Na de overwinning vorige ronde op koploper Dordrecht stond Eindhoven 2 in de een na laatste competitieronde de nummer twee te wachten: DSC Delft 3. Om kwart over een was het team compleet, hieronder het verslag van de gebeurtenissen.
Robert speelde een ondernemende partij en had al vrij vroeg de a-, b-, c- en d-pion op de vierde rij. Zijn tegenstander zocht tegenspel op de koningsvleugel, maar de aanval sloeg niet door. Robert nam het over en leek gewonnen te staan. Helaas overzag hij een listigheid en verloor hij groot materiaal.
Hans Bosscher speelde een Franse partij. Wit koos voor de doorschuifvariant, waarbij de loper op c1 de naam heeft slecht te zijn en de centrumpionnen goed moet verdedigen. Dat deed wit ook, maar de prijs bleek te hoog. Doordat wit de damevleugel te snel opende met b2-b4 verkreeg zwart uitstekende aanvalskansen, waar vooral de geïsoleerde pion op a3 het moest ontgelden. De arme slechte loper kon alleen maar wandelen tussen de velden c1, b2 en a1. Toen, na opmars van zwarte pionnen op de damevleugel de witte a3-pion vervangen werd door een zwarte, ontstond de volgende curieuze stelling:
Het is duidelijk, wit is in zetdwang en kan slechts materiaal verliezen: d4 en e5 gaan verloren. In wanhoop speelde wit 44.Lc3. Na 44…Lxc3 volgde 45. Txa3 Lxd4 en wit gaf op.
Jan Vosselman kreeg een merkwaardige Leningrader voorgeschoteld. Hij gaf in een goede stelling pardoes een pion op d3 (!) weg. Daarna was, mede door de stijl van spelen van zwart, remise het hoogst haalbare. Dat werd na 50 zetten ingezien.
Hans van den Hurk offerde in het Russisch een pionnetje voor snelle ontwikkeling. De verleiding was groot om vervolgens een kwaliteit te offeren op e3 in een poging de witte koning naar de keel te vliegen. Het offer gaf zeker praktische kansen, maar zijn tegenstander vond een weg naar een veilig onderkomen. Het materiaal werd niet meer teruggezien.
Bas had vroeg de overhand en had een kwaliteit extra tegen een pion en wikkelde af naar een eindspel. Daar bleek dat de zwarte lopers sterk waren en dat de witte vrijpion niet verder kon komen met remise als resultaat.
Jan Toorman: Vanuit de opening kreeg ik mijn vrouwelijke tegenstander-met-veel-hogere-rating al snel sterk onder druk: het gevoel dat ik wel eens zou kunnen winnen had ik al na 10 zetten. Ik dacht haar op den duur op de damevleugel te kunnen pletten nadat ik zowel haar korte als lange rokade onmogelijk had kunnen maken. De stelling bleef echter behoorlijk gesloten om daar snel van te kunnen profiteren. Terwijl ik alles op de damevelugel richtte en dacht dat er aan de andere kant niks mogelijk was volgde daar plotseling een pionoffer waarna ondanks damereruil tot mijn ultieme verrassing een bliksemsnelle mataanval met twee torens mogelijk was.
Frits’ tegenstander speelde een moderne opening 1.e4 g6 erg agressief met f5. Na de partij vertelde hij dat wel vaker doet met succes. Na deze partij is hij daar misschien toch van genezen. Frits wikkelde vanuit de opening af naar een erg gunstig eindspel, maar gebruikte hiervoor wel erg veel tijd. Toen het punt geïncasseerd moest gaan worden verdampte door een onnauwkeurigheid het voordeel. In hevige tijdnood van beide kanten werd het punt gedeeld.
Ikzelf bereikte vanuit een Bogo-Indische opening een soort Konings-Indische stelling zonder zwartveldige lopers. Wit had daarbij nauwelijks tegenspel op de damevleugel en na het openen van de g-lijn kreeg ik een goede stelling. In aanloop naar de veertigste zet vervlakte de zwarte aanval en barstte er een tactisch spel los waarin ineens wit allerlei kansen kreeg. Op het einde nog een leuke stelling:
Zwart speel 47…Lb7, een multifunctionele zet waarbij de zevende rij wordt geblokkeerd, de witte dame wordt aangevallen en bovendien veld b6 vrijkomt voor de dame, wat in sommige gevallen tot torenwinst leidt. Nu kan 48.Dd3 niet vanwege 48…Db6+ met torenwinst, omdat na 49.Dd4+ Dxd4 50.Txd4 Tc1+ 51.Kf2 Tb2+ 52.Kf3 Tf1# is. De beste poging voor wit is dus 48.Txb7 Txc2 49.Txb5, waarna het niet zo duidelijk is hoe zwart verder komt. In de partij speelde wit 48.Lxb7 en na 48…Txc2 liep zwart uit het schaak.
DSC Delft 3 | 2056 | Eindhoven 2 | 2014 | 4½ | 3½ | |
1. | Pieter Buzing | 2113 | Robert Klomp | 2081 | 1 | 0 |
2. | Onno Verbaken | 2099 | Hans Bosscher | 2068 | 0 | 1 |
3. | Roland ten Have | 2018 | Jan Vosselman | 2058 | ½ | ½ |
4. | Lucien van de Lisdonk | 2037 | Hans van den Hurk | 2018 | 1 | 0 |
5. | Hans Stam | 2072 | Bas Friesen | 1966 | ½ | ½ |
6. | Pauline van Nies | 2112 | Jan Toorman | 1969 | 1 | 0 |
7. | Ivar de Hoogt | 1950 | Frits Schalij | 1971 | ½ | ½ |
8. | Jaap Flohil | 2050 | Jeroen van de Put | 1978 | 0 | 1 |
Pingback: Uitslagen zes april | Eindhovense Schaakvereniging