Verslag ronde 3

Eindhoven 2 veegt Helmond 1 van het bord

Een eclatante overwinning. Een geweldige zege. Een wederopstanding. In mijn hoofd lijkt het wel Pasen.
Meer dan twee jaar geleden boekte het tweede team zijn laatste overwinning. In het coronajaar gingen zes wedstrijden vaak kansloos verloren, voordat de voorzienigheid ingreep en de competitie werd stilgelegd. We kregen een jaar om onze wonden te likken. Maar de goede moed waarmee we de huidige competitie begonnen leek alweer gedoofd door twee zware nederlagen. De derde wedstrijd bracht ons aan het bord tegen het sterke Helmond dat gemiddeld meer dan 100 ratingpunten extra op tafel kon leggen.
Maar ziet wat daar gebeurt. Op het scoreformulier staan, omringd door louter remises, drie eentjes op het scoreformulier. Ze ogen als de paaltjes waarachter de Helmonders werden mat gezet. Een 5½ – 2½ overwinning!! De laatste plaats werd verlaten, niemand staat individueel meer op de hatelijke nul. En de teamleider was blij dat hij niet zijn ideetje ten uitvoer had gebracht om voor iedereen die een punt zou scoren het eten bij de Chinees te betalen.
Tijd om de schijnwerpers op de helden van de middag te werpen. Eerst laat ik de remisanten aan het woord, waarna we de schijnwerpers hun volle licht laten schijnen op de drie matchwinnaars van de dag.

Hans Bosscher speelde op bord 1. Zijn eigen woorden:
“Met zwart tegen Ruben Venis kreeg ik wel een solide stelling die echter een zware aanval van wit op de damevleugel moest doorstaan. M’n stille loper op h7 belette wit echter om met  torens via b1 binnen te dringen en speelde een sleutelrol bij de afruil van de zware stukken waardoor er juist een gunstig eindspel voor me ontstond met notabene m’n andere loper. Kortom, lopers om te zoenen. Ik stond zo goed dat ik remise kon afdwingen door eeuwig schaak maar wilde meer, hetgeen bijna fataal bleek doordat ik met m’n koning de fout maakte van d5 naar c4 te zetten in plaats van naar e4. Toen was het vechten om remise en dat lukte. Ik denk dat door wederzijdse onnauwkeurigheden  in deze lange partij dat een eerlijk resultaat is.”
Houd dat beeld even vast: Hans Bosscher zoent zijn lopers.

Bas Friesen speelde op bord 2 remise tegen Bart Dekker. Ik heb niets gezien van deze partij. Maar een remise tegen een 2100 spelers is een fantastisch resultaat. Dit is wat Bas erover zegt:
“Met wit mocht ik aantreden tegen Bart Dekker, een sterke speler, sinds jaar en dag de nummer twee van Helmond. Bij onze laatste ontmoeting ergens in de jaren 90 speelde Bart een wilde zijvariant in het koningsindisch die ik graag weer op het bord had gekregen en bovendien voor deze gelegenheid grondig had voorbereid. Helaas volgde Bart dit keer de hoofdvariant en verkoos hij op de elfde zet een tamme pionruil in het centrum boven het veel gebruikelijkere en scherpere b7-b5, waarna een tamelijk vlakke stelling resteerde. Nadat wit nog heel lang nadacht over kort of lang rocheren en zwart over de zet die hij gepaard liet gaan met een remiseaanbod, werd de vrede getekend.”

We schieten door naar bord 6, waar Nico Schellingerhout ook een speler met bijna 200 ratingpunten meer op remise hield. Kom er maar in Nico!
“Ik speelde met wit tegen Hugo Faber. Er ontspon zich een Franse partij, met een aanval voor zwart tegen mijn lange rochadestelling en een tegenaanval van mij met f4-f5 tegen het centrum. Het ging lang gelijk op, totdat ik na een onnauwkeurigheid wat minder kwam te staan. Zwart maakte er geen gebruik van en er kwam een fase van aanvallen, tegenaanvallen en afwikkelingen op het bord, waar we allebei twee keer flink misgrepen (we zullen de klok de schuld maar geven). Toen de stofwolken opgetrokken waren stond er een potremise op het bord, maar het had net zo goed 0-1 kunnen zijn.”
Ja, Nico, maar doe jezelf niet tekort: het had net zo goed 1-0 kunnen zijn!

