Tweede ronde Avondcompetitie A: weer 2-2
Waarom schaken wij? Simpel gesteld zou je kunnen zeggen dat er twee uitersten zijn: willen winnen en aan de andere kant amusement (avontuur, beentje lichten, pret, esthetisch genot). Willen winnen (exponenten in de echte wereld b.v. George W. Bush, Lance Armstrong, Van Rey) is niet leuk: heb je een doel verwezenlijkt, moet er meteen weer een nieuw nagejaagd worden. Een eindeloos streven. De tragiek is dat, al zouden we louter voor de pret willen schaken, het presteerduiveltje niet te onderdrukken valt.
Het leuke van beker- en avondcompetitie is dat er in een wat lossere ambiance gespeeld wordt (voor de meesten van ons tenminste). Het speeltempo ligt b.v. wat hoger en het aanvangstijdstip komt niet zo nauw.
Maar genoeg gewauweld: u wilt een verslag van de wedstrijd ESV-1 tegen Stukkenjagers-2.
Gelukkig was er Bas als plaatsvervangend teamleider om ons op de valreep op te roepen. Het door hem doorgegeven lijstje van onze tegenstanders gaf een prettige ELO-voorsprong voor ons te zien (dit team had met 0-4 van Stukkenjagers 1 verloren…) maar op de speelavond zagen we opeens o.a. Herman Grooten en César Becx verschijnen! Toch wel andere koek.
Jeroen op 4 speelde een gave partij: zijn tegenstander speelde de Caro Kann met exf6. Je hebt dan wel 4 pionnen om de koning te beschermen maar wit krijgt een meerderheid van 4 tegen 3 op de damevleugel. Dat bleek: om de spanningen op die vleugel op te lossen accepteerde zwart een grootscheepse afruil aldaar zodat Jeroen met een trotse vrije d-pion de winst af kon dwingen. De partij deed me aan Carlsen denken: met ogenschijnlijk eenvoudige middelen, gelardeerd met tactische finesses, je tegenstander uitspelen. 1-0.
Uw verslaggever wist tegen oud clubgenoot, schaakmaat en Schaaksite-collega Herman Grooten op het eerste bord de score gelijk te trekken. Al meteen in de opening kwam ik op het verkeerde been te staan: In een Catalaan moest ik een paard op c6 plaatsen wat leidde tot ernstige verstoring van de samenwerking tussen de zwarte stukken. Wit kon op zijn gemak een blijvend ruimtevoordeel uitbouwen. Om de harmonie binnen de eigen gelederen te herstellen moest ik veel tijd investeren, op het bord en op de klok: voor de 23 zetten tot de tijdcontrole had ik nog 18 minuten…Het lukte weliswaar om alle stukken een goed plaatsje te geven maar Herman had de druk zodanig weten op te voeren dat ik in hoge tijdnood een doorbraak niet kon voorkomen.
Hans op 2 met wit kreeg César Becx tegen. Beiden verwachtten een woeste strijd. Het begin was er ook naar: 1.e4, e5 2.Lc4, f5?! Best wel paradoxaal: nadat wit de loper op c4 heeft gezet opent zwart de diagonaal a2-g8!. Zwart moest alle zeilen bijzetten om de gevaren te neutraliseren. Dit lukte uiteindelijk maar ruimte voor wilde slagwisselingen wist zwart niet te creëren. Remise.
Frits demonstreerde aan het derde bord een prachtpartij: met strak positiespel speelde hij de Hollandse Leningrader in de voorhand aan flarden. Steeds wist hij de kern van de stelling te raken waardoor wit moest toezien hoe een onstuitbare aanval op gang kwam. Ook een wanhoopskwaliteitsoffer mocht niet baten. Maar toen. In onrustbarende tijdnood miste Frits naar eigen zeggen honderden kansen om de partij onmiddellijk te beslissen omdat hij onnodig veel aandacht gaf aan de vermeende tegenkansen van wit. Inderdaad stond de zwarte koning voortdurend bloot aan de dreiging van enkele schaakjes en met erg weinig tijd viel haast niet te zien dat die schaakjes tot niets zouden leiden. Dan maar remise in opperste tijdnood. Zo’n uitslag na een zeer sterk gespeelde partij is veel pijnlijker dan b.v. mijn regelmatige nederlaag tegen Herman.
De uitslagen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Jos Sutmuller
Pingback: Uitslagen avondcompetitie | Eindhovense Schaakvereniging