Verslag ronde 3

Eindhoven B roemloos onderuit tegen ODI A.

We schrijven maandag 14 november. Er is teamtraining gepland bij Burghplan, ook wel FAB28 geheten. Moderne fratsen natuurlijk. Niet dat teamtraining niet nuttig kan zijn, verre van, maar ik doel op die naamsverandering. In de grote zaal staan acht borden opgesteld voor twee ontmoetingen in de avondcompetitie. Eindhoven A ontvangt de heren van De Baronie B en Eindhoven B krijgt ODI A op de thee. ODI (Ontspanning door Inspanning) komt uit Uden. De Baronie, u raadt het al, uit Breda. A won overigens van B. Maar hoe dan ? Het verslag van Eindhoven A verschijnt desgewenst elders op deze website. Daarvan is mij slechts de uitslag bekend. En dat Jeroen verwoede pogingen heeft gedaan om te winnen, maar daar niet in wilde slagen.

Over de prestaties van mijn team, Eindhoven B, kan ik eerst nu een boekje opendoen. U begrijpt dat wij eerst even de wonden moesten likken – ieder voor zich, we zijn tenslotte geen korfbalteam – voordat wij de euvele moed bij elkaar geraapt hadden voor deze stap. Dinsdag heb ik altijd psychoanalyse. Beetje knutselen aan mijn Es, Ich en Über-Ich. Deze keer zei mijn zielenknijper: “Het is maar een spelletje”. En nu is hij dood. “Schrijf het van je af” waren zijn laatste woorden. Of was het nou “Niet doen!”, ik weet het niet meer, het consult verliep een beetje hectisch.

Ad is bezig aan zijn wederopstanding en schaakt met steeds meer plezier weer een ferm potje mee. Zijn plaats aan het eerste bord is dan ook onbetwist en hij maakte voor, tijdens en na de partij een ontspannen indruk. Zo’n man zou je een ander team gunnen, maar het gaat zoals het gaat; waar ik vorig jaar nog over negen (!) vaste reserves beschikte moet ik het dit seizoen met nul ( zegge géén) doen. Vier man aan vier borden, da’s wel zo gemakkelijk en geeft alleen wat hoofdbrekens als er uitvallers zijn. Gelukkig mag er veel in de avondcompetitie. Als de nood aan de man komt zou ik Bas en Luuk kunnen verzoeken zich tot ons niveau te verlagen. Zelfs Carlsen is een optie, mits hij zich twee weken voor de wedstrijd bij ons als lid registreert. Ik ga dat niet vragen, maar de reglementen zijn soepel, zover is duidelijk. Magnus was trouwens verhinderd, iets met een tweekamp, ik kom daar later nog op terug.

Ad stond er niet slecht voor en kon op zeker moment een pion scoren, waardoor zijn stelling wat gehusseld zou worden, maar dat zou ogenschijnlijk, voor mijn lekenoog, geen naargeestige consequenties hebben. Even uitkijken voor M.a.d.P. (Mat achter de Paaltjes), maar Ad zag een beter plan. Dat leidde een tijdje later tot de volgende stelling (na 31.Pc4) Hier speelde hij het ietwat tamme 31…Te7 waar het actieve 31…Te4 er winnend uitziet. Maar is dat wel zo ? Ik heb wat varianten voor u ter beoordeling.

Zoals gezegd, Ad speelde 31… Te7. Hij won in het vervolg nog wel een pion, maar dat bleek niet voldoende voor de winst. Een terechte remise. Sof far so good, maar toen waren de andere drie partijen al geëindigd.

In mineur. En dat is een understatement. Zelden is een schaakontmoeting tussen twee teams dit millennium teleurstellender afgelopen dan deze. Wij, Eindhoven B, onderdeel van Schaakvereniging Eindhoven, begiftigd met de Koninklijke Erepenning, werden daar verpletterend vernederd door, met alle respect (zo schijnt gezegd te moeten worden, maar misschien komt dat nog), vier willekeurige mannetjes van “Ontspanning Door Inspanning”, ik had er nog nooit van gehoord. En dat ik zelf faalde aan het vierde bord, daar zou ik met het voortschrijden der jaren wel mee verder kunnen leven, maar dat wij als team gemangeld werden, dat is een ander verhaal. De ODI-mannetjes hadden een op zijn zachtst gezegd bijzondere strategie. Als een van hen een teken gaf, togen ze gezamenlijk naar buiten voor een shotje nicotine en wat afleiding. Ontspanning Door Inhaleren zogezegd. En het werkte! Steeds namen zij daarna zichtbaar opgetogen hun plaats achter het bord weer in en deden hun zetjes alsof het allemaal geen enkele moeite kostte, noch van het grootste belang was. Terwijl wij ons suf prakkiseerden over deze of gene variant en de ene na de andere kandidaatzet de revue lieten passeren om zo diep als menselijk mogelijk de ins en outs te overwikken en te overwegen, deden zij doodgemoedereerd hun ding. Mijn directe tegenstander bestond het zelfs om de Fide regels aan zijn laars te lappen door, terwijl hij zelf aan zet was, op te staan en het pandje te verlaten. Ik heb nog even gemeend op grond daarvan de partij met terugwerkende kracht te kunnen claimen, maar dat is zo’n gedoe, zou voor de matchpunten ook helemaal niks uitmaken en ons misschien de naam bezorgen onsportief te zijn. Ook dat nog. Ik heb mijn team niet afdoende kunnen motiveren, voldoende kunnen opzwepen, genoeg aangespoord om te kunnen zegevieren. En dat trek ik mij ten zeerste aan. Bij deze is de functie van teamleider vacant, zijn wij op zoek naar een mental coach een haptonoom een sportpsycholoog en in afwachting van goede raad.