Op bord 7 speelde ikzelf remise tegen Pim Blijlevens. Er past mij enige bescheidenheid, want Pim en ik hebben vrijwel dezelfde rating. Maar na twee nederlagen was ik blij een kleine bijdrage aan het teamresultaat, en een grote aan mijn zelfvertrouwen te kunnen leveren. De partij was niet interessant, al had Pim in de opening groot voordeel kunnen bereiken. Toen hij dat naliet vervlakte de strijd.

Rik van de Weij was op bord 8 als eerste klaar. Ook Rik doet zelf verslag:
“Iets later dan 12 uur konden we, Paul van Asseldonk en ik, starten met onze partij. Door de coronamaatregelen met vreselijk brede tafels was dit een kleine uitdaging, vooral voor mijn tegenstander die de langste niet is. Na een regelmatige Indische opening belandden we in een gelijke stelling, alwaar mijn tegenstander plotseling remise aanbood, en ik deze aannam. Misschien wel (te) vroeg, maar in deze omstandigheden had ik er niet heel veel zin in.”

Ja, die vreselijk brede tafels! Er werden nog wat grappen gemaakt over niet promoveren, maar ik heb zelden zoveel promoties gezien als deze dag. Let maar op! Dan komen we bij de echte helden van deze dag. Opnieuw in bordvolgorde.

Op bord 3 speelde Frits een puike partij, waarmee hij het team al vroeg op voorsprong zette. We laten de overwinnaar aan het woord:
“Mijn tegenstander (Johan Wuijts) had de pech een opening te spelen die ik zelf ook altijd met wit speel. Ik kon mooi van de gelegenheid gebruik maken om te kijken hoe hij de variant aanpakt die ik zelf het lastigst vind om tegen te spelen. Aan zijn tijdverbruik en lichaamshouding merkte ik dat hij ook geen goed antwoord had op deze variant. Hij belandde in een passieve stelling waarin het moeilijk was een plan te vinden. Mijn plan was wel eenvoudig. Na 27 zetten staakte hij de ongelijke strijd. Jammer! Heb ik nog geen antwoord op die lastige variant.”
Altijd bescheiden die Frits. Het was een walk-over, zoals het fragment laat zien. Johan zal beslist een nare middag gehad hebben.

Hans van de Hurk scoorde op bord 4 ook een vol punt, en is trouwens topscorer van het team. Wat vond Hans ervan:
“Ik speelde met wit tegen Gerard van de Kerkhof. In de opening had ik wat voordeel kunnen krijgen maar moest dan wel een dubbelschaak toestaan. Toen ik dit niet deed verloor ik een pion en kreeg er wel wat compensatie voor terug. Ontwikkelingsachterstand voor zwart en de actieve zwarte dame was niet echt gevaarlijk en kon zelfs worden opgejaagd. Met beide koningen nog in het midden moest zwart opletten dat ik zowel op de dame- als op de koningsvleugel (na Dxh2) niet met de zware stukken zou binnenvallen. Uiteindelijk lukte dat via de koningsvleugel. Er ontstond een soort van dynamisch evenwicht waarin zwart waarschijnlijk op remise had moeten spelen. Met nog een paar minuten op de klok miste ik eerst een kans op behoorlijk voordeel en even later nog een op groot voordeel alvorens zwart in remisestelling zijn dame weg blunderde.”
Laat ik er nog wat superlatieven ingooien, want als je het gezien hebt… Het was een bloedstollend spannende partij. Beide koningen waren in groot gevaar, maar zwart leek net iets meer kansen te hebben. Maar dan moet je wel lef hebben, en dat had de Helmonder blijkbaar niet. Hans counterde heel scherp, en dwong zo de damewinst af. Een heel knappe zege.

