Verslag ronde 4

In een superspannende wedstrijd heeft het tweede zijn tweede overwinning behaald. Lang zag het er wel-niet-wel-niet naar uit, maar in de laatste fase van de tweekamp keerde het tij definitief in ons voordeel. 4½ – 3½ winst op Stukkenjagers 3 en een solide plek in de middenmoot waren het resultaat.
De aanloop naar de wedstrijd was chaotisch. Niet alleen omdat lang onduidelijk bleef of de wedstrijd door kon gaan, maar ook omdat na een afmelding van Naveen we een speler tekort kwamen. Met alle teamleiders en de extern wedstrijdleider werd met man en macht nagedacht over een invaller. Pas op vrijdagavond had Alessandro het lumineuze idee Harry Steures te benaderen, en dat bleek een gouden greep. Niet alleen omdat hij zonder aarzelen bereid bleek in te vallen, maar ook omdat zijn rol belangrijk bleek.
De wedstrijd begon ook al niet alledaags, in ieder geval niet voor mij, omdat mijn tegenstander liefst drie kwartier te laat aan het bord verscheen. Vlak na het begin had de wedstrijdleider van Stukkenjagers mij nog wel toegefluisterd dat mijn tegenstander ‘iets’ later zou komen, het understatement van het jaar zal ik maar zeggen.

De wedstrijd ging toen lang gelijk op. De eerste uitslag die binnenkwam was niettemin een nederlaag die zich al snel na de opening aandiende. Nico vergaloppeerde zich in de opening en werd werkelijk geslacht op de zwarte velden. Pijnlijk om te zien, en begrijpelijk dat hij zijn lijden niet langer wilde rekken dan nodig was: 0-1. Op dat moment stond Rik ook al minder en hij kwam rond dat moment ook twee pionnen achter, daar later meer over. Hans Bosscher had aan bord 1 echter een gedegen overwicht op weten te bouwen, Frits en Walter leken allebei wat beter te staan, ik had een stelling waar ik me prettig in voelde en Harry had bij de wedstrijdleider al een extra dame opgehaald omdat hij verwachtte snel te promoveren. Dat gaf de burger moed! Bij Hans van den Hurk was de stelling op dat moment moeilijk in te schatten voor mij.

Langzamerhand druppelden daarna wat uitslagen binnen. Walter kon zijn kleine voordeel niet verzilveren en berustte in remise. Zelf wist ik mijn tegenstander te vloeren. Een petit combination leverde een pion op en met ook nog eens het loperpaar kon ik het in het eindspel snel afmaken, al speelde ik niet overal even nauwkeurig. Frits daarentegen had wel groot voordeel bereikt, maar dat net zo makkelijk weer vergooid en kon maar ternauwernood met een remise door zetherhaling ontsnappen. Dat was een forse tegenvaller, want in de inmiddels gelijk opgaande wedstrijd had ik dat punt al geteld. En ook Hans Bosscher wist zijn voordeel net niet in een punt om te zetten en moest een remise laten noteren. Tussenstand dus 2½ – 2½ en nog drie partijen te gaan.
Toen werd het nagelbijten. Harry had lang flink voordeel gehad, maar zijn tegenstander verdedigde uiterst taai, en het voordeel verdampte. Harry haalde echter alles uit de kast om nog voordeel te houden, aangespoord door mij om vooral op winst te blijven spelen. Dat leek inmiddels wel hard nodig, want zowel Hans van den Hurk als Rik stonden materiaal achter. Hans had zich in het middenspel vergist en een stuk verloren door een klein gevalletje schaakblindheid. Zijn twee vrijpionnen vormden wel compensatie in een L+P+3p tegen L+5p eindspel maar het leek me dat bij nauwkeurig spel hij toch het loodje zou moeten leggen. En Rik stond twee pionnen achter in een T+L eindspel. De lopers van ongelijk kleur boden hem wel de kans flink tegen te spartelen maar ook hier leek het me bij normaal spel een verloren zaak.
Harry moest uiteindelijk, ondanks verwoede pogingen alles uit de stelling te halen, in remise berusten. Zijn tegenstander eindigde de partij symbolisch met een stukoffer, zodat hij de laatste pion van onze man van het bord kon slaan. Het eenzame witte ros restte niets anders dan zijn koning met opgeheven hoofd, maar zonder beloning naar de uitgang te dragen. 3 – 3.

Hopen op een gelijk spel dan maar. Of zou er nog een wonder gebeuren?
Ik stond er bij, keek ernaar en zag het zich voltrekken. Rik had al urenlang zijn tegenstander vermoeid, geïrriteerd (uitsluitend legaal, d.w.z. op het bord) en telkens lastige dreiginkjes in de stelling gebouwd. Niettemin had zijn tegenstander constant controle gehouden, en was inmiddels met zijn vrijpionnen flink opgerukt. Het leek een kwestie van tijd tot de laatste klap uitgedeeld zou worden. Maar dat was nu juist de kneep. Rik had door snel spel zijn tegenstander gedwongen veel tijd te gebruiken, en die was nu bijna op. En ja hoor, onder druk van de klok vergreep hij zich aan een enorme blunder, waar onze man, onze held mag ik wel zeggen, genadeloos gebruik van maakte. Binnen een vloek (binnensmonds) en een zucht (die mij luid ontsnapte) waren de bordjes verhangen en stonden we 4 – 3 voor.
Snel naar het bord van Hans vd H gespoed maar dat stelde alleen maar gerust. Hans had afgewikkeld naar een pot remisestelling, en de vrede werd daar dan ook snel gegrepen.

Het beslissende moment in de wedstrijd op de 64e zet van wit (en van zwart natuurlijk):

 

Hans Ouwersloot