Onderaan dit verslag kunt u de KNSB-ratings terugvinden van hullie en van ons. Vooraf wisten wij alleen dat HMC-Calder op papier de te kloppen man was en die horde hadden wij reeds genomen. Gewapend met een zekere overmoed, ik kan het niet anders duiden, zijn wij dan de strijd aangegaan. En overmoed komt na hoogmoed maar voor de val. Schaken is geen strijd tussen de poppetjes op het bord, maar tussen de poppetjes er achter. De instelling, de gemoedstoestand, de geestelijke stabiliteit, de psychosociale druk, de mentale weerbaarheid, de wil, de weet ik veel, het speelt allemaal een rol.

Aan bord twee en drie werd respectievelijk “de Witte Leeuw” en “de Zwarte Leeuw” gespeeld, zo fluisterde Arnold mij hardop in het oor. Of de tegenstanders het gehoord hebben -of buiten waren- of niet, herinner ik mij niet. Of zij anders wel vreselijk geschrokken zouden zijn, waag ik hier te betwijfelen. Feit is dat zij geenszins onder de indruk leken van welk diep doordacht openingssysteem dan ook, maar gewoon ongegeneerd hun stukken en pionnen verzetten. Alsof het niet uitmaakte dat wij er ook nog waren. Welk een geweldige mind-set! En het werkte; de zwarte leeuw werd vakkundig terug in zijn hok gedrongen en de witte, och arme, de witte kreeg pardoes een gedekte dame voor zijn neus te staan. Met de staart tussen de benen droop hij af. Bagger en ellende, nooit meer naar omkijken is het laatste wat ik er Dennis over hoorde zeggen. Dan weet u het wel. Geen zetjes deze keer. Arnold had nog kunnen spartelen, kwam goed uit de opening, speelde wat slechte zetten, moest een kwaliteit geven en bleef slechte zetten doen. Waarom ? Dat weten wij  niet. Hij kwam een vol stuk achter, maar bleef doorspelen. Waarom ? Ook dat weten wij niet. Daarop besloot zijn tegenstander hem een volle toren kado te doen, maar Arnold zag het niet. Na dameruil moest hij met heel veel tegenzin opgeven. Waarom ? Dat weten wij wel: omdat hij een vol stuk achterstond natuurlijk.

Een half uurtje daarvoor had ik de handdoek reeds in de ring geworpen. Dat ging zo ongeveer (de waarheid mag een goed verhaal nimmer in de weg staan, placht Jules altijd te zeggen) als volgt: Na 1. d4 Pf6  kon ik met 2. Lg5 kiezen voor de Trump- of ski-opening. Maar het geval wil dat mijn vriend Magnus juist de zaterdag daarvoor op deze wijze gepoogd had een potje te winnen. Die poging werd weerlegd. En ik zeg u, als mijn vriend Magnus niet weet hoe te winnen, dan kan ik het beter helemaal niet proberen. Bovendien was de woensdag ervoor uit allerlei peilingen duidelijk geworden dat de Trump- of ski-opening vreselijk onvoorspelbaar was. Onbetrouwbaar ook. Enfin, daar is het laatste woord nog niet over gezegd. Ik zeg: hoed u. Kies voor een rustiger opzet.
Wat verderop in de opening opteerde ik voor afruil van de witveldige lopers op veld d3 (dat kan) en stond toen voor de keus om met de pion van c2 of de Dame van d1 terug te nemen. Ik verdubbelde mijn pionnen op de d-lijn en ging aan het werk om mijn e-pion te laten oprukken naar de vijfde rij. Daar aangekomen heb ik  naar de kluts gezocht, die was ik namelijk even kwijt, maar al gauw was ik in mijn element: Koningsaanval met mijn paard op g6 en mijn h-pion eveneens op rij vijf tegenover de koning op g8. Wacht dan geef ik een diagram, dat leest wat makkelijker.

