Zuid Limburg 5 – ESV 4
Uit tegen een medekoploper (niet mede met ons, maar mede met Vianen/DVP 2; wij stonden bij aanvang van deze ronde onderaan, red.) in het verre Zuid-Limburg te weten in Klimmen. Onze locatie in een café bovenop een berg, voor Nederlandse begrippen dan. Drie partijen waren al geëindigd voor ik daar zelf erg in had. De volgorde is mij niet bekend, daarom begin ik aflopend per bord.
Op bord 5 speelde Ron een partij tegen een tegenstander die veel te laat doorkreeg dat Rons aanval op zijn stelling gevaarlijk was en uiteindelijk tot (bijna) mat leidde. 0-1
Ron: was inderdaad als eerste klaar. Hij had langer in de auto gezeten dan achter het bord (en we moesten nog terug..) In 1815 hadden we Limburg aan Pruisen kunnen geven, In 1830 en zelfs nog in 1918 wilden de Belgen het wel hebben. Omdat wij al deze kansen hebben laten liggen, moesten wij nu bijna honderd kilometer verderop om een potje te gaan schaken in de één na laagste klasse van de onderbond. Maar je hoort mij niet klagen. Het was nu zaak om zelf geen kansen te laten liggen:
Op bord 6 speelde Nirupa met zwart remise. ½ – 1½
Op bord 8 won Wu-Ji Kao met zwart. Hiermee heeft hij bij ons een 100% score ! ½ – 2½
Op bord 4 speelde ik zelf met zwart. Ik kwam redelijk uit de opening, maar zette op mijn 16e zet niet eerst een paard op f5, maar Te8. Na pion f5 van wit kon dat niet meer en kwam ik gedrukt te staan. Wit profiteerde daar niet echt van en ik kon met een open e-lijn met verdubbelde torens en een paard op e4 onder de druk uitkomen. Wit offerde twee pionnen om gaten in mijn stelling te krijgen, maar die waren niet beslissend. Wel beslissend was dat ik na een afruil van mijn dame tegen twee torens over het hoofd zag dat mijn tegenstander schaak kon geven met aanval op mijn toren (die voorheen nog gedekt was). 1½ – 2½
Vrij snel daarna won Elysia in een partij die ze mooi opbouwde. Haar tegenstander vroeg mij na afloop welke rating zij had. Rond de 1600 was mijn antwoord, wat hem verbaasde. Zelf rond 1800 en als commentaar dat zij haar stukken goed opstelde en geen fout maakte en hij feitelijk overspeeld was. 1½ – 3½
Op bord 2 speelde Albert. Bij deze zijn verslag:
Ik speelde met zwart tegen een zeer sterke jeugdspeler met een vergelijkbare rating als ik zelf heb. Bij jeugdspelers is het verstandig om er dan 100 punten bij op te tellen, dan heb je – zo ongeveer – de juiste sterkte en dat liet deze jeugdspeler ook zien!
Matei Govoreanu (is dat een Roemeense naam?) opende met 1.e4; dat doen nagenoeg alle jeugdspelers, dus dat was geen verrassing. Hij speelde een nogal ongebruikelijke openingsvariant met zeer grote snelheid. Dit betekent, dat hij zich op mij heeft voorbereid of dat er bij Voerendaal nog iemand anders is, die dezelfde verdediging speelt. Ik denk zelf dat het eerste het geval is.
Ik speelde de opening goed en wist gelijk spel te behalen. Matei trok vervolgens met dame, paard en loper ten aanval tegen mijn koning. Zijn aanval sloeg niet door en ik kwam gewonnen te staan. Ik speelde vervolgens een pionvork om winst te bereiken en dat leek een goed plan. Fritz 17 vond dat wat minder en mijn voordeel kelderde van -1.00 naar -0.50. Vervolgens maakte ik een blunder en i.p.v. twee stukken te winnen tegen een toren, kwam ik in een verloren stelling terecht met twee pionnen minder. Eén pion kon ik onmiddellijk terug winnen, maar volgens Fritz stond ik nog steeds duidelijk verloren. Ik heb vervolgens mijn rug gerecht en met een zeer actieve toren wist ik de andere pion ook terug te winnen. Fritz vond de stelling overigens nog steeds beter voor mijn tegenstander. Het einde was zeer grappig met twee promoverende pionnen en ik had daarnaast nog mijn a-pion. Deze stelling is theoretisch remise. Ik heb nog vijftien zetten geprobeerd, maar het werd toch remise. 2 – 4 en tenminste een matchpunt.
Op dat moment waren alleen Hanz Martin op bord 1 en Flip op bord 7 nog bezig.
Hanz Martin stond in punten gelijk met beiden vier pionnen die aangesloten vast stonden en Hanz Martin een loper en zijn tegenstander een paard. Alle pionnen van de tegenstander stonden op de andere kleur en zijn koning stond beter. Langzaam maar zeker werd Hanz Martin naar achteren gedrongen en hij verloor een pion en daarmee de partij. 3 – 4
Flip speelde met wit. Hij had twee pluspionnen die vrij ver waren opgerukt, maar wel een stuk minder. Een stuk verder waren zijn stukken afgeruild en had hij nog twee pluspionnen tegen een paard. Helaas wist Flip niet de goede voortzetting te vinden en werd het 4 -4
Al met al een goed resultaat, maar bij 2 – 4 hadden we toch wel hoop op de winst.
Ewout Snoeck