Verslag ronde 4

Verslag van ons gevecht met De Juiste Zet 1

Rik moest op het laatste moment nog invallen en dat zag er de eerste zetten prima uit, echter plots, in een niets aan de hand stelling, blunderde Rik een volle toren en gaf maar op.

Hans van den Hurk verging het een stuk beter en gaf een schoolvoorbeeld hoe je op een rustige manier een beroemd en berucht gambiet aanpakt. Hans legt het even uit:
Met wit kreeg ik tegen Mick Godding het Budapester gambiet tegen. Ik nam het aan maar gaf de pion ook snel terug om niet al te zeer in theoretische varianten terecht te komen. Gevolg was stukkenspel in het centrum waarbij mijn stukken toch wat beter kwamen te staan. Langzaam druk opbouwen en een open f7 diagonaal was het gevolg voor zwart waardoor ik even later een pion kon winnen. Om toch wat tegenspel te forceren tegen de witte koning nam zwart risico en uiteindelijk kon ik via een dameoffer een matcombinatie uitvoeren.

Jacob had een makkelijk middagje. In zijn toelichting zit ook nog een stukje schaak-filosofie voor beginners:
Mijn partij aan het zesde bord was een walk-over. Op zet 10 had ik met wit een mooie ontwikkelingsvoorsprong zonder ook maar een pion te hebben moeten offeren. Op zet 20 – met een kwaliteit achter, zonder compensatie en nog steeds met een ontwikkelingsachterstand en gaten in de stelling – streek Frits Werts de vlag. Bij de na-analyse kwam de eerstebordspeler René Snoeck even langs en hij liet zien dat het met hem aan de zwarte zijde geen walk-over was geweest. Ik kwam Alessandro tegen en vertelde dat ik mijn partij wat te makkelijk had gewonnen. Zijn reactie was: je bent niet verantwoordelijk voor de zetten van je tegenstander. Dit leek me in eerste instantie wel raak, maar later twijfelde ik. Natuurlijk, de tegenstander kiest de zet en voert deze uit. Maar jij beperkt zijn/haar mogelijkheden, lokt fouten uit of geeft onbedoeld juist kansen, probeert hem/haar te ontregelen en in tijdnood te brengen, of zelfs na voorstudie hem/haar op onbekend terrein te brengen. Ik neig ertoe te beweren dat je zo wel degelijk deels verantwoordelijk bent voor de zetten van de tegenspeler.

Ook Nico kreeg met een gambiet te maken en vertelt zelf hoe hij dat op een gezonde manier oploste:
Ik speelde met zwart tegen Jean Spee. Ik was na de tweede zet van wit weer eens uit mijn theorie (Siciliaans vleugelgambiet), en speelde rustig, met ..b6. Er kwam een soort Alapin op het bord, maar dan zonder de b-pionnen. Ik probeerde me de theorie van de Alapin voor de geest te halen, maar dat lukte niet, en ik ging dus maar gezonde zetten spelen. Ik kwam zachtjes aan steeds een beetje beter te staan, en na wat verwikkelingen ontstond er een stelling, waarin zwart de iets betere uitzichten heeft. Wit gooide toen de knuppel in het hoenderhok met een pionoffer in het centrum, dat ik a tempo aannam. Dat was achteraf wel wat snel: nemen was correct, maar ik had het daaropvolgende offer op h7 misschien toch even moeten doorrekenen. Wit offerde inderdaad, maar miste twee zetten later de enige zet (f2-f4) om de strijd gaande te houden. In plaats daarvan gooide hij nog een kwaliteit in de strijd. Toen was het eigenlijk meteen uit. Ik kon makkelijk pareren en de aanval liep op niets uit. Wit speelde nog even door, maar vond het na 35 zetten genoeg.

