Eindhoven 1 in de lift, maar nu naar boven
Na de regionale blamage vorig jaar (snel uit de Beker, verlies tegen Helmond en Veldhoven) zijn we dit jaar aardig bezig ons imago weer wat op te poetsen: Stukkenjagers werd voor de KNSB-beker uitgeschakeld, we wonnen van Helmond en nu was Veldhoven aan de beurt. Een bescheiden ogend team maar wel lijstaanvoerder in onze klasse! We hebben nauwe banden met Veldhoven: 6 van de 8 Veldhovenaren hebben ooit bij ons in- of extern gespeeld.
We begonnen met een tegenslag: ons zesde bord bleef onbezet. De mail van teamleider Fred was niet bij Alessandro aangekomen en hij bleek ook telefonisch niet meer oproepbaar: 0-1.
Toch bleef ik een goed voorgevoel houden. Jan Veerman, voor de verandering ex-Veldhoven, speelde een ingewikkelde Siciliaan tegen ons intern lid Sourav Bhattarcharjee. Hoe het kwam heb ik gemist maar Jan belandde in een stelling waarin zijn tegenstander een gezonde pluspion had om vervolgens een vol stuk cadeau te doen…1-1 dus.
Op het tweede bord kreeg Josué Thijs Laarhoven tegen: een fijnzinnige en slagvaardige schaker. Zoals gebruikelijk begon Josué flink agressief, accepteerde een koningsstelling zonder g-pion en hoopte op een aanval op de witte koning die op de damevleugel echter meer bescherming vond dan de zwarte op de koningsvleugel: 1-2.
Bas kon tegen hypertacticus Alan van der Heijden zoete herinneringen ophalen aan zijn winstpartijen tegen Jeroen Piket (ja jonge lezertjes, die zou later nog met de wereldtop meespelen). Bas opende met 1.d4 maar kreeg 1. ..d6 tegen en kon een Leeuw (volgens mij geen echte opening, eerder een hybride van Philidor en Pirc) te lijf gaan. Al snel veroverde hij een gezonde pion die Alan via tactische verwikkelingen terug kreeg. Daarvoor kreeg Bas weer zoveel compensatie dat Alan middels een kwaliteitsoffer tevergeefs tegenkansen probeerde te verkrijgen: 2-2.
Topscorer Ankit bewees in de vorige ronden zijn positionele kwaliteiten verder ontwikkeld te hebben maar dit keer ging hij er tegen Ferry Daamen fel agressief tegenaan: in een Engelse stelling leken Ankits kansen met zwart op de koningsvleugel zoals zovaak in deze opening kansrijker dan de witte acties aan de andere kant. Maar met een paardoffer op f2 ging Ankit te ver: wit had niet veel moeite met consolideren: 2-3.
Bij Fred ging het precies andersom: dit keer geen overoptimistische aanval maar een subtiele stellingsbehandeling die een dubbeltoreneindspel met gezonde pluspion opleverde waarin zwart geen kans had: 3-3.
Frans speelde tegen het Frans van Erik van Eijndhoven. Die neemt dan meestal op e4 maar liet nu een Winawer toe met snel Da5. De bedoeling is dan om met Da4 te verhinderen dat wit met a4 de loper op c1 ruimte geeft. Dat deed zwart echter niet zodat wits loper op a3 een prachtplek vond. Soms speelt Frans met een mathematische zuiverheid die een esthetisch genot is. Zo ook hier maar helaas wist Frans het grote stellingsoverwicht niet te verzilveren: 3½ –3½ en alle uitslagen waren nog mogelijk.
