Eindhoven 2 – OSV 1 3½ – 4½
Zaterdag 23 maart stond onze wedstrijd tegen de nummer twee van de ranglijst op de agenda. Omdat er prioriteiten waren voor team 1, 3 en 4 moest er hier en daar wat geïmproviseerd worden.
Hans Ouwersloot speelde vooruit en vertelt zelf over zijn partij:
Mijn partij is in remise geëindigd. Toen ik na vijftien zetten een kwal weg blunderde leek dat het hoogst haalbare, maar mijn tegenstander speelde het niet doortastend genoeg, waardoor ik meer dan voldoende compensatie kreeg. Een prachtig loperpaar, een ijzersterk paard, mijn dame agressief op de damevleugel. Alleen: waar moest mijn toren naartoe? Blijven staan op a8, naar b8, c8 of d8? In vier zetten probeerde ik alle velden uit om op c8 te belanden (wat, denk ik nu, het beste veld was). Maar door het tijdverlies kon wit zich enigszins aan de ijzeren greep ontworstelen en dameruil forceren. Toen ik daarna in tijdnood met een onnodig kwaliteitsoffer (dit keer bewust) niets anders dan een grote ruil wist te bereiken (waarbij ook nog eens mijn grootste troef, een ver opgerukte vrijpion van het bord verdween) kwamen we in een eindspel met nog steeds een kwaliteit minder (T+L + 3pi tegen 2L+ 4pi) terecht, waarbij wit een gevaarlijke vrije d-pion had. Opnieuw deed mijn tegenstander een paar minder sterke zetten, waarna mijn loperpaar genoeg gewicht in de schaal legde om naar remise af te kunnen wikkelen. Een inhoudsrijke, spannende en al met al leuke partij met een terechte uitslag.
Over de korte partij van Walter kunnen wij kort zijn: hij speelde een snelle remise, in de slotstelling was het evenwicht niet verbroken.
Ik speelde tegen oud Eindhoven lid Fred Hallebeek, een scherpe Franse Winawer. Mijn tegenstander dacht een pion te winnen en daarna ook nog een stuk. Ik had echter nog wat verder doorgerekend en kwam beter te staan, niet straal gewonnen zoals de meeste omstanders dachten, maar een beter eindspel waarin ik tevreden was met remise. Na afloop vertelde Fred dat hij steeds het idee had dat hij tegen Jos Sutmuller zat te spelen. (Voor een van ons beiden was dat een compliment 😉.)
Rik speelde ook al remise, hoe dat kwam weet hij zelf het best:
Ik speelde de opening erg safe en er ontstond dan ook een gelijke stelling. Mijn tegenstander had een interessant plan wat mij twee verbonden vrijpionnen opleverde. Helaas kon ik mijn toren niet activeren, en zo kon hij de vrijpionnen onschadelijk maken met dame en toren. De computer evaluatie bleef ook in deze fase binnen de remise marge. Hierna bleef er een pot remise eindspel over. En dus kwamen we remise overeen.
Jochem speelde een moeizame partij, hij kwam slecht uit de opening en probeerde dit te compenseren met tactische trucjes. Zijn tegenstander wist dit steeds bekwaam te pareren en ondertussen ook nog wat pionnen op te eten van Jochem. Omdat een deel van die pionnen bedoeld waren om de koning van Jochem te beschermen ging Jochem strijdend ten onder.
Nico mocht de schwindel van de dag op zijn naam schrijven, hoe dat zo gebeurde legt Nico zelf uit:
Ik speelde aan bord 6 met wit tegen Jacques Cox. Er kwam een gesloten Spaans op het bord. Al snel kwam wit comfortabel te staan, doordat zwart een aantal tempi verloor. In de overgang naar het middenspel koos ik niet het sterkste plan, en zwart kon het loperpaar winnen. Toen ik een paar zetten later een kwaliteitsverlies over het hoofd zag, was het alle hens aan dek. Ik verkoos een speculatief (dubieus), agressief plan, in plaats van een lange verdediging. Zwart begon te weifelen, en speelde achteruit. Ik bleef “pesten” en op de 32e zet was het raak. Zwart overzag een trucje, en ik kon toeslaan. Zwart zou minstens een stuk verliezen, en deed uiteindelijk de dame in de aanbieding. 1-0.
Frits speelde met wit op bord 2 tegen een tegenstander die op bord 2 tot dan toe 6 uit 6 had gehaald. In een Spaanse vierpaardenspel kwam Frits een klein beetje beter uit de opening, maar toen hij met Da5 voordeel kon halen speelde Frits de verschrikkelijk zet c4 en zijn tegenstander was er als de kippen bij om meteen zijn torens op de e- lijn te verdubbelen en daarna met f7-f5 de e4 pion van Frits op te halen waarna de stelling van Frits op instorten stond.
Als laatste speelde invaller Ignacio. Hij werd maar meteen voor de leeuwen gegooid door op bord 3 met zwart te spelen. Ignacio speelde een solide partij. In een Reti opening koos hij voor de welbekende opstelling met d5, c6, Pf6 en Lf5. Zijn tegenstander probeerde wel wat initiatief te krijgen maar Ignacio wist alles goed te verdedigen. Toen wit het in het eindspel misschien niet helemaal nauwkeurig genoeg deed wist Ignacio door middel van een pionnenrace een remise eindspel van koning en dame tegen koning en dame te bereiken.
Eindstand 3½ – 4½
Rudi Serton