Als er niks meer lukt , en het einde nadert….
Wat er met onze club aan de hand was afgelopen zaterdag? Inspiratieloos? Timide? Zelfgenoegzaam? Uitgeput snakkend naar de laatste gong in dit schaakseizoen?
Wie zal het zeggen in een week waarin het kampioenschap van Eindhoven 1 gelukkig al vast stond en dat van Feyenoord (om maar eens een willekeurige andere sport te noemen) nog niet, want anders waren er vast nog gekkere dingen gebeurd! “Derby’s” zijn niet alleen bij het voetbal beladen: tegen Helmond wist Eindhoven 1 dit jaar niet te winnen, en tegen WLC gingen ze nu zelfs echt onderuit. Daarbij biedt het toch-kampioen-worden evenveel troost als stof tot nadenken.
Maar Eindhoven 2 (want daarvan heb ik gelukkig meer verstand) heeft nog veel meer reden tot zelfreflectie: in het begin van het seizoen maar nipt gewonnen van
Eindhoven 3, dat gelijk speelde tegen de latere kampioen waar Eindhoven 2 dik van verloor, en ook meer punten scoorde tegen Checkmate dan het tweede team…..Het 2e team lijkt wel nauwelijks beter dan het zojuist gedegradeerde 3e, maar had in het begin van het seizoen nog kampioensdromen… Na bovenstaande inleiding durf ik te verklaren dat het 2e geheel volgens verwachting terecht zijn laatste wedstrijd verloren heeft: Eindhoven 2 – Checkmate 1 3 – 5
Eindresultaat: 3e plaats in de NBSB-Promotieklasse
Hoe kon dat gebeuren? Gewoon: lees nog maar eens wat boven dit stukje gedrukt staat! Ad aan bord 8 met een score tot nu toe van 5 uit 8 blunderde al na een paar zetten zomaar een stuk plus nog een pion weg. Daarna gebeurde er lange tijd niet veel duidelijks aan de andere borden hoewel het totaalbeeld in mijn ogen een lichte plus liet zien. Jochem (dit seizoen nu 5 uit 8) kwam er dit keer niet doorheen en remiseerde, evenals Rik (3,5 uit 8). Hans B, onze trouwe keeper op het eerste bord (3,5 uit 7) hield ook dit keer stand onder langdurige druk: in het eindspel met ieder T+P moest hij 4 geïsoleerde pionnen verdedigen, en daarbij klopte alles precies. Ook Jeroen lukte het niet om te winnen in een aanvankelijk zeer veelbelovende stelling: een objectief gewonnen paard-eindspel met een pion meer ging zelfs bijna nog verloren door één spreekwoordelijk moment van onoplettendheid. De enige winstpartij kwam van Bas, al seizoenenlang onze rotsvaste remisekoning, maar in de vorige ronde ook al gewonnen doordat hij de tegenstander door de klok joeg, en misschien daardoor zo geïnspireerd dat hijzelf nu nog 10 zetten in 1 minuut moest doen, wat met een toren meer nog lukte ook. Je zou misschien denken: allemaal saaie remisepartijen, maar het tegendeel is waar: een spectaculaire koningsaanval weten op te vangen en ondertussen zelf de damevleugel plunderen… Zo scoorde Bas dit seizoen 5,5 uit 9!
Om uiteindelijk met 5-3 ten onder te kunnen gaan waren er tenslotte nog twee verliespartijen nodig. Daarvoor zorgden Hans vd H en ondergetekende. Beiden onderstreepten met een nul hun zeer slecht verlopen seizoen: 2,5 uit 8. Van mijzelf moet dit zelfs het slechtst verlopen seizoen zijn na 35 jaar in ons tweede ! Hans beschreef dit als volgt: “Ik speelde met d5 nog wel een interessant pionoffer, maar liet te veel kansen liggen, en verloor vervolgens zelfs onnodig een stuk. Het werd op zet 39 met nog 14 seconden op de klok nog wel even spannend toe mijn tegenstander een onreglementaire zet deed. Na klok stil en terugzetten leverde dat wel een stuk op, maar met nog 2 pionnen achter mocht dat niet meer baten.”
Ikzelf was nog als laatste bezig (na een c4-opening waarin mijn tegenstander een vol uur uit had getrokken voor zijn eerste 12 zetten!) in een toreneindspel dat ik eerst als iets beter inschatte, maar wat er steeds slechter uitzag tot het totaal verloren was.
Rest mij slechts na de filosoferende inleiding dit verhaal ook maar filosoferend af te sluiten. De vraag waarmee ik blijf zitten is: zou het waar zijn dat de afstand tussen kampioen worden en degraderen zó klein is, zeker bij achttallen, dat “we” (ik bedoel alle teams) steeds slechts bij toeval in een hogere of lagere klasse terecht komen? En dat we onszelf geweldig vinden als we eerste worden maar steeds slechts door botte pech denken te kunnen degraderen? Vorig jaar herinner ik me dat we, als er maar iemand 1x in een cruciale wedstrijd een halfje meer had gescoord zowel het eerste als het tweede niet gedegradeerd zouden zijn. En het tweede had van het derde natuurlijk moeten verliezen (en dan nu niet hoeven te degraderen), enz. enz.
Nog steeds weet ik niet of schaken een sport of een geluksspel is, en ik begin te berusten in mijn onwetendheid. Hoewel: volgend seizoen beter spelen is toch wel het minste om daartegen te proberen……
Jan Toorman
Eindhoven 2 | 1941 | Checkmate 1 | 1881 | 3 | 5 | |
1. | Hans Bosscher | 2035 | Dirk Bergmans | 2070 | ½ | ½ |
2. | Jochem Berndsen | 1935 | Eric Schouten | 1968 | ½ | ½ |
3. | Bas Friesen | 1947 | Raymond Briels | 1957 | 1 | 0 |
4. | Hans van den Hurk | 1963 | Marc Cluyts | 1897 | 0 | 1 |
5. | Jan Toorman | 1947 | Raimund van Alphen | 1972 | 0 | 1 |
6. | Jeroen van de Put | 2036 | Jimmy Geboers | 1838 | ½ | ½ |
7. | Rik van der Weij | 1832 | Mat Hornix | 1739 | ½ | ½ |
8. | Ad van Rijsewijk | 1835 | Michel van de Klundert | 1610 | 0 | 1 |