KNSB-beker
Nagelbijtend zit u natuurlijk te wachten op het verslag van onze bekerwedstrijd tegen Dordrecht, de club waartegen het eerste zowel dit als vorig jaar zijn promotieaspiraties in rook zag opgaan. Welnu:
Uit het buitenland kwamen Luuk en Julien naar Dordrecht, Bas en uw verslaggever kwamen van thuis. Op voorstel van Luuk besloten we tot een verrassingsopstelling: Luuk op 1, Bas op 2, Jos op 3 en Julien op 4. Of het gewerkt heeft valt moeilijk vast te stellen maar de openingen verliepen naar wens.
Julien liet schaken er heel eenvoudig uitzien, het kenmerk van de sterke schaker. Pluymert kreeg met wit een geïsoleerde pion op d4 met een slechte loper op b2 waarbij verder alle lichte stukken waren geruild. Hij moest een afwikkeling toestaan waarbij Julien 2 torens voor de dame kreeg met ieder 4 pionnen. Hij gaf de torens voor de dame en de f-pion en had diep berekend dat het pionneneindspel kansloos was voor wit.
Luuk leek na een gambietopening van Timmermans in de verdrukking te komen; misschien speelde hij iets te fijnzinnig teneinde het maximale uit de stelling te halen. Hij wist op de been te blijven en toen zwart een combinatie startte waarbij hij overzag dat wit MET SCHAAK (dat moet je altijd groot schrijven) kon terugslaan, kon Luuk het volle punt opsteken. Dat was een opluchting want Bas en ik hadden veelbelovende stellingen.
Bas zag met zwart in een Siciliaan hoe De Wilde zijn paard naar a1 terugtrok… Als dat moet is er iets mis. Bas kreeg een gunstige stelling met paard tegen slechte loper maar met nog 2 minuten op de klok (we speelden het bizarre tempo 110 minuten plus 5 seconden per zet; het houdt je levendig, die steeds wisselende speeltempi) stelde hij met een remise de matchoverwinning veilig.
In mijn partij tegen Den Boer zat de wind mee: hij speelde de Stonewall waarbij zwart voor een stevige stelling met vaste voet in het centrum vrijwillig een gat op e5 accepteert. Botwinnik propageerde deze opzet maar je ziet het geen topspeler meer doen. De ideale opstelling voor wit lijkt me om de paarden op d3 en e5 te posteren en dan met f2-f3 het voorpostpaard van zwart op e4 te verdrijven. Die opstelling kan wit via zeker 4 routes realiseren die vreemd genoeg alle 6 zetten vergen: a: Pg1-f3-e5 (of e1)-d3 en Pb1-d2-f3-e5; b: Pg1-h3-f4-d3 en Pb1-d2-f3-e5; c: Pg1-f3-e5 en Pb1-a3-c2-e1-d3; d: Pg1-f3-e5-d3 en Pb1-c3-e2-f4-d3.Allemaal erg principieel en artistiek maar wel heel tijdrovend. Zwart benutte die gewonnen tijd niet optimaal en kwam in een wurggreep die tot een verloren eindspel van loper + 2 pionnen tegen paard leidde. Bij hem was het materiaal op en bij mij de energie: zijn koning sloeg de ene pion en zijn paard de andere: remise. Dat was de derde partij deze maand waarbij mijn tegenstander na afloop verzuchtte: “Daar kom ik goed weg”. Toch heersten op de terugweg gevoelens van zoete wraak en hadden we de volgende ronde bereikt.
Jos Sutmuller
Dordrecht | 2145 | Eindhoven | 2287 | 1 | 3 | di 27 jan | |
1. | FM Mark Timmermans | 2346 | FM Luuk van Kooten | 2353 | 0 | 1 | |
2. | Rik de Wilde | 2208 | FM Bas van de Plassche | 2390 | ½ | ½ | |
3. | Lennard den Boer | 2069 | Jos Sutmuller | 2170 | ½ | ½ | |
4. | Piet Pluymert | 1957 | Julien Sohier | 2236 | 0 | 1 |