‘Eindhoven 2 beats Zuid Limburg 3’ – niet dus
Het moet er dan toch maar van komen. Het verslag schrijven dat je eigenlijk niet wilt schrijven. Verkondigen dat het doek nu toch echt gevallen is. Vertellen hoe, en beschouwen waarom degradatie tot stand kwam.
DEGRADATIE.
Halverwege het seizoen, na vijf ronden vijfde in de stand en met de topfavorieten al achter de rug, keek ik nog naar boven. Maar de resterende vier wedstrijden gingen allemaal verloren. Stapje voor stapje zakten we op de ranglijst.
Nog bleek de achtste plaats ons eindstation, met slechts twee bordpunten tekort voor de zevende positie. De zevende plek zou veilig zijn, maar de achtste plek misschien niet. De vier slechtste nummers acht uit de derde klassen KNSB zouden immers ook degraderen. Op dat lijstje bleken we ook al op het randje te zijn beland. Of eigenlijk over het randje, want van die acht nummers acht waren wij vijfde, en dus behorend tot de vier slechtste. Drie bordpunten slechts maakten hier het verschil.
De laatste wedstrijd had ik aangekondigd met ‘Eindhoven 2 beats Zuid Limburg 3’. Het was de opdracht, maar ook een voorspelling gelet op het belang van de wedstrijd. Alleen een overwinning was een garantie voor handhaving, al zou een gelijkspel waarschijnlijk ook voldoende zijn geweest (dat bleek tenminste wel te kloppen, achteraf). Een kleine nederlaag had in theorie ook nog gekund. Maar de opdracht was ingegeven door optimisme: dat moest toch wel lukken? Of was het meer een bezwering? Een wanhopige poging het onafwendbare af te wenden door een toverformule uit te spreken, in de hoop dat het een selffulfilling prophecy zou blijken te zijn. En zat daar in deze wanhopige-hoop, met een beroep op het supra natuurlijke niet een bang vermoeden van wat uiteindelijk onvermijdelijk bleek te zijn?
En moeten we nu, een paar dagen na de wedstrijd, na het seizoen, misschien niet ook constateren dat het gewoon aan onszelf heeft gelegen. Dat we misschien (net) niet goed genoeg waren dit seizoen?
Kijk eens naar de statistieken. Van alle spelers wist alleen Frits meer dan 50% te scoren. Jacob haalde precies 50%, de rest bleef daaronder steken. Zij zijn ook de enigen met een TPR hoger dan hun eigen rating. Of wat te denken van dit gegeven: slechts 15 van de 72 partijen werden door een Eindhovenaar gewonnen. Ach, mijn punt is wel duidelijk, denk ik.
Is er dan helemaal niets positiefs over dit seizoen te melden?
Kijk, dat is nu het gekke. Het resultaat is dan teleurstellend, positief was het proces. Want in mijn beleving is het team hechter dan ooit geworden. Steeds meer betrokkenheid, steeds meer deelnemers aan een gezamenlijk etentje bij de Chinees. Gaan we volgend jaar ook vaker na uitwedstrijden eten, en misschien een keer iets anders? Ook steeds meer verslagen werden door anderen dan de teamleider geschreven. Ook goed voor de teamgeest, leuk voor de variatie.
De kortste samenvatting is dan ook: Leuk seizoen, pet resultaat.
De laatste wedstrijd dan.
Het begon allemaal positief. Jacob speelde een ultrakorte partij. En schreef een even kort verslag: Hij wit e4. Een soort Pirc met mijn Pc6 wat in de weg. Hij wat traag met ontwikkelen en ik al gauw de e_lijn opengebroken, waar de witte koning nog stond. Twee binnenvallende paarden klaarden de rest.
Hans van de H. was ook al snel klaar: Ook mijn partij tegen Ties Dupont was niet erg lang. Tegen de Nimzo probeerde ik de f3 variant. Ik kwam niet goed uit de opening. De pionnen op d4 en e4 zonder c en f pion waren erg kwetsbaar terwijl zwart actieve lopers had op b7 en d6. Een aanval op de witte koning dreigde. Zwart koos voor pionwinst op e4 die ik dacht te pareren met een schijnoffer op e6 waardoor ik twee pionnen en het stuk terugkreeg. Helaas ging vanwege de kwetsbare e-lijn een stuk verloren voor wit en kon ik opgeven.
Hans B. kwam daarna remise overeen met Ruud Lemmers. Zelf versloeg ik Ingrid Voigt, door mijn paard op f5 te zetten (daar kwam het op neer).
Tussenstand 2½ – 1½, waarmee we op de goede weg leken te zijn. Rudi had ik een tijdje geleden mooie aanvalskansen zien hebben, Frits stond wel moeilijk, Nico leek stand te houden, en Arjan stond minstens gelijk. Dacht ik. En misschien had ik ook wel gelijk, maar alle partijen schoten van links naar rechts.
Rudi’s aanvalskansen bleken van het niveau luchtkasteel en werden moeiteloos gepareerd door zijn tegenstander die de twee pluspionnen eenvoudig omzette in het volle punt. Frits daarentegen bleek helemaal niet zo slecht te staan, en had, tot zijn eigen verbazing, juist winstkansen. Die te grijpen vergde echter een gewaagde voortzetting. Bovendien zat Frits nog in overlevingsmodus en zonder advies van een weifelende teamleider koos hij voor een remise. Overigens ook onvermijdelijk aangezien voor de derde keer dezelfde stelling bereikt zou zijn. De 3 – 3 op het bord leek nog steeds kansrijk voor een gelijkspel, maar Nico, noch Arjan slaagde erin een score te noteren.
Nico was daar zeer teleurgesteld over. Hij leek een razend moeilijk pionneneindspel (hoe minder stukken, hoe moeilijker schaken lijkt te zijn) sterk te behandelen, maar juist toen hij de vis op het droge leek te hebben, draaide hij twee zetten om, waarna hij zelfs nog verloor. Zo leek het tenminste direct na de partij. Maar analyses achteraf lieten zien dat het allemaal niet zo eenduidig was: zei ik niet dat pionneneindspelen razend moeilijk zijn?
Slotfragment:
Arjans stelling was waarschijnlijk wel te houden, maar te passief spel liet toe dat zwart mogelijkheden kreeg die hij met beide handen aangreep. De slotmanoeuvre was alleszins knap gevonden, zoveel zag ik nog wel uit mijn ooghoek.
Daarmee werd het dus 3 – 5, en de achtste plek in klasse 3H. Een avondje turen op de smartphone, daarbij elke vijf minuten verversend leerde uiteindelijk dat we drie andere nummers acht achter ons hadden weten te laten. Een te weinig. Maar dat zal inmiddels duidelijk zijn.
Rest mij nog iedereen te bedanken: teamgenoten en invallers van wie Walter een eervolle vermelding verdient voor vijf invalbeurten, zelfs als hij aangaf liever over te willen slaan. Chauffeurs met een speciale vermelding voor Hans vd H die alle uitwedstrijden gereden heeft. Collega teamleiders en extern wedstrijdleider voor de zeer collegiale samenwerking.
Hans Ouwersloot