Tegen Gerrit Bruggeman mocht ik mijn favoriete bestrijding van het Konings-Indisch toepassen. Zwart speelde uitstekend tegen, ruilde zijn slechte loper tegen mijn goede en bewaarde het evenwicht. Gezien de stand ging ik bij teamleider Bas vragen of het goed was dat ik enig risico ging nemen. Dat was wel grappig want later realiseerde ik me dat Bas helemaal geen teamleider is maar Fred…Bij verlies of gelijkspel zouden we praktisch uitgeschakeld zijn voor promotie; bij winst waren er nog kansjes. Mijn tegenstander had net nipt de 40 zetten gehaald; nieuwe tijdnood doemde op voor hem. De stelling bleef in evenwicht dus ik besloot te gaan laveren: wat stukken naar voren, dan weer terug, dan weer naar voren maar net iets anders dan de vorige keer en dwong zo mijn tegenstander steeds weer (vermeende) klippen te omzeilen. Ook tot mijn eigen verbazing bleek hij opeens d6 niet meer afdoende te kunnen dekken waarna de zwarte stelling instortte: 4½ – 3½: het was volbracht. Nou en wat dan nog eigenlijk? We staan nu derde (gelijk met Dordrecht maar met meer partijpunten) met 1 matchpunt achterstand op Veldhoven en 2 op Vianen. Die twee moeten nog tegen elkaar dus wie weet.
Jos Sutmuller
Veldhoven | 2077 | Eindhoven | 2205 | 3½ | 4½ | ||
1. | Alan van der Heijden | 2299 | FM Bas van de Plassche | 2391 | 0 | 1 | |
2. | Thijs Laarhoven | 2264 | Josué Velázquez Martínez | 2196 | 1 | 0 | |
3. | Huub Schenning | 2050 | FM Fred Hallebeek | 2175 | 0 | 1 | |
4. | Ferry Daamen | 2040 | Ankit Majhi | 2136 | 1 | 0 | |
5. | Erik van Eijndhoven | 2049 | IM Frans Kuijpers | 2224 | ½ | ½ | |
6. | Frans Wolferink | 2077 | NO | 1 | 0 | Regl. | |
7. | Gerrit Bruggeman | 1988 | Jos Sutmuller | 2191 | 0 | 1 | |
8. | Sourav Bhattacharjee | 1852 | Jan Veerman | 2124 | 0 | 1 |
Beste Erik,
Geen idee waarom Eindhoven denkt dat jij dxe4 speelt. Maar zonder dat ik dit ooit verder heb verteld speelde jij dat wel tegen mij in een uitwedstrijd van Eindhoven2. Dus…..
Groetjes,
Jan Toorman
Hoi Jan, ja klopt, dat is inmiddels ook al weer bijna tien jaar geleden, oktober 2004! 🙂
Hadden jullie je voorbereid of zo? 🙂 Ik speel al enkele jaren geen dxe4 meer, en sowieso heb ik dat volgens mij bij Eindhoven nooit gedaan. Na Da5 is Ld2 de veruit meest gespeelde zet, maar na Dd2 speelt zwart volgens mijn database juist bijna nooit Da4. Wel na Ld2. Ik vond tijdens de partij het verdubbelen op de a-lijn wat passief, ik had een koningsvleugelaanval verwacht, maar f6 was natuurlijk een waardeloze zet van me. Daarna had ik geluk dat Frans niet doorduwde en nog een directe winst miste.
Ha Erik,
Je hebt helemaal gelijk: na Dd2 geeft Moskalenko (The wonderful Winawer) ook maar 1 partijtje. Overigens begrijp ik niet waarom het plan om met Da4 de loper op cl minder bewegingsvrijheid te geven, juist na Dd2 (waar zij Lc1 in de weg staat), minder effectief zou zijn.
Ik meende dat jij dxe4 zou kunnen spelen omdat de door onze informant aangeleverde partijen niet helemaal up to date waren.
Trouwens heel leuk om te merken dat zo’n wedstrijdverslag inderdaad gelezen wordt!
Jos
Hoi Jos,
Na Ld2 moet die dame gewoon weg, vanwege c4. Na Dd2 kun je dat gewoon toelaten. Ook geeft Da4 druk op d4, als er een dame op d2 staat is die druk minder dan met een loper. Die loper op a3, tja. Het is wel een positief stellingskenmerk maar nou ook weer niet levensgevaarlijk. En door a4 van Frans gevolgd door Ld3 kon ik in ieder geval een pionnetje pakken. Zo bekeken heb ik zelfs geprofiteerd van a4 🙂
Enne: ik lees vaak verslagen van tegenstanders. Meestal heb ik ze uiteindelijk zelfs nodig voor inspiratie, als de kopijsluiting van ons clubblad dichter bij komt, haha.