Zes verslagschrijvers
Tja, het zou moeilijk worden tegen de andere koploper voorspelde teamleider Bas. Elk bordpuntje kan gaan tellen na een blik op de tussenstand. Onze medebedroefden DD en Paul Keres zullen we nauwlettend in de gaten houden van hun capriolen. Wie kent het niet, drie vechten om een been en Eindhoven loopt er mee heen. Rara, wat is het been.
Bas speelde een lastige variant van het Siciliaans. Lange tijd leek de stand in evenwicht totdat onze kopman steeds meer in (te) hoge tijdnood kwam en een wit paard zijn vesting liet binnengalopperen. De solide ogende stelling werd uiteengeslagen en het verlies was onontkoombaar.
Jos speelde de al jaren bekende Slavische opening. Maakte echter al vroeg een onnauwkeurigheidje. En alsof dit nog niet genoeg was, greep hij twee kansen op complicaties niet aan. Hierna werd Jos geleidelijk opgebracht.
Was er in de top dan alleen maar rampzalig nieuws te melden? Nee nee, want dan hebben we Frans. Als oude getrouwe bestudeer je weleens wat partijtjes van dat jonge spul (Giri) en ja hoor het Russisch blijkt weer verrassend speelbaar. Wit speelde een ongebruikelijke variant, maar na een stevige afruil bleef de stelling in evenwicht. Frans probeerde nog de uitstekende zet d5-d4. Wit anticipeerde goed en de vrede werd getekend.
Fred speelde zoals we van hem zijn gewend. Diep doorgronde speldenprikjes uitdelen en zien of de tegenstander het droog kan houden. Zijn grootmeesterlijke tegenstander doorzag alle gevaren en bouwde aan een langzaam positioneel voordeel. Ook Fred liet zich niet verschalken en haalde een prima remise binnen.
Onze analist Alessandro speelde een voortreffelijke opening en middelspel. In kansrijke positie liet hij echter de stelling wat verzanden en maakte tot zijn eigen wanhoop in het eindspel nog een gruwelijke blunder wat meteen het einde betekende. Jammer jammer.
Jan Cox ging enigszins thematisch te werk. Wat geschiedde: zijn opponent graaide een pionnetje op c3 en ging er verder opzitten. In deze fase van het spel kon Jan niet het goede plan vinden en ging uiteindelijk roemloos ten onder.
Tot veler verrassing kwam als een kukeltje uit het doosje onze René Moonen opdraven. Hij verving de zieke Robert Klomp. Van René is al jaren bekend dat hij van iedereen kan winnen. Vandaag had hij echter geen goed gevoel bij zijn opening. Dat dit heel belangrijk is, bleek later. Na nog een kans op gelijkspel niet te hebben genomen, kwam hij in een troosteloos eindspel terecht wat uitsluitend alleen maar kansen gaf aan de topscorer van onze tegenstrevers. Uiteindelijk bezweek René.
Jan Veerman ging onvervaard fris en fruitig met zijn Engelse opening van start. Zijn opponent deed het niet helemaal nauwkeurig en dit leidde tot en klein voordeeltje. Het was te weinig om het remise aanbod af te wijzen.
Boris Friesen kwam in een toreneindspel terecht wat hij al eindloze malen behandeld heeft in zijn schaakonderricht. Beide spelers gingen tot het uiterste om het punt binnen te halen. In deze fase van de partij had Boris zowat een uur minder bedenktijd. Waarschijnlijk hierdoor kon hij niet de juiste voortzetting op de vele mogelijkheden vinden en moest de koning omleggen.
Dat het Koningsindisch al geruime tijd niet meer door de echte grootmeesters wordt gespeeld, heeft een reden. De opening geeft alleen maar de hoop dat zwart in elke partij wel een kansje krijgt. Bij goed spel blijkt dit inderdaad alleen maar hoop en wordt zwart vaak opgeknoopt. In 1970 ben ik dan ook van deze verdediging afgestapt. Inmiddels afgezakt naar bord 10 mocht of moest ik het verslag schrijven. Dit gaf goede hoop, want meestal winnen de scribenten zonder enige schroom en…ook nu was dit het geval. Zwart hield het niet droog en verloor een stuk in het verre eindspel, waarna werd opgegeven.
De toekomst lijkt me duidelijk: Laat minstens zes spelers het verslag schrijven en we handhaven ons weer glansrijk!
Jan Vosselman
Eindhoven | 2142 | Kennemer Comb 1 | 2294 | 2½-7½ | |
1. | FM Bas van de Plassche | 2404 | FM David Klein | 2407 | 0-1 |
2. | Jos Sutmuller | 2157 | IM Christov Kleijn | 2448 | 0-1 |
3. | IM Frans Kuijpers | 2230 | FM Quinten Ducarmon | 2351 | ½-½ |
4. | FM Fred Hallebeek | 2200 | GM Wouter Spoelman | 2557 | ½-½ |
5. | Alessandro di Bucchianico | 2078 | Daan in ’t Veld | 2240 | 0-1 |
6. | Jan Cox | 2006 | Lennart Dek | 2261 | 0-1 |
7. | Rene Moonen | 2152 | Rob Duijn | 2275 | 0-1 |
8. | Jan Veerman | 2128 | Marcel Canoy | 2209 | ½-½ |
9. | Boris Friesen | 2055 | Hicham Boulahfa | 2128 | 0-1 |
10. | Jan Vosselman | 2014 | Hugo Gorissen | 2064 | 1-0 |