Winst ondanks foutenfestival
We waren nog zó gewaarschuwd: op weg naar het kampioenschap moet je vooral ook juist van de zwakkeren winnen! Want vorig jaar deden we dat niet en toen degradeerden we zelfs nadat we eerst nog van de uiteindelijke nummers 1, 2 en 3 gewonnen hadden. Maar toch bleken we zaterdag nog steeds zo hardleers dat het een wonder is dat het niet helemaal mis is gelopen: 4½ – 3½ na eerst met ½ – 3½ achter te hebben gestaan!
Tevoren had ik nog gezegd dat gelet op het ratingverschil een overwinning met 6-2 een mogelijkheid was, als we maar “gewoon rustig ons eigen spelletje spelen”. Maar toen het eenmaal zover was werd al na een uurtje zichtbaar dat dat wel eens tegen zou kunnen vallen.
Alleen Bas (bord 3) speelde zijn betrouwbare regelmatige spelletje zoals we dat van hem gewend zijn, en ik vond hem zelfs lange tijd iets beter staan tot er niet meer dan remise in bleek te zitten.
Rien (bord 7) en Albert (bord 8), samen goed voor een ELO-overwicht van maar liefst 247 punten kwamen ook totaal niet daarbij passend uit de startblokken. Albert nog wel een beetje: zwarts fianchettoloper werd geruild, maar tot een verdere aanval kwam het niet. En toen er veel meer geruild was zat hij opgescheept met te ver opgerukte kwetsbare pionnen waarna het eindspel gestaag de verkeerde kant uitging. Rien zijn partij begreep ik nog minder: supersnel onnodige dameruil waarna hij tot het einde tevergeefs moest piekeren om geen pionnen te verliezen.
Zelfs Hans B. (bord 1), doorgaans de betrouwbaarheid zelve deed dit keer iets onnauwkeurigs waardoor hij langs afgronden moest om de nul te ontlopen. Net toen hij een sluitend goed plan had bedacht viel zijn vlag.
De vier overgeblevenen moesten toen maar winnen. En dat deden ze! Maar vraag niet te gedetailleerd hoe. Alleen Hans v.d. H. (bord 2) won helemaal regelmatig op eigen kracht: vanaf de eerste zet op de vijandelijke koning (of koningin? want zijn tegenstander was een dame!) af en druk houden, ook al zat er tenslotte niet meer dan pionwinst in. Maar het volgende eindspel wist hij wel mooi te verzilveren.
Maar Jochem won toch ook mooi? Misschien, maar ik hoorde zijn tegenstander zeggen dat die eerst geheel onnodig een kwaliteit had weggegeven. Of dit objectief waar is weet ik natuurlijk niet. Maar zelf heb ik wel eens een partij niet kunnen winnen met een kwaliteit meer, dus het blijft knap van Jochem.
Ook Hans O. (bord 5) won, gewoon omdat hij slimmer tructe na langs diepe afgronden te zijn geslopen. Hij schrijft zelf: “Omdat ik een beetje dom speelde in de opening kwam ik in een stellingtype dat ik niet goed ken. Niettemin kreeg ik een prettige stelling, maar werd volledig verrast door een zeer sterk paardoffer. Tom koos echter niet de meest kansrijke voortzetting zodat ik de kans kreeg me schrap te zetten. Dat soort spel ligt me wel. Ik verdedigde me tot het uiterste, op het scherpst van de snede, en probeerde ondertussen tegenkansen te creëren. En toen Tom zich één keer vergiste kon ik toeslaan en zette hem mat op de onderste rij. Oh, dat was lekker.”
Eigenlijk won ikzelf (bord 6) op een enigszins vergelijkbare manier, dus ietwat onterecht. (Misschien had ik me af moeten melden, want “ze” zeggen dat tweemaal narcose slechts vier dagen tevoren nog wat nawerkt op je energie en helderheid. Maar ja, ik schaak graag, en dus kroop het bloed weer eens waar het niet gaan kan, net als op dinsdagavond trouwens..) Ik had niets bereikt in de opening en kwam zelfs in het nadeel toen ik iets te laat wakker schoot en ontdekte dat een tot e3 opgerukte pion niet teruggepakt mocht worden op straffe van een dodelijke penning, terwijl ik nog niet zag hoe ik dat later alsnog zou kunnen verhelpen. Het uitbroeden van deze slimmigheid had mijn tegenstander echter zoveel tijd gekost dat we (vooral hij) rapidspelend (twintig zetten in twintig minuten) verder moesten. Daarbij ging die rotpion er plotseling alsnog af, en toen alle stofwolken bij zet veertig weg waren stond er in een zware-stukken-eindspel met ongelijke lopers. Mijn loper super actief op d5 terwijl zijn loper op d8 niet meer deed dan zijn collega`s in de weg staan. Beide spelers dachten dat het om een winststelling voor mij ging, en dat gebeurde ook achter elkaar, maar helaas voor de objectieve toeschouwer: Fritz zag achteraf genoeg remisekansen. Maar toen was het al te laat, en was Eindhoven 2 alweer een stap gevorderd op weg naar het kampioenschap.
Tenminste als we hiervan toch wat geleerd hebben…
Jan Toorman
Ronde: Ronde 5
Eindhoven 2 |
De Vughtse Toren |
||||
---|---|---|---|---|---|
Bosscher , J.K. (Hans) | 2015 | Viering , M.L.W.M. (Marc) | 1890 | z-w | 0 – 1 |
Hurk van den, J.P.A.M. (Hans) | 1969 | Getmanchuk , E. (Evelina) | 1913 | w-z | 1 – 0 |
Friesen , B. (Bas) | 1965 | Cruysen van der, G.C.G.M. (Geert) | 1808 | z-w | ½ – ½ |
Berndsen , J.F. (Jochem) | 1919 | Evert van, H. (Henk) | 1859 | w-z | 1 – 0 |
Ouwersloot , J. (Hans) | 1905 | Fürstenberg , M.T. (Tom) | 1781 | z-w | 1 – 0 |
Toorman , J. (Jan) | 1922 | Viering , W.A.L. (Wim) | 1842 | w-z | 1 – 0 |
Böck de, R. (Rien) | 1886 | Heuvel van den, T. (Tonnie) | 1793 | z-w | 0 – 1 |
Coenen , A.P. (Albert) | 1814 | Akkermans , G.E.A.M. (Frits) | 1660 | w-z | 0 – 1 |
Gemiddelde Rating: | 1924 | Gemiddelde Rating: | 1818 | 4½-3½ |