Eindelijk succes voor ons tweede!
Om maar eens met het slot te beginnen: we hebben gewonnen! En dik ook: 6-2. Alleen ik verloor en werd bestraft met het dan maar schrijven van een verslag daarover. Dat is natuurlijk bijna een beloning: niets is immers fijner dan steeds opnieuw steeds stralender snoetjes van eigenlijk alle teamgenoten te mogen aanschouwen. Want al een half uur na het startsein kreeg ik een goed gevoel: hier en daar al wat betere standen en niemand die in de opening voor een onaangename verrassing was gesteld. Jammer genoeg misten wij Robert, maar daar stond tegenover dat onze tegenstanders het zonder twee van hun toppers moesten proberen.
Ik denk dat de mooiste partij aan onze kant werd afgeleverd door Hans(B) die kans zag eerst een toren op d7 te krijgen die een paard hielp die op f7 binnenkwam. Toen er ook nog een toren op g7 arriveerde was het echt uit. En dat aan het eerste bord! Jan V. aan het tweede bord had al gauw een klein positioneel voordeeltje dat hij heel langzaam uitbouwde naar een eindspel met T+L , en een pionnetje meer , tegen T+P. Heel nauwkeurig schoof hij dit naar winst. Ikzelf (bord 3) had vanaf het begin ook een wat betere stand, maar toen ik dit trachtte uit te bouwen tot iets groots overzag ik een tussenzet waarna afwikkeling geforceerd kon worden naar een toreneindspel dat ik, teleurgesteld, zelfs nog wist te verzieken.
Aan bord 4 speelde Bas zijn vertrouwde degelijke partijtje, maar dit keer al gauw met een pluspion op c4 waarvan ik dacht dat hij die misschien nog kon houden ook, dan wel ondertussen andere voordeeltjes binnenhalend. Maar toen dat net niet doorging was een gemakkelijke remise een feit.
Ook Hans(vdH) speelde een rustige partij waarin het evenwicht nooit verbroken werd en remise, mede door de steeds gunstiger standen op de overige borden, vlot werd overeengekomen.
Jeroen kwam, met zwart, al gauw in een zeer gelijk ogende stand terecht. Maar heel langzaam kwam hij toch wat beter te staan tot hij in een toreneindspel, met elk twee pionnen, een gedekte vrijpion kon creëren die meteen ook onhoudbaar bleek.
Ook Frits speelde een mooie partij: zoals hij zijn tegenstander meteen al een pion liet winnen in de opening in ruil voor totale verlamming van diens ontwikkelingsmogelijkheden was een lust voor het oog. Jammer dat ik niet gezien heb hoe Frits dit karwei klaarde want toen ik later weer keek had hij het punt al binnen.
Veruit het langst was Philippe bezig. Het betrof dan ook een lange-termijn-partij, waarin de zwarte koning, na dameruil, brutaal oprukte tussen de witte torens door om op d5 en even later op e6 twee pionnen te helpen consumeren. Hij bleef goed opletten tot zijn tegenstander eindelijk zijn laatste grap had uitgeprobeerd.
Het onverwacht grote resultaat was binnen: 6-2, waarmee we in één keer al uit de gevarenzone lijken te zijn.
Jan Toorman
De Drie Torens | 1886 | Eindhoven 2 | 2003 | 2 | 6 | |
1. | Wilbert Kocken | 2114 | Hans Bosscher | 2032 | 0 | 1 |
2. | Joost van den Bighelaar | 1931 | Jan Vosselman | 2075 | 0 | 1 |
3. | Huub Leemans | 1981 | Jan Toorman | 2043 | 1 | 0 |
4. | Bert-Jan Panjoel | 1944 | Bas Friesen | 1941 | ½ | ½ |
5. | Arnoud Jansen | 1964 | Hans van den Hurk | 1987 | ½ | ½ |
6. | Maarten Werkhoven | 1697 | Jeroen van de Put | 2041 | 0 | 1 |
7. | Hans Moors | 1846 | Frits Schalij | 1986 | 0 | 1 |
8. | Tommie van Moorsel | 1614 | Philippe Blankert | 1919 | 0 | 1 |