Verslag ronde 2

Dit seizoen belooft een moeilijk seizoen te worden voor Eindhoven 2 na de promotie uit de vierde klasse. Vooraf duidde teamleider Hans degradant Dubbelschaak 1 als een Goliath waar het arme Eindhoven 2 toch weinig kans tegen zou maken. Ook in de auto naar Boxtel kwam dit weer eens ter sprake. Waar komt dit indekgedrag toch vandaan? Jezelf mentaal al op 2-0 achter zetten, zodat het alleen maar kan meevallen? Teleurstelling is een gevolg van te hoge verwachtingen? Jezelf in de put praten, zodat je beoordelingsvermogen objectiever wordt? Marcus Aurelius schreef er al over. Er zijn ongetwijfeld ook al vele hectometers proefschriften aan gewijd.

Hoe dan ook, uit in Boxtel werkte deze psychologische manipulatie niet. Of niet afdoende. 5-3 verloren, met als treurig commentaar “5-3 is dan wel een nederlaag, maar beter dan waar we rekening mee hielden”. Waarvan akte.

Een matchpunt, nee, dat heeft er ook geen moment ingezeten. Eerlijk is eerlijk. Op de meeste borden liet het krachtsverschil tegen het op volle oorlogssterkte opgekomen Dubbelschaak 1 zich al meteen gelden. Weliswaar konden de onzen geen beroep doen op Hans Ouwersloot en Jeroen Koster, maar met Walter Anema en Frits Schalij konden we toch op twee uitstekende invallers rekenen.

Een rondje langs de borden na de openingsfase. Kopman Hans Bosscher speelde een rustige opening maar moest vechten tegen een zwart paard op d4 dat irritant leek. Hans van den Hurk stond de hele tijd iets minder en had ook nog eens veel tijd nodig. Bas had een gelijke stelling bereikt met de witte stukken. Ik was op zet 2 al “out of book” en moest maar wat improviseren. Frits speelde zijn favoriete opening te creatief en speelde heel vaak met zijn damepaard, waardoor hij minder stond. Walter stond al snel iets minder maar wel solide. Och, hij heeft al vaker met dat bijltje gehakt. Van Riens partij begreep ik nog het minst. Toen hij na tien zetten al Lxf2+ had toegelaten met verlies van rochaderechten tot gevolg zag ik het somber in. Wendy stond wel solide en wist duidelijk de weg in de opening. Dan zie je de donkere wolken zich al boven het scoreformulier samenpakken. Hoe ga je hier nog vier bordpunten halen?

Wendy had een stelling met de “hangende pionnen” op c5 en d5. Altijd interessante stellingen met een onbalans. Ik had deze stelling als iets beter getaxeerd voor wit, maar Wendy liet zien dat ze begreep welke stukken op het bord moesten blijven. Nadat wit ten onrechte toeliet dat Wendy het loperpaar veroverde door haar paard voor de witveldige loper te ruilen, was het plan duidelijk en ging het opeens ook heel snel. De opmars d5-d4 zou het monster op b7 openen. Deze stelling was niet meer te houden. In deze verloren stelling zag wit ook nog eens een penning over het hoofd en verloor de kwaliteit. Hierna kwam er een technische fase die zwart uitstekend speelde. Het commentaar na afloop van de witspeler “ik zat tegen 2200 te spelen” zegt genoeg. (0-1)

Rien speelde een ongelukkige partij in een zijvariant. De stelling na Lxf2+ Kf1 had hij verkeerd beoordeeld, en hij is nooit echt in de partij gekomen. De gedroomde witte aanval kwam niet uit de verf. Hij wist weliswaar een kwaliteit te winnen, maar moest een pion of wat daarvoor inleveren en een ontwikkeld loperpaar + toren is sterker dan een ongecoördineerd stel torens. Toen hij ook nog eens een tempo blunderde was het meteen klaar. (1-1)

Ik was zelf op bord 4 verrast met een gambiet in een Franse structuur. Toen ik vrij snel e6-e5 kon doorspelen (met als plan d4xe5 Pg4! om zo de pion terug te winnen) zag het er goed uit. Wit had in ieder geval geen compensatie meer. Helaas dacht ik te lang na en speelde uiteindelijk Pe4?! Even later gebeurde er weer zoiets en speelde ik niet de natuurlijke zet. Het ging allemaal nog wel, maar toen ik pion d5 wegblunderde was het uit. Gebrek aan routine, denk ik. (2-1)

