ESV 3 – de Vughtse Toren 1
Tja, in de 3e ronde moesten de 2 teams tegen elkaar, die gemiddeld de hoogste ratings van de 1e klasse B hebben, namelijk de Vughtse Toren 1 (1835) en ESV 3 (1806).
De Vughtse Toren heeft o.a. de broers Viering (Marc en Wim) en zij bleken op bord 2 en bord 4 te zitten met als tegenstanders Harry Steures en Walter Anema.
Op bord 3 speelde Albert met zwart tegen de Russische Evelina Getmanchuk overigens net als 3 jaar geleden. Toen miste hij een winstkans door eeuwig schaak toe te staan, doch deze keer ging het anders. Het evenwicht werd niet doorbroken. Albert dacht door een torenoffer een pion te winnen, maar werd verrast door een torenoffer van Evelina. Beide torenoffers werden geweigerd, maar een 2e torenoffer van Evelina kon niet worden geweigerd, waardoor een gelijke stelling werd bereikt. Toen werd er dus tot remise besloten.
Dennis (7,z) kwam mij vertellen, dat zijn partij ook in remise was geëindigd door zetherhaling, waarbij beide spelers kansen op meer misten, omdat beide spelers de zetherhaling uit de weg hadden kunnen gaan met een betere zet. Als zowel Dennis als zijn tegenstander het niet zien, dan is remise een eerlijk resultaat.
Nico (6,w) had ondertussen zijn stelling in winst weten om te zetten. Helaas heb ik niet veel van deze partij gezien, zodat ik niet veel er over kan zetten in mijn verslag.
Rafayel (8,w) verblunderde een pion in de opening en toen zijn tegenstander hem de duimschroeven aandraaide, verloor hij er nog een en daarmee was het pleit in zijn nadeel beslecht.
Harry (2,w) was goed op dreef tegen Marc Viering; Toen Harry zijn zwakke zwartveldige loper via a3 op d6 kon plaatsen stond hij positioneel gewonnen. De overwinning kwam niet meer in gevaar.
Tussenstand: 3-2
Toen ik naar de andere 3 partijen keek, leek de wedstrijd gewonnen te zijn voor ons, omdat 2 ESV-ers – namelijk Ad en Jochem – gewonnen stonden en Walter gelijk stond. Het zou echter op 2 borden anders lopen.
Jochem (1,z) wist – met een kwaliteit meer – de partij naar zich toe te trekken.
Ad had een gewonnen stelling, toen hij echter 1 van zijn 2 pionnen voorsprong verloor. In een stelling van paard + 3 pionnen tegen paard + 2 pionnen (alles op de koningsvleugel) ging hij met remise akkoord om de overwinning veilig te stellen.
Ik was er van overtuigd, dat het eindspel remise was, anders was ik hier niet mee akkoord gegaan. Bas van de Plassche vertelde mij, dat het eindspel theoretisch gewonnen is, maar dit is gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Walter (4,w) speelde een ogenschijnlijk gelijkstaand eindspel beter dan zijn tegenstander Wim Viering. Toen deze een pion verloor, speelde Walter een zeer sterk eindspel en kwam de overwinning telkens dichterbij. Toen Wim in een verloren stelling een fout maakte, was het meteen afgelopen en konden de handen worden geschud.
Eindstand: 5½ -2½
Albert Coenen
Eindhoven 3 | 1813 | De Vughtse Toren 1 | 1835 | 5½ | 2½ | |
1. | Jochem Berndsen | 1820 | Hans de Nijs | 1848 | 1 | 0 |
2. | Harrie Steures | 1881 | Marc Viering | 1921 | 1 | 0 |
3. | Albert Coenen | 1781 | Evelina Getmanchuk | 1883 | ½ | ½ |
4. | Walter Anema | 1806 | Wim Viering | 1860 | 1 | 0 |
5. | Ad van Rijsewijk | 1785 | Henk van Evert | 1891 | ½ | ½ |
6. | Nico Schellingerhout | 1851 | Geert van der Cruysen | 1717 | 1 | 0 |
7. | Dennis van Kuijk | 1764 | Tom Fürstenberg | 1813 | ½ | ½ |
8. | Rafayel Avetyan | Steven Luderer | 1746 | 0 | 1 |