Maar alles, echt alles viel toch in het niet bij de partij die Jochem speelde op bord 5. We laten eerst de overwinnaar aan het woord:
“Op de achtste zet kreeg ik een keuze van mijn Helmondse tegenstander (Jerzy Cebula). Ofwel een pion offeren, ofwel een paard terugzetten naar de onderste rij. Dat werd dus een pionoffer. Op de twaalfde zet offerde ik nog een pion, maar dat was veel te optimistisch. Wonder boven wonder kreeg ik toch wat compensatie voor de pionnen. Genoeg? Nee, maar doorschaken natuurlijk. Ik won een pion terug en met een onaantastbare loper op f5 en verdubbelde torens op de c-lijn was het wonder boven wonder opeens toch weer interessant. Daarna bereidde ik Tc4 voor, een kwaliteits’offer’; het veld was gedekt maar wit kon de toren niet slaan. Ik maakte een pion buit en wit blunderde in tijdnood een stuk. Dat was zowaar niet eens genoeg, want wit had nog een idee. Nog wat meer materiaal in het vuur, uiteindelijk twee lopers tegen loper en dame. Het oprukken van de witte pionnen op de damevleugel onderschatte ik vreselijk en ik mocht mijn dame weer inleveren. Gelukkig had ik zelf wel spel gecreëerd met mijn eigen pionnen op de koningsvleugel. Wit kon deze gemakkelijk stoppen, maar negeerde dit enige laatste idee volkomen. Ik promoveerde eerst, daarna wit, maar de witte dame had geen lang leven: na een schaakje kon wit kiezen tussen mat gezet worden of een röntgenaanval toestaan waarop de dame verloren zou gaan. Een kwestie van “de op-één-na-laatste fout maken” dus.”

Ik zat vanmiddag in een boekje te lezen: Een open stelling en torens en lopers in de aanval: kat in het bakkie. Zo simpel was het misschien niet, maar het is precies de stelling van Jochem. Voor de twee pionnen die hij geofferd had kreeg hij drie open lijnen terug. De a, b en c-lijn. Het is me een raadsel waarom wit dan lang rocheerde. Alhoewel: Jochem beschikte ook over een batterij op de diagonaal h1-a8. De witte koning stond nergens veilig. Verder was het bloedstollend om te zien hoe Jochem het kwaliteitsoffer voorbereidde. Ik dacht dat het allang mogelijk was, maar Jochem bleef het maar voorbereiden, stond een keer op, ging weer zitten en speelde toen Tc4. A tempo antwoordde de Helmonder met Dd2, waarmee pion f4 zonder slag of stoot verloren ging. De buit was binnen dacht ik, toen Jochem, zij het niet op de meest overtuigende manier de witte dame veroverde en de materiaal verhouding D+L tegen 2L op het bord kreeg. Pionnetjes doen er dan niet meer toe toch? Waarom geeft hij niet op? Maar zoals Jochem al beschreef had die duivelse Cebula gezien dat die pionnetjes er heel wat toededen. Jochem moest zijn dame al geven om er één te neutraliseren maar een tweede ging ook promoveren. Alleen had dat onze man op een idee gebracht. Ook oprukken met die boertjes. De Helmonder was blijkbaar zo voldaan met zijn eigen manoeuvres dat hij die van de Eindhovenaar gelukkig onderschatte, en na in totaal drie promoties (twee van Jerzy, een van Jochem) opeens voor een voldongen feit werd geplaatst. Wat een partij!

Pfff.
Wat een opluchting. Wat een adrenaline. En wat een boost voor de rest van het seizoen. Ik heb er in een klap weer helemaal zin in!!

Hans Ouwersloot