Teamleider Bas speelde eens met de witte stukken en had een rustige opening op het bord. Ik dacht dat hij lang een tikje beter stond, maar hij bereikte een toreneindspel dat iets minder was voor hem. Dit bleef binnen de remisemarge, en toen er een stelling met nog maar een toren elk zonder pionnen op het bord kwam, werd de vrede getekend. Van de nogal rumoerige speelzaal in de tijdnoodfase had ongeveer iedereen evenveel last. (2,5-1,5)

Frits speelde Pb1-c3-b1-d2. Omdat de stelling gesloten was viel het allemaal nog wel mee, maar zwart kwam desondanks heel goed te staan. Zo goed zelfs, dat Frits wilde opgeven. Ach ja, door opgeven is nog nooit een partij gewonnen, dus dan nog maar een zetje doen. Zwart speelde onnodig ingewikkeld op de koningsvleugel en Frits wist zowaar wat tegenkansen te verkrijgen. Meer dan wat gerommel in de marge zou het niet mogen zijn, maar dat liep anders. Zwart stond een stuk voor, en kon kiezen tussen eeuwig schaak of een gewonnen eindspel. Het geluk was aan Frits’ zijde: de zwartspeler had gezien dat er na een dameruil er een vrijpion zou komen op de tweede rij, die een paard aanviel. Dat is een bekend promotiemotief. Omdat er echter een loper het promotieveld bestreek, was dit maar een geest in de gedachten van de zwartspeler, die dan maar voor eeuwig schaak koos in tijdnood. Een meevaller. (3-2)

Routinier Hans Bosscher stond de hele partij iets minder. Hij moest dan ook opboksen tegen Job de Lange met een rating van 2217. Hans wist echter de problemen vakkundig op te lossen met als motto: geen paniek! Gewoon solide zetten blijven doen, accepteren dat je iets minder staat, en laat zwart het maar bewijzen. Hans toonde zijn inzicht door de juiste stukken te ruilen en taxeerde het eindspel goed. De vier isolani’s vormden geen probleem meer in het lichtestukkeneindspel (elk L+P van gelijke kleur). Zwart probeerde nog wel wat, maar moest toch berusten in een gelijk spel. (3,5-2,5)

Hans van den Hurk vond ik de hele partij minder staan met zwart. Wit was toch duidelijk actiever en had meer ruimte. Zwart was wel solide en voerde een echte loopgravenoorlog. Het grootste duel dat hij vocht was echter met de klok. Dat duel wist de klok te winnen, omdat hij (m.i. onnodig) door de vlag ging. Ook Hans heeft weinig routine en dat speelt hem parten. (4,5-2,5)

Rest nog de partij van Walter, die tot de vroege avond doorspeelde. Eerst blitzten beide spelers een hoop theorie op het bord. De resulterende stelling was nog steeds een beetje beter voor wit. Maar geen paniek: Walter heeft veel ervaring met het resulterende stellingstype en kent het devies; rustig blijven, eerst gelijk spel bereiken, en dan verder kijken. Vandaag niet. Wit wist zijn voordeel tot een gewonnen stelling om te zetten, maar koos een onbegrijpelijk decentraliserend plan en Walter wist zich weer terug te knokken. In het paardeneindspel dat volgde zijn volgens mij alle drie de uitkomsten mogelijk geweest. Wit speelde dit paardeindspel echt te slordig en mocht uiteindelijk nog blij zijn met remise. (5-3)

Met een 5-3 uitslag mogen we natuurlijk niet blij zijn, maar gezien het wedstrijdverloop heeft er echt geen moment een matchpunt in gezeten. Tja, onze wonden likken, en dan maar op volle sterkte aantreden tegen Groesbeek. Maar dan wel met een andere wedstrijdmentaliteit!

Jochem Berndsen

 

Ronde 2

Dubbelschaak ’97 1

Eindhoven 2

Lange de, J. (Job) 2217 Bosscher, J.K. (Hans) 1997 z-w ½ – ½
Burg, B. (Brent) 2128 Hurk van den, J.P.A.M. (Hans) 1974 w-z 1 – 0
Jansen, G.A. (Guido) 2162 Friesen, B. (Bas) 1950 z-w ½ – ½
Meijden van der, M.C.M. (Martien) 2051 Berndsen, J.F. (Jochem) 1967 w-z 1 – 0
Lankveld van, W.L.M. (Wil) 1945 Schalij, F.D. (Frits) 1955 z-w ½ – ½
Meurs van, R. (Rob) 2047 Anema, W.J. (Walter) 1923 w-z ½ – ½
Boll, P.A.I.M. (Peter) 2097 Böck de, R. (Rien) 1913 z-w 1 – 0
Stee van der, M. (Michel) 2022 Huang, W. (Wendy) 1851 w-z 0 – 1
Gemiddelde Rating: 2084 Gemiddelde Rating: 1941 5-3