Frits speelde een scherpe partij en hoewel Frits alles onder controle had was dit toch niet lekker voor onze geliefde teamleider. Gelukkig wist Frits bekwaam de klus te klaren zoals zijn verhaal en bijgesloten partij laten zien:
Mijn tegenstander speelde de Veresov aanval. Het enige wat ik nog over deze variant wist was dat het hoofdstuk in mijn boek “Fighting Anti-Indians” hierover zegt:
“This variant does contain some venom and the reader skips this chapter at his own risk!”
Ik had de Verosov ooit wel bestudeerd maar was alles weer vergeten. Het kostte mij veel tijd om achter het bord zetten te vinden die veilig leken, terwijl mijn tegenstander telkens bijna a tempo antwoordde. Tijdens de partij zag ik allemaal prachtige aanvalskansen voor mijn tegenstander die bij de analyse achteraf minder mooi bleken te zijn. Op de 15de zet lukte het me dames te ruilen en was het matgevaar verdwenen. Mijn tijd was toen helaas wel bijna op. Mijn tegenstander dacht mij verder onder druk te kunnen zetten door snel te spelen. Hierbij deed hij een aantal oppervlakkige zetten. Zo miste hij de mogelijkheid om zijn mooie paard tegen mijn slechte loper te ruilen waardoor al mijn pionnen zwak zouden worden. Uiteindelijk verslikte hij zich in mijn tactische kansen en op zet 25 verloor hij zoveel materiaal dat hij opgaf.

Ik, ondergetekende, speelde blijkbaar tegen de blitzkampioen van onze tegenstander en dat was na de eerste rustige zetten van een Neo Grünfeld opening wel te zien.
Mijn tegenstander begon voortvarend aan een koningsaanval, maar toen ik deze had afgeslagen raakte zijn dame enigszins opgesloten op de h-lijn. Ik probeerde hiervan te profiteren door middel van een schijnoffer waardoor ik een pion voor kwam. Echter het resterende eindspel van D + T tegen D + T met een pluspion bleek niet voldoende voor winst te zijn, remise dus.

De partij van Hans Ouwersloot was moeilijk in te schatten, maar Hans brengt ons met zijn verhaal vakkundig op de hoogte:
Mijn tegenstander, Paul Bokern, koos voor een c4-d3-e4 opstelling. Omdat hij nogal wat tijd nam om tot de thematische opmars f4 te komen kon ik het initiatief op de damevleugel pakken. Dat leidde tot flink ruimtevoordeel, terwijl zijn aanvalsintenties bleven steken in goede bedoelingen. Toen Paul ook nog een pionnetje cadeau deed zag ik het zonnig in maar zijn stelling had maar één zwakte, pion d3, die ik zwaar belegerde. Maar met weinig tijd op de klok zag ik een tactische wending over het hoofd die me bijna de kop kostte, al kon ik de schade beperken tot pionverlies (en dus stond het materieel weer gelijk). Omdat er verder ook geen muziek meer zat in de stelling sloten we vrede na deze interessante partij: remise.

Arjan speelde een dramatische partij en dan wordt niet slecht bedoeld maar meer hoe hij een mooi eindspel nog wist te verliezen. Lees Arjans verhaal en huiver mee maar eigenlijk moet je erbij zijn geweest:
Ik kwam goed uit de opening en ondanks een kwaliteit achter had ik zeer actieve stukken en ver doorgelopen pionnen op de a en c lijn. Kort na de veertigste zet had ik een simpele voortzetting voor ogen maar zoals zo vaak koos ik voor iets anders en gaf daarmee een gewonnen stelling uit handen. De slotstelling bleek later wel houdbaar en volgens Stockfish op 0.00 ingeschat. Helaas gedesillusioneerd gaf ik op… 0-1

Daarmee hebben wij voor de derde keer op rij een overwinning behaald en staan wij derde met één matchpunt achter op koploper Stukkenjagers en drie bordpunten achter de nummer twee OSV 1. De volgende ronde is “uit” tegen de erg sterke nummer vier, WLC 2, dat slechts één bordpunt minder heeft dan wij.

Rudi Serton