort gerokeerd en even later h3 gespeeld. Toen ook f3 op het bord verscheen greep Kiran zijn kans. Hij danste met zijn paard over de verzwakte zwarte velden, opende de f-lijn en haalde het eerste punt binnen. 1-0

Loek speelde op het tweede bord tegen een andere Heijstek. Te weten Niels, wat inderdaad een zoon van de eerste Heijstek bleek. In een partij waar het evenwicht nooit verbroken werd, ruilde Loek de beide lopers en een setje paarden. Op de 22e zet hield zwart het voor gezien en bood remise aan. 1½ – ½

Op het achtste bord was er een stuk meer vuurwerk, dat door Karel ontstoken werd op de tiende zet. Met wit offerde hij tegen Roy van Esch een paard voor een pion en een kwetsbare zwarte koning. Objectief was het misschien niet volledig correct. Zwart leek aanvankelijk zijn extra stuk te houden, maar beging op de vijftiende zet een cruciale fout waardoor Karel zijn paard terug kreeg. Hij had een prachtige stelling met een plus pion en twee verbonden vrijpionnen in het centrum. Hij wist de zwarte loper terug te dringen. Vervolgens ruilde hij de toren en loper en wikkelde af naar een gewonnen eindspel. Met al zijn ervaring was dit een koud kunstje. 2½ – ½

De volgende partij die afgelopen was, was op het eerste bord. Hier speelde onze kopman Nico met de zwarte stukken tegen de teamleider, Gilion Berkelmans. Kijkend naar de ratings zou deze partij een remise op moeten leveren. De rating van beide heren is namelijk exact gelijk. Nico had zin om een robbertje te vechten. Dus koos hij met de pionzetten b6 en c5 voor een hangend pionnencentrum. Op de 21e zet beging wit een fout. Met een kleine combinatie wist zwart een pion te winnen en kreeg het initiatief. De stelling was ingewikkeld, waardoor beide spelers in tijdnood kwamen. Nico had het initiatief en bleef jagen. Beide spelers speelden praktisch op het increment. Op de 38e zet wist Nico een fout uit te lokken. Wit kraakte en maakte nog een fout wat hem meteen een stuk koste. Er werd nog even doorgespeeld tot de veertig zetten werden gehaald. Daarna gaf wit meteen op. 3½ – ½

Een prachtige tussenstand en met nog vier partijen te gaan hadden we genoeg aan één bordpunt. Dat leek zeker geen onmogelijke opgave. Zelf stond ik een stuk tegen twee pionnen voor. Arnold en Jeroen stonden goed. Alleen Dennis stond een kwaliteit achter.

Op het zevende bord maakte Jeroen Bakens zijn debuut in de zaterdagcompetitie. Dit geschiedde met de zwarte stukken tegen Martin van Driel. In een Morra gambiet had wit het gebruikelijke initiatief. Jeroen had het lastig. Op de 18e zet speelde wit een combinatie die hem zijn geofferde pion opleverde. Maar dat had een prijs, want Jeroen nam het initiatief. Een paar zetten later leverde hem dat een pion op. Zwart ruilde een loper tegen de f, g en h-pion en kreeg zo een stelling met vier pionnen tegen een loper. Het lukte Jeroen niet om zijn pionnen naar de achterlijn te laten rollen. Wit stelde een remise voor, wat tot verbazing van alle omstanders werd aangenomen. Met zo’n acht man werd tijdens de analyse echter geen duidelijk winst voor zwart gevonden. 4 – 1

Op het vijfde bord had Arnold veel zetten nodig om zijn stukken in het spel te brengen. Ergens verloor hij een pion, maar gelukkig wist hij deze terug te winnen. Hij kwam zelfs beter te staan. Maar niets is zo moeilijk als een betere stelling omzetten in winst. Toen de teamoverwinning binnen handbereik was, dwong hij remise af en verzekerde ons van een teamoverwinning. 4½ – 1½

