Verslag ronde 5

In de uitgestelde vijfde ronde, gespeeld op 21 mei, kwam het eerste uit tegen Venlo 1. Voor beide teams stond niets meer op het spel: Venlo was al kampioen, en het ESV1 kon niet meer degraderen. Bij ons ontbraken Bas en Kiran; bij Venlo waren er maar liefst drie invallers.

Ludo speelde met wit tegen een van die invallers, maar bereikte minder dan niets uit de opening en bood, laf als altijd, al snel remise aan, wat werd aangenomen (½ – ½).  Als boetedoening schrijft hij dit verslag.

Jan Vosselman kreeg op het derde bord in zijn geliefde open Spaans de Moskou variant met De2 en Td1 te bestrijden, waarop hij wellicht niet optimaal reageerde. Op zet 16 gaf Jan zomaar een stuk weg met een combinatie van een zet diep (½ – 1½). Gelukkig kon Jan er bij de Chinees na afloop wel om lachen, al is het als de bekende boer met kiespijn.

Jeroen kwam met zwart in een Maroczy terecht. In de analyse bleek de witspeler dit systeem uitstekend te kennen. Op zwarts  ..a6 en ..b6 kwam wit met b4 opzetten, en na ..a5 bxa5!,bxa5 ontstond een boeiende stelling. Jeroens grote tijdsvoordeel gaf me enige hoop, maar na enige onnauwkeurigheden won wit overtuigend (½ – 2½).

Invaller Ivan Ponamaronev speelde tegen de Caro-Kann de doorschuifvariant met 3..Lf5  4.h4,h6 5.Ld3. Het werd een moeilijke stelling waarin wit ruimteoverwicht had maar ook een potentieel slechte loper. Helaas koos Ivan het verkeerde plan door op de damevleugel te spelen. Zwart kreeg prima spel en toen Ivan om er nog wat van te maken op pionnenjacht ging raakte zijn dame ingesloten (½ – 3½).

Bram speelde tegen de sterke Maarten Strijbos die zijn geliefde versnelde Draak speelde. Maarten accepteerde met ..e6 en..d5 een geïsoleerde d-pion voor actief stukkenspel. Bram hield een klein voordeeltje, maar Maarten wist dat met actief spel te neutraliseren (1 – 4).  Er werd nog lang geanalyseerd of Bram het toreneindspel (zie diagram, na ..g5(!)) had kunnen winnen, maar de voorzichtige conclusie is: nee!

Jos speelde zijn geliefde ruilvariant tegen het damegambiet. Het probleem van die opening, zo legde Jos me uit, is dat wits stukken al snel optimaal staan, zodat het moeilijk is de stelling te verbeteren. Zwart maakte een fout waarmee hij zijn belangrijkste pion verloor en, op zoek naar tegenspel, veel tijd verbruikte. Zwart leek wel tactische kansen te krijgen, maar Jos hield het hoofd koel en speelde zich naar een verdiende overwinning  (2 – 4).

Iwo had met zwart ook een Maroczy te bestrijden. Met kleine middelen wist hij wits initiatief te neutraliseren en kwam zelfs licht in het voordeel. Uiteindelijk kwam hij in een eindspel met een pluspion, maar met paard en loper tegen het loperpaar leek het me nog moeilijk genoeg. Hij wikkelde – voor mij verrassend – af naar een ongelijk loper eindspel, dat hij fraai wist te winnen (3 – 4).

Zo bleef Alessandro als laatste over. Hij had met zwart het Weens actief tegengespeeld en stond naar eigen zeggen heel de tijd ietsje beter, met name door een prettig ruimteoverwicht. Het was echter lastig te bepalen hoe het ruimtevoordeel uitgebreid moest worden en daarnaast gaf zijn tegenstander geen krimp. In het pionneneindspel kon geen van beiden verder komen (3½ – 4½).

Ludo Tolhuizen

Zie ook het verslag dat Venlo op haar website publiceerde.