Verslag ronde 3

Verdiend gewonnen

In de 3e ronde van de NBSB competitie moest er na het tegenvallende vorige resultaat weer eens gewonnen worden. Maar dat stond ondanks het ratingverschil niet bij voorbaat vast: de vorige ontmoeting was bij een vergelijkbaar ratingverschil zelfs door ons verloren! Maar dit keer ging het zonder grote verrassingen vanaf het begin gestaag de goede kant op.

Laat ik maar met mezelf beginnen, want ik was het eerst klaar: een plotsklapse nul! Dat had ik niet verwacht, want mijn tegenstander ging er weliswaar zo hard mogelijk tegenaan, en ik ging daar helemaal in mee, en dacht hem omstreeks de 30e zet meer te pakken te hebben dan hij mij. Fritz was het ook meer met mij eens dan met Jasper van Dalen. Maar ik moest hierbij nog wel leren dat schaken niet alleen het enige spel is waarin je elkaar te grazen mag nemen, maar dat het ook is toegestaan “stiekum” te denken in de tijd van de tegenstander en daarbij vlot spelen zodat die tegenstander te weinig tijd krijgt om hetzelfde op jouw klok te doen. Resultaat: nog 10 zetten moeten doen in 2 minuten, met op de andere klok nog drie kwartier…… Ondanks het increment redde ik dat niet: in gewonnen stand moest ik iets verzinnen in de volgende heksenketel:

Maar gelukkig zat er de rest van de middag bij de anderen niets tegen en hier en daar zelfs iets mee.

Bas (bord2) speelde een lastige maar gelijk opgaande partij tegen een minoriteitsaanval waarop hij alert kon reageren. Dit resulteerde in een toreneindspel nog steeds met perfect evenwicht: elk drie pionnen op f,g en h.

Hans (bord 3) wilde graag op de koning af  en overwoog lange tijd een paardoffer op f7. Terecht zag hij hier uiteindelijk vanaf om vervolgens ten koste van een damevleugel-pion zijn zwakke loper tegen het vijandelijke paard te ruilen. Met alle zware stukken oprukkend op de koningsvleugel kon hij tenslotte plotseling mat geven in een stelling die objectief ongeveer in evenwicht was.

De overwinning van Jeroen (bord1) beschrijft hijzelf als volgt: “In de Siciliaanse Kan variant kreeg wit wat meer ruimte en speelde zwart een structuur met d6 en e6. Om te voorkomen dat pion d6 een aanvalsdoel zou worden probeerde zwart tijdig d6-d5 te spelen. Helaas waren er allerlei details in de stelling waardoor d6-d5 in alle varianten nadelen had. Wit kon daardoor afwikkelen naar een gewonnen eindspel. Met weinig tijd op de klok miste mijn tegenstander nog een remisepoging, koos voor de volle aanval en verloor daardoor een stuk.”

Jochem (bord 5) had ondertussen remise bereikt ondanks een griepje maar mede dankzij Paracetamol. Ondanks vroege dameruil gebeurde er omstreeks de 15e zet opeens toch heel veel: ondanks 20 minuten (niet helder) denken blunder met stukverlies, maar vervolgens geen stukverlies omdat zijn tegenstander slechts Jochems pokerface ontwaarde. Even later werd een toren geofferd voor stuk plus twee pionnen, met uiteindelijk een toren op de 7e rij met a,b en c-pion nog wel op het bord maar aan de andere kant een “kale” koning. Uiterst moeilijk evenwicht met onzeker plusje zodat Jochem koos voor eeuwig schaak met  T+P. Verstandig met zo`n hoofd in een team dat er verder zo goed voorstond.

Want ook Walter ging op winst af, nadat zijn tegenstander al na 12 zetten in gelijkwaardige stelling remise had aangeboden. Gemotiveerd ging Walter door en counterde nadat hij even goed had moeten opletten toen de vijandelijke D+T op zijn koning afkwamen en vervolgens hun hoogstnoodzakelijke terugtocht te gemakkelijk opnamen: plotseling stukwinst of mat achter de paaltjes.

Onopvallend en degelijk spelend was invaller Loet een pion voorgekomen in een dame-eindspel met nog een bord vol pionnen. Dameruil zat er niet in, evenmin als verder oprukken: een plusremise.

Als laatste was Albert nog bezig in een stelling die soms niet om aan te zien zo spannend: een onhandigheidje in de opening resulteerde in een moeizaam verdedigbare tripelpion. Op zich misschien niet eens slecht tegen een tegenstander met ruim 100 ELO-punten meer. Vooral ook omdat hij zich steeds beter verdedigde in een eindspel waarvan ik dacht dat een grootmeester zowel met wit als met zwart die zou hebben gewonnen: elk 4(!) geïsoleerde(!) pionnen met Albert L+P en zijn opponent L+L. Zowaar: Albert redde zich ruimschoots en won bijna nog. Er kwam een stelling op het bord waarvan elke “kenner” onmiddellijk zou roepen: “Remise, want randpion plus “verkeerde” loper levert hooguit pat op h8 op!” Maar onderweg naar huis zei Walter opeens: Misschien toch winst gemist door Albert: er staat nog een pion op g7 en misschien kan zo gezorgd worden dat de koning h8 niet bereikt. Thuis heb ik het bekeken. Zie leerzaam diagram en analyseer zelf hoe nauwkeurig zwart moet spelen na 1.Lg6 om op de goede manier op het juiste moment zijn g-pion moet offeren om het vege lijf te redden.
(Lees ook het bericht ‘Bij de teamtraining’, red.)

Zo kwamen we thuis met vijf gemiddeld ruim verdiende bordpunten!

Jan Toorman

EGS 1

Eindhoven 2

Kools , T. (Thomas) 2071 Put van de, J.W.P. (Jeroen) 2041 0 – 1
Huygevoort van, B.F.A.J. (Bram) 2065 Friesen , B. (Bas) 1965 ½ – ½
Verhoeven , R. (Robin) 1839 Hurk van den, J.P.A.M. (Hans) 1965 0 – 1
Dalen van, J. (Jasper) 1816 Toorman , J. (Jan) 1920 1 – 0
Lanen van, A. (Alex) 1879 Berndsen , J.F. (Jochem) 1936 ½ – ½
Beek van, A. (Ard) 1849 Anema , W.J. (Walter) 1934 0 – 1
Loy van, H.G.M. (Rick) 1942 Coenen , A.P. (Albert) 1816 ½ – ½
Plasmans , B.L.P.A. (Bart) 1646 Versfeld , L.R.G. (Loet) 1874 ½ – ½
Gemiddelde Rating: 1888 Gemiddelde Rating: 1931 3-5