Verslag ronde 6

Hans Kranenbarg  –   Ad van Rijsewijk              0 – 1
Arjan Gras             –   Loet Versfeld                   0 – 1
Peter Zijderveld     –   Dennis van Kuijk              0 – 1
Pieter Roos           –   Ron van Hoogstraaten     1 – 0

 

Loet aan het woord:

Met zwart speelde ik Frans. Ik kreeg de Tarrasch-variant tegen. Na 3…c5 speelde wit het minder goede  4.c3 en daardoor werd wit i.p.v. zwart opgezadeld met een geïsoleerde d-pion. Maar ik had moeite met de ontwikkeling van de loper op c8. Wit besloot met een paard op e5 en een loper op e4 op koningsaanval te gaan spelen. Ik bood met Df4 dameruil aan. Wit weigerde dit door met zijn dame van h6 naar h3 te gaan. Maar hij had overzien dat ik zijn loper op e4 kon nemen; deze stond weliswaar gedekt door de toren op e1,maar die moest ook nog de onderste rij verdedigen! Een klassiek geval van overbelasting. Dus stukverlies voor wit en die gaf dan ook op.

Dit is wat Ad en Dennis over hun partij kwijt willen:

Wit speelt en wint

Wit speelt en wint

Ron:

Ik zie mijn vrienden Magnus en Anish altijd wandelen langs de borden, hier en daar een nieuwsgierige blik werpend en vraag me altijd af of ze dan en passant even de problemen waar Aronian en So mee worstelen oplossen of dat ze de volgende twaalf zetten met tien tot de macht twintig variaties de revue laten passeren. Ikzelf heb besloten dat dat aan mij niet besteed is en tracht me te beperken tot wat er op mijn eigen bord gaande is. Hierboven vindt u dan ook een oprechte samenvatting van het gebeuren aan bord een en drie: Wit speelt en wint.
Omdat mijn besluiten en mijn daden niet een op een met elkaar overeen komen, vanwege latent aanwezige menselijke trekjes, heb ik die maandagavond in de carnavalesk versierde speelzaal toch gemeend even een kleine (eenmans-) polonaise te organiseren toen mijn tegenstander in wel erg diep gepeins verzonken was en er tegelijk iemand lurkend aan een soort waterpijp pruttelend en stoom afblazend naast mijn bord opdook. Mijn oog viel op het bord van Loet. Midden op het bord van Loet stond een wit paard ‘en prise’. En als een paard en prise staat dan kun je het te grazen nemen. Maar in hetzelfde ogenblik, dezelfde fractie van een milliseconde, zag ik dat het paard twee keer aangevallen en slechts eenmaal verdedigd stond. De finale tegrazeneming zou dan door Loets dame moeten geschieden en die zou dan dus moederziel onbeschermd midden op het bord eindigen. Recht voor die dame stond een witte loper en daarachter weer een dame of een toren, dat doet er nu even niet toe. Wat er wel toe doet is dat de loper op h7 (Lxh7+! dus) Loets gerokeerde koning schaak kon zetten waarna zijn dame dus zou sneuvelen. Dit alles flitste door mij heen in het voorbijgaan. Briljant natuurlijk. Loet zag het ook, anders had hij zijn partij niet winnend af kunnen sluiten. Terug naar mijn eigen partij. Op dat moment had ik juist een van wits dubbelpionnen veroverd. Zie hoe ik zet 25 van wit keurig voor hem inleid.

Volgende keer ga ik met een stoel twee borden verderop zitten en wandel dan af en toe langs mijn eigen bord om in enkele briljante momenten de partij te beslissen.
Maar nu ga ik eerst een tijdje huilen.

Ron van Hoogstraaten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *