Inmiddels zijn we over de helft van het seizoen en nog steeds volop in de strijd voor de eerste plek. Hopend op bordpunten in te lopen op concurrent Waalwijk werd er op alle borden aanvallend gespeeld.
Uitzondering was ons zevende bord, waar in het Frans een weinig ambitieuze partij volgde met een volkomen gelijk eindspel als gevolg. De partij van Philippe was bijna het tegenovergestelde: daar werden er stukken tegenaan gegooid. Hoewel Lxh6 niet de voorkeur heeft van de schaakengines moet je als verdedigende partij vol aan de bak. Als je dan niet steeds de goede voortzetting vindt, ga je alsnog ten onder.
Hans van den Hurk won al vroeg een stuk en kwam ook nog eens met de dame op bezoek, die terloops wat pionnen wegsnoepte met een overtuigende overwinning als gevolg. Ook bij Jan ging het voortvarend, hij wist namelijk met zwart een ijzersterke octopus op d3 te posteren, die makkelijk kon concurreren met de witte loper die op b2 tegen de eigen pionnen op c3 en d4 moest aankijken. Toen er later, na een stukoffer dat wit niet mocht aannemen ook nog een door twee torens gedekt paard op e3 verscheen was het gebeurd, ook al speelde wit nog meer dan twintig zetten door tot het echt mat was.
Frits koos een origineel koningspad door eerst f2-f3 te spelen, en later g2-g4, Ke1-f2 en g4-g5. Hij leek door ruimtewinst wat beter uit de opening te komen, maar zwart hield op de open e-lijn de druk flink op de ketel. Nadat wat stukken werden geruild werd het duidelijk dat beide spelers niet meer echt op winst konden hopen.
Ikzelf had dat wat minder goed door bij mijn eigen partij. Na een gezonde pion gewonnen te hebben in een stelling die steeds wat beter was voor zwart koos mijn tegenstander een goed plan door de stelling dicht te schuiven. Na een remiseaanbod afgewezen te hebben wilde ik wat bewijzen en brak de stelling ineens open. Het was echter wit die hiervan het meest profiteerde en na een blunder viel ineens ook nog eens het paard en toren binnen ten koste van de zwarte dame…
Hans Bosscher kwam wat in de verdrukking te staan en moest een kwaliteit geven. Gelukkig speelde zwart het niet nauwkeurig en won hij een kwaliteit terug. Veel heb ik daarna niet meegekregen van deze partij, maar volgens mij stond Hans nog enige tijd gewonnen. Uiteindelijk verdween alles bijna van het bord en werd het toch nog remise.
Dat had het bij Robert ook kunnen/moeten worden. Na een partij waar hij lang onder druk stond vanwege een koningsaanval werd er afgewikkeld naar een eindspel. In tijdnood miste hij een aantal maal de sterkste voortzetting en ging uiteindelijk deze partij verloren.
Jeroen van de Put
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|