******English below *****
Twee dagen na Koningsdag, en een dag voor de oude Koninginnendag, zoals mensen van mijn generatie zich nog herinneren, speelden we op de club een thema-snelschaaktoernooitje waarbij elke partij verplicht begon met het aangenomen Koningsgambiet (1. e4, e5; 2. f4, exf4). Elf leden stortten zich op deze opening, in hoeverre hier anti-monarchale overwegingen (“kill the king”) een rol speelden laat ik maar in het midden.
Het werd een heerlijk toernooitje, waarbij er volop aangevallen, geofferd en matgezet werd. Na 11 ronden kwam René Moonen als beste uit de bus, met een mooie score van 8 punten, gevolgd door Morris Schobben (7,5) en Paul van Zon (7). Maar ook degenen die iets minder scoorden verlieten met een ‘big smile’ de clubavond.
Dat het Koningsgambiet garant staat voor spektakel bleek wel hieruit dat slechts 2 van de 55 partijen in remise eindigden. Na afloop vroeg Frits Schalij zich af of er een duidelijk tendens was dat wit (veel) beter scoort dan zwart. Dat was ingegeven door zijn eigen ervaring dat hij met wit 5 uit 5 had behaald, met zwart slechts 1 uit 5. Maar zijn hypothese was een geval van selectivity bias, zijn eigen waarneming was totaal niet representatief; met wit werden 30 punten behaald, met zwart 25, wat een redelijke normale wit-zwart verhouding was.
Al met al weer een geslaagde ‘alternatieve’ activiteit, die ook notoire d4 spelers als Rudi Serton, en doorgewinterde verdedigend ingestelde spelers als Ton Storcken tot het spelen van gambieten wist te verleiden. Hieronder enkele foto’s van de deelnemers, met al dan niet typische Koningsgambiet stellingen.
Two days after King’s Day, and a day before the old Queen’s Day, as people of my generation still remember it, we played a themed blitz tournament at the club in which each game compulsorily began with the adopted King’s Gambit (1. e4, e5; 2. f4, exf4). Eleven members threw themselves into this opening, to what extent anti-monarchical considerations (“kill the king”) played a role here I will leave unanswered.
It was a wonderful tournament, with plenty of attacking, sacrificing and mating. After 11 rounds René Moonen came out on top with a nice score of 8 points, followed by Morris Schobben (7.5) and Paul van Zon (7). But also those who scored a little less left the club evening with a ‘big smile’.
That the King’s Gambit guarantees spectacle was shown by the fact that only 2 of the 55 games ended in a draw. Afterwards Frits Schalij wondered whether there was a clear tendency for white to score (much) better than black. This was prompted by his own experience of having scored 5 out of 5 with white, only 1 out of 5 with black. But his hypothesis was a case of selectivity bias, his own observation was totally unrepresentative; with white scoring 30 points, with black 25, which was a fairly normal white-black ratio.
All in all, another successful ‘alternative’ activity, which also managed to entice notorious d4 players like Rudi Serton, and seasoned defensive-minded players like Ton Storcken to play gambits. Above some pictures of the participants, with typical or not so typical King’s gambit positions.
Dat lang rokeren (zie foto 1) was onorthodox maar eigenlijk ook geen supergoed idee. Zoals ook andere innovaties wellicht beter achterwege hadden kunnen blijven.
Desondanks een topavond!
Koningsgambiet: ik ga er nog eens over nadenken, net als over de republiek!
Erg leuk, dit verdient opvolging.