Verslag ronde 2

Zo, dat hebben we gehad

Maarten Ducrot heeft het in zijn commentaar bij Tour de France etappes er vaak over dat wielrennen de sport van de hoop is. Hoop dat iets wat onmogelijk of irrationeel is toch waar wordt. En eigenlijk geldt dat voor alle sport: dat hoop op een wonder, een onverwachte uitschieter plaatsvindt, die de logica van geld, van het getal van een rating tart. Hoop moet je als sporter altijd hebben. En je moet je uiterste best doen om de voorwaarde te scheppen waaronder de kans dat het onverwachte toch gebeurt ook echt gerealiseerd wordt.

Zo ongeveer benaderde ik als teamleider de thuiswedstrijd tegen Maastricht. Dat het gemiddelde ratingverschil ‘slechts’ 120 punten bedroeg kwam doordat Maastricht op bord 8 een invaller had moeten opstellen die in zijn eentje dat gemiddelde 25 punten omlaag bracht. Maastricht is gewoon een topteam. Maar hoop houd je altijd. En geloof dat het ook een keertje kan gebeuren dat je zo’n veel sterker team wel kan verslaan.

Dit keer dus niet. De 6-2 nederlaag was niet eens geflatteerd. In de verslagjes die ik van iedereen terugkreeg na de wedstrijd las je de kracht van de tegenstander terug. Een bloemlezing:

Hans Bosscher, bord 1: “Ik kon toen alleen maar met moeite verdedigen en hopen op een fout van m’n tegenstander”.

Bas Friesen, bord 2: “Hoewel het nog veel zetten kostte en we lang aan het bord zaten wikkelde mijn tegenstander uiterst nauwkeurig af naar een gewonnen eindspel en heb ik geen enkele kans meer gehad.”

Jacob Perrenet, bord 3: “Ach, Michael Bodicky was een maatje te groot voor mij.”

Hans van der Hurk, bord 4: “Uiteindelijk met een kwaliteit minder dacht ik met alleen nog wat pionnen op koningsvleugel nog voor remise te kunnen vechten, helaas zat ik al in een matnet.”

Rik van der Weij, bord 7: “Kortom ik kwam er de hele partij niet aan te pas.”

En dat waren dus ook vijf verliespartijen.

De eer werd nog een beetje gered door de overige drie. Arjan Beaumont debuteerde voor Eindhoven op bord 5 en deed dat zeer verdienstelijk door een degelijk remise te scoren, in een partij waarin hij, net als zijn tegenstander, een kans op winst miste in het eindspel. Dat was nadat hij in het middenspel een mindere stelling knap verdedigd had.

Op bord 6 speelde ik een heerlijke partij waarin ik er lustig op los offerde. Na een openingsgambiet, offerde ik een stuk vlak na de opening wat mijn tegenstander niet aan durfde te nemen (waarschijnlijk terecht). Weer een paar zetten later moest hij een kwaliteitsoffer wel aannemen, dat hij echter zo snel mogelijk terug wilde geven. Toen ik dat iets te gretig incasseerde bleef er een eindspel over waar ik met een pion minder toch wat beter leek te staan, maar dat echter binnen de remisemarges bleef.

De held van de dag was opnieuw Nico Schellingerhout die op bord 8 met de Maastrichtse invaller de vloer aanveegde. Na een Anti Marshall kreeg Nico al snel makkelijk spel. Zwart gaf zonder slag of stoot zijn e5 pion op, waarna wit zijn centrumoverwicht kon gebruiken om druk te zetten op de zwarte damevleugel. Toen zwart nogmaals op d4 nam, bleef hij achter met een geïsoleerde achtergebleven centrumpion, en een vastgelegde zwakke damevleugel. Met wat tactische grapjes won Nico pionnen en daarmee de partij.

Goed, we hebben nu de twee ratingsterkste teams gehad. Voor een verrassing hebben we nog niet kunnen zorgen, misschien tegen een van de andere topteams. We blijven natuurlijk hopen.

Nu dienen zich eerst wedstrijden aan waarin het erop aan komt. Maar gelet op de teamratings moet het ons lukken in deze klasse te blijven. De kunst is nu, andere teams de hoop te ontnemen. Sport is hard.

Hans Ouwersloot