Na een spannend seizoen is Eindhoven 1 kampioen geworden in klasse 3G met 14 MP en 45.5 bordpunten. Dat betekent dat we volgend seizoen weer in de tweede klasse zullen uitkomen. Een mooi resultaat om direct terug te promoveren. Een bijzondere vermelding verdient wat mij betreft Jan Vosselman die met 6 uit 8 een erg goede score neerzette. Hij verloor alleen in ronde 3 van Jozef Simenon (2244).
De laatste ronde verliep erg goed. Al snel zag ik op verschillende borden voordeel. Luuk leek erg goed uit de opening te komen, Hans Bosscher had een eenvoudige Schotse partij waarbij wit een plezierig voordeel heeft, zelf had ik een pion gewonnen met onduidelijke compensatie voor de tegenstander, en ook Ethan leek snel een goede stelling te krijgen. Van de partij van Oscar – die ook met 5 uit 7 een uitstekend seizoen heeft – heb ik weinig gezien. Bij Bas resulteerde een Siciliaan uiteindelijk in een gelijk middenspel met remise als gevolg. Luuk had toen al zijn voordeel in winst omgezet.
Bij de overige borden:
Bord 4
Bord 5
Bord 6, Ethan over zijn partij “Mijn partij tegen Frank Schlösser ging wel prima, er kwam een soort caro-kann met g6 op het bord waar ik niks van weet. Wit krijgt dan heel veel ruimte en zwart probeert het centrum aan te vallen. Ik kwam iets beter te staan maar ik kon niet echt een goed plan verzinnen om door te breken, op een gegeven moment stonden al zijn stukken op de 7de en 8ste rij behalve een pion op h5 maar ik kon maar niet doorbreken. Mijn paard kwam uiteindelijk op h4 terecht om het paard op f5 te slaan. Toen hij b5 speelde dacht ik al dat ik een beetje voordeel had maar ik speelde niet de beste zet waardoor ik vanaf dan al iets slechter stond. Het was gewoon een goed paard tegen een hele slechte loper. Hij stond ook beter maar toen liet hij mij zijn paard slaan terwijl hij mijn loper pakte waardoor het een dameseindspel was geworden en uiteindelijk had ik eeuwig schaak gevonden en was het nog prima afgelopen.”.
Bord 7:
Bord 8, Hans: “M’n partij, met wit, tegen de Duitser Hufnagel had een zeer eenvoudig verloop. Direct, in de Schotse opening, waren na zeven zetten een paar lichte stukken, plus de dames, afgeruild. Wit had een lichte ontwikkelingsvoorsprong, wat onderschat werd door m’n tegenstander, die op nonchalante wijze de e-lijn ging openen. Hij verloor een kostbare pion. Toen wit uiteindelijk een toren op de 7-de rij kreeg , en nog een pion won, was het snel gedaan met zwart die na 37 zetten opgaf.
Jeroen van de Put