Zelf speelde ik in plaats van Henny op bord 6 tegen Diederik Claassen. Door al het gedoe startte ik met een kleine tien minuten achterstand aan de partij. Normaal heb ik al mijn tijd hard nodig, dus dit zou wel eens cruciaal kunnen worden. Ik besloot om niet te veel tijd te investeren in de opening en zwart investeerde al snel enkele minuten per zet. Na een zet of tien was de achterstand op de klok ‘als sneeuw voor de zon’ verdwenen. Door snel te spelen had ik wel een onnauwkeurigheid begaan, wat zwart een vervelende loper op f3 en een even zo vervelend paard op d4 opleverde. Echter liet zwart b5 toe, waardoor hij zijn sterke stukken moest afruilen. Vervolgens zag ik kans om de pionnen voor de zwarte koning te ruilen voor mijn centrumpionnen. Een onveilige koning leek mij meer waard dan de centrumpionnen die ik eenvoudig kon blokkeren. Toen kreeg ik plots een remiseaanbod wat mij aan het twijfelen bracht. We stonden op dat moment met 2½ – ½ voor, maar zou remise genoeg zijn voor een overwinning? Alle partijen leken nog redelijk gelijk op te gaan, alleen Dennis stond een kwaliteit achter. Ik stond iets beter en besloot door te spelen. Tijdnood was aanstaande en de partij werd complexer. Moest ik mijn aanval op de koningsvleugel doorzetten of het tegenspel van zwart in het centrum stoppen. Ik besloot tot het eerste. Na wat mindere zetten van beide spelers kreeg ik met een loper tegen twee pionnen. De teamstand was ondertussen 3½ – ½ en ik had alle vertrouwen in mijn stelling. Ik dacht een winnend eindspel te bereiken door het paard te geven tegen twee pionnen en een versplinterde pionnenstructuur van zwart. Helaas, zwart bleek een mooi remise mechanisme te hebben en kon zijn paard offeren voor mijn twee pionnen. 5 – 2

Dan hebben we volgens de traditie als laatste nog Dennis. Op bord 4 was hij met wit goed uit de opening gekomen. Na een ruil op c6 had hij een klein voordeeltje in de vorm van een dubbelpion voor zwart op de c-lijn. Hij speelde echter twee onnauwkeurige zetten en de partij kantelde. Zwart kreeg het initiatief over de zwarte velden op de damevleugel. Dit koste Dennis een kwaliteit en een pion. Zwart speelde onzeker, waardoor Dennis nog hoopte op een foutje. Na uren ploeteren moest hij tenslotte de handdoek in de ring werpen. Daarmee werd de eindstand bepaald op een prachtige
5-3.

Roeland Wildemans

 

Ronde 2

Eindhoven 3

Dubbelschaak ’97 2

   
Schellingerhout, N. (Nico) 1888 Berkelmans, G. (Gilion) 1888 z-w 1 – 0
Rey van, L. (Loek) 1820 Heijstek, C.H. (Niels) 1922 w-z ½ – ½
Anginthaya, K. (Kiran) 1753 Heijstek, H. (Hans) 1854 z-w 1 – 0
Kuijk van, D.G.C.M. (Dennis) 1738 Stiphout van, H.J.M.T. (Tom) 1814 w-z 0 – 1
Heijden van der, A.G.V.M. (Arnold) 1618 Elzen van den, M.L.A.G. (Michel) 1778 z-w ½ – ½
Wildemans, R. (Roeland) 1537 Claassen, D. (Diederik) 1757 w-z ½ – ½
Bakens, J. (Jeroen) 1138 Driel van, M. (Martin) 1739 z-w ½ – ½
Jeurissen, K.G.M. (Karel) 1478 Esch van, R.H.J.A. (Roy) 1691 w-z 1 – 0
Gemiddelde Rating: 1621 Gemiddelde Rating: 1805   5-3