1617 TB R3 van Hoogstraaten - Vissers

stelling na 22.h5

U ziet, volop mogelijkheden voor wilde plannen: Witte koning stapje naar voren, torens dubbelen op de h-lijn, desnoods een lopertje offeren voor de pion op h6 en gaan ! Helaas zijn dat nogal veel zetjes en mag zwart intussen ook wat doen. Desondanks weet ik een zetje of dertien later mijn tegenstander in de hoek te dringen:

1617 TB R3 van Hoogstraaten - Vissers341

Stelling na 34.Ph5+

Jammer dat hij niet nog een loper op g8 had overigens. Na de gedwongen koningszet bedacht ik een snood plan. Mijn tegenstander was de teambuilding aan het versterken en zijn gezondheid aan het ondermijnen, dus ik kon even rustig nadenken. Ik speelde mijn dame naar b6 om vervolgens met f4 zijn loper naar e7 te verjagen waarop ik de pion op b7 en a6 zou confisqueren; de klappen zouden in de andere hoek vallen! Mijn nietsvermoedende opponent doorzag mijn snooderijen terstond en speelde zelf onvervaard 35.f4! daarmee mijn ganse gedachtegoed in een klap naar de prullenbak verwijzend. Later die nacht (klein intermezzo: ik heb de onhebbelijke gewoonte om mijn partijen door de computer te halen. Niet om ze op te slaan, dat is slechts bijzaak, maar om te kijken wat Fritz er van vindt. Een vorm van masochisme waarvoor ik mijn brein later ter beschikking van de wetenschap zal stellen, er is namelijk nog geen medicijn voor.) stelde ik vast dat ik, in tegenstelling tot al mijn subjectieve waarnemingen, geen enkel moment tijdens de partij zo goed had gestaan als na de zet 35…f4! Verdient deze zet dan niet een vraagteken ? Integendeel! Want het was deze zet die mij dusdanig van mijn stuk bracht, dat elke rationele handeling daarna onuitvoerbaar bleek en mij, al even bleek, de das omdeed. Ik speelde 36.Pf6 en was na 38.. Dxf6 kansloos. Ik had moeten spelen: Lh4! en op h4 de kwaliteit moeten geven. De stelling die overgebleven zou zijn (U ziet ik spreek hier in de voltooid verleden toekomende tijd; het mocht helaas niet zo zijn) was erg compromitterend voor zwart en evenzo veelbelovend voor wit:

Nooit te beroerd om te leren proberen wij nu enige van de tactieken van onze tegenstanders zelf in praktijk te brengen. Omdat roken schadelijk schijnt te zijn en op maatschappelijke weerstand kan stuiten heb ik voor het hele team nicotinepleisters weten te bemachtigen. Bètablokkers om het hart te ontlasten gebruiken wij al en om de teamgeest verder te bevorderen is het plan om bij de volgende wedstrijd elk kwartier op mijn teken naar buiten te gaan om daar gezamenlijk een goed glas whisky te nuttigen bij de aangename warmte van een stapel brandende pallets.
Onze volgende wedstrijd is 8 december uit tegen Gennep A. Wie kan ons helpen met het vervoer van de pallets van Burghplan naar Gennep?

Ron van Hoogstraaten

 

Eindhoven B 1676 ODI A 1385 ½ ma 14 nov
1. Ad van Rijsewijk 1819 Jurgen Wilsch 1575 ½ ½
2. Dennis van Kuijk 1705 Shakeel Hoosein 1352 0 1
3. Arnold van der Heijden 1683 Roman Rijkers 1538 0 1
4. Ron van Hoogstraten 1499 Henk Vissers 1075 0 1

3 gedachten over “Verslag ronde 3

  1. Ik has het verslag nog niet gelezen, geweldig wat kan die man schrijven.
    Kon hij ook maar zo goed schaken!
    Hulde voor het prachtige verslag!

    • Mij waren de Fide regels op dit punt niet bekend. Dankzij dit eenzijdige verslag weer wat geleerd. Dat wij Odi-oten behalve schaken nog een verslaving hebben (roken) is toeval. De schrijver is toch enigszins in de slachtofferrol gekropen terwijl hij zelf kansen op meer heeft laten liggen. Namens Odi wens ik hem sterkte met de verwerking van de gemiste kans. Hoogachtend,

      • Dank voor uw medeleven. Het gaat alweer een beetje. Kansen laten liggen en de slachtofferrol gaan m.i. heel goed samen. Graag zou ik een link willen plaatsen naar het verslag van ODI maar ik kan het op het web niet vinden. Dan maar een eenzijdig verhaal…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *