Verslag ronde 6

ASV 7 – ESV 3       2½ – 5½

bord 1   Albert Coenen (1896) – Douwe Huijsmans (1729)

Albert Coenen speelde met wit op bord 1. De opening was aardig en ik kwam best goed te staan. Ik wist een kleine verzwakking te creëren in de pionnenstructuur van mijn tegenstander. Hij had een pion teruggeslagen op f6 met zijn g-pion en een dubbelpion op de f-lijn, maar hij had daarmee ook een open g-lijn. Ik besloot om kort te rokeren en dit was een heel slecht plan, omdat mijn tegenstander al zijn stukken op mijn koning richtte en ik kwam verloren te staan. Ik stond op een gegeven moment zelfs drie pionnen achter. Ik viel vervolgens met mijn zwartveldige loper zijn twee torens aan en hij loste dit op door met een van de aangevallen torens schaak te geven. Het enige wat hij nu nog hoefde te doen is de andere toren weg te zetten en daarmee de dubbele aanval op te lossen. Hij was in gedachten al met de volgende zet bezig en – tot mijn stomme verbazing – vergat hij eerst de toren weg te zetten. Ik pakte de ongedekte toren en had daarmee voldoende compensatie voor de drie pionnen die ik achter stond. Ik won.

bord 2    Horst Eder (1729)  –  Jan Toorman (1896)

Het commentaar van Jan Toorman, die met zwart speelde:
Over mijn partij kan ik kort zijn. Na de opening resulteerde een stelling waarin ik niets anders hoefde te doen dan een geïsoleerde dubbelpion langzaam maar zeker te omsingelen. Dat ik toch zoals gebruikelijk weer eens als laatste klaar was kwam door mijn tegenstander die tot het allerlaatste moment doorging met piekeren wat er nog te redden was. Tevergeefs gooide hij er in tijdnood nog een kwaliteit tegenaan wat het voor mij, met een zee van niet-nodige tijd, nog eenvoudiger maakte.

Bord 3    Arda Cayonlu (1924) – Bert Sigmund (1681)

Bord 4    Jan Vermeer (1730) – Loek van Rey (1931)

Bord 5     Jos Rensen (1839) – Ariën Hooimeijer (1687)

Bord 6     Theo Koeweiden (1702) – Thomas Jager (-)

Bord 7    Harald Verbraak (-)  –  Bram  Rouwenhorst (1771)

Harald gaf in een gelijke stelling een stuk weg en gaf een aantal zetten later op. Ik kan er nog bij vertellen, dat Harald de pech had, dat hij tegen de speler met de hoogste rating speelde.

Bord 8    Niels Kapteijns (1410)  –  Lennart van Houtert (-)

Mijn debuutwedstrijd voor ESV 3. We begonnen de wedstrijd redelijk gelijk op. Ik voerde met beide torens op de c-lijn druk uit op de pion, die hij niet meer kon verdedigen, waardoor ik een pion won. Hij probeerde een pion terug te winnen, maar door de koning schaak te zetten, meer pionnen van hem te winnen én zijn paard met zijn toren te pennen had ik al een grote voorsprong en gaf mijn tegenstander op.

Albert Coenen