De eerste helft van de interne competitie nadert haar ontknoping. In sommige categorieën is het rete spannend, in andere evenzo saai. Raadplegend de reglementen denk ik dat in artikel 1 moet staan 14 waar nu 13 staat. Of artikel 18 ook aangepast moet worden, van minimaal 7 naar minimaal 8, kan nog ter discussie staan. Artikel 20 bevat ook belangrijke aanwijzingen voor de rangschikking.
Ik denk dat in groep D alleen Thomas Kenbeek (6/6), Ewout Snoeck (5½/12) en Ton Storcken (5½/8) nog aanspraak kunnen maken op de titel.
Ik denk dat in groep C ook drie kanshebbers zijn: Loek van Rey (7/13), Dennis van Kuijk (7/10), en Rik van der Weij (6½/8). Theoretisch kan Harrie Steures (6/12) ook nog samen met Loek bovenaan eindigen. Dan moet Loek volgende week een reglementaire 0 scoren door zonder afmelding niet op te komen dagen of zo. En Harrie moet winnen. Dat zie ik allebei niet, ik bedoel natuurlijk niet allebei gebeuren.
Groep B dan. Zo mogelijk nog spannender: Frits Schalij (7½/11) leidt hier de dans met in zijn kielzog Peter Rietra (7½/9) en Jan Schot (7½/7). Ook Hans Bosscher (7/13), Jan Toorman (7/12) en Hans Ouwersloot (7/9) mogen nog hoop koesteren.
Door toedoen van Bas van de Plassche (wie anders) is de eerste finalist van 26 juni al sinds 9 januari (ronde 12) bekend, Bas dus. Met 11½ uit 13 niet meer te achterhalen voor het gewone schakersvolk. Jos Sutmuller volgt als beste van de rest op gepaste afstand met een respectabele 9 uit 12.
De oplettende lezer heeft gemerkt dat de aantallen hier en daar niet stroken met het aantal gespeelde partijen. Dit heeft te maken met het gestelde in artikel 18 en hier voornamelijk met de bekercompetitie en avondcompetitie die dit seizoen vaker dan anders samenvielen met de interne ronden.
De nog oplettender lezer is daarbij opgevallen dat ik Dennis en Hans beloond heb met een extra opkomstbonuspunt wegens hun deelname aan de kwartfinale NBSB-beker (gewonnen!) die immers samenviel met de 12e interne ronde. (inmiddels aangepast, Red.)
Uiteraard kunnen aan deze opsomming geen rechten worden ontleend; Walter heeft het laatste woord en kan slechts via de commissie van beroep worden tegengesproken, met inachtneming van artikel 26. Maar dan moet het wel heel bont tekeer gaan..