Tweede winst eerste
Hoe lang is het niet geleden dat we tweemaal achter elkaar wonnen? Zaterdag was het zover. De eerste ronde (in Helmond, waar ik woon, de uitwedstrijd was voor mij dus thuis) leverde 7½ punt op en nu thuis (voor mij dus uit) tegen Maastricht, een van de sterkere teams in onze klasse.
De eerste uren was er weinig reden voor optimisme: duidelijk voordeel was er voor ons niet te zien en op veel borden moesten er zo’n twintig zetten in zo’n twintig minuten gedaan worden. Dat kon dus alle kanten op.
Ludo was het eerste klaar: in een vastgelopen stelling met zware stukken en ieder een slechte loper was remise acceptabel, Ludo wilde geen verliespoging ondernemen.
Vervolgens verloor uw verslaggever; niet helemaal fit speelde ik uitsluitend op strategische motieven en overzag alle tactiek. Mijn tegenstander was wel alert en speelde een gave partij.
Daarna liet debutant Oscar een halfje bijschrijven: ik vond hem wel actief staan maar ontdekte pas laat dat Oscar een pion achterstond en het was onduidelijk of hij wel voldoende compensatie had. In de praktijk bleek van wel: via allerlei eeuwig-schaak motieven kwam de remise tot stand.
Jeroen speelde een “bescheiden” Bogo-Indiër. Na afruil van de zwartveldige lopers zette Jeroen zijn centrumpionnen op zwart en hoopte zo wit met een slechte loper op te zadelen. Die werd actief op de damevleugel en Jeroen dus aan de andere kant. Via woeste verwikkelingen (dat zie je wel vaker na “bescheiden” openingen!) rolde er ook hier een remise uit.
1½ uit 4…Dat liep niet lekker maar op de resterende vier borden zag ik alleen winstkansen voor ons.
Bas met zwart was de eerste die er een verzilverde: na een tijdelijk pionoffer van wit ontstond een moeilijk te doorgronden stelling waarin Bas doelbewuster speelde: een monsterlijk sterke loper in het centrum gecombineerd met een onstuitbare meerderheid op de damevleugel brachten de winst. Achteraf ziet het er zo vanzelfsprekend uit…
Het volgende punt kwam van Jan: na diep denken in een voor de omstanders overzichtelijke stelling ontstond een eindspel met een trucje. Daar had Jan geen moeite mee.
Hans kwam ook in een eindspel terecht: beiden een f-, g- en h-pion en zwart een a-pion maar Hans met een extra (witveldige) loper! Koud kunstje, zou je denken maar bij nadere bestudering bleek het helemaal niet zo eenvoudig: de witte koning moest de a-pion op gaan halen en intussen probeerde zwart zoveel mogelijk pionnen op de koningsvleugel te ruilen. Dat lukte totdat wit met een h-pion en dus die witveldige loper bleef zitten. En h8 is een zwart veld…
Bij de 4-3 stand hadden we dus nog een halfje nodig. Luuk (last in last out, Luuk had heel nostalgisch eerst ons vorige clublokaal opgezocht) had met wit een zwaarmoedige Grünfeld subtiel gespeeld en een pluspion over gehouden. Ook hier drie tegen drie op de koningsvleugel en een a-pion voor Luuk. Hij liet het aankomen op een toren-eindspel waarin zwart zijn toren achter de vrijpion had en Luuk ervoor, meestal betekent dat remise. Zo ook hier en heel Eindhoven blij.
Als we zo doorgaan krijgen we het volgend jaar moeilijk.
Plassche van de, B.J. (Bas) 2339 Bodický, M. (Michal) 2174 1 – 0
Kooten van, L. (Luuk) 2280 Sidiropoulos, N. (Nikolaos) 2126 ½ – ½
Sutmuller, J.M. (Jos) 2098 Veltman, J. (Jelmer) 2126 0 – 1
Torcal Miguel, O. (Oscar) 2077 Hoornstra, H. (Hans) 2072 ½ – ½
Put van de, J.W.P. (Jeroen) 2032 Zilverberg, J. (Jasper) 1996 ½ – ½
Vosselman, J.M. (Jan) 2051 Helmond, F.A. (Frans) 1903 1 – 0
Tolhuizen, L. (Ludo) 1986 Körber, A. (Aljoscha) 1975 ½ – ½
Bosscher, J.K. (Hans) 1955 Stetsenko, I. (Ilya) 0 ½ – ½
Jos Sutmuller