Verslag ronde 1

ESV 2 – ESV 3 (promotieklasse NBSB zaterdagcompetitie, 1e ronde 17-09-2016)

(verslag Albert Coenen)

Het derde team van onze vereniging is vorig seizoen met overmacht gepromoveerd naar de hoogste regionale klasse van de NBSB. Het tweede team is nipt – en met enige pech – gedegradeerd uit de laagste landelijke klasse, de 3e klasse H. Dit betekent, dat het 2e en het 3e beide in de promotieklasse spelen en meteen de 1e ronde tegen elkaar ingedeeld werden.
Omdat er in het eerste team een aantal mensen verdwenen en trouwens ook uit het tweede en derde team, schoven er een paar mensen door van het 2e naar het 1e en ook een drietal mensen van het 3e naar het tweede. Per saldo verdwenen er 5 mensen uit het 3e , d.w.z. 3 schoven door naar het 2e  en 2 stopten. Het 3e kreeg 1 speler uit het 4e erbij. Als je er nog iets van begrijpt, dan ben je een slim persoon.
Vooraf probeerde ik via een psychologisch slim zetje enige verwarring te stichten bij de tegenstanders. Mijn aanbod – als teamleider van het 3e –  was, dat het 3e 4-4 in overweging wilde nemen, als het 2e een maand lang op maandagavond gratis drankjes zou verstrekken aan het 3e. Tot mijn stomme verbazing werd dit genereuze aanbod niet op waarde ingeschat.
2 partijen werden vooruitgespeeld, namelijk tussen Jeroen van de Put en Albert Coenen (2, zwart) en tussen Dennis van Kuijk (8, zwart) en Ad van Rijsewijk. Op voorstel van Ad werd in de laatstgenoemde partij tot remise besloten.

Op maandagavond voorafgaande aan de 17e september werd bord 2 vooruit gespeeld, waarbij Jeroen  er – overigens terecht – van uitging, dat Albert zich had voorbereid en derhalve speelde hij een totaal andere variant als eerder in de interne competitie. Jeroen speelde een heel scherpe variant, die hij absoluut niet kende, maar ik heb hem helaas niet op een fout kunnen betrappen en derhalve werd op de 21e zet tot remise besloten. Wij waren terechtgekomen in een eindspel, waar Jeroen het loperpaar had en beide spelers een gevaarlijke vrijpion hadden, Albert op d-lijn en Jeroen op de b-lijn. Jeroen en ik hebben – samen met Ludo Tolhuizen – de partij  geanalyseerd en we kwamen tot de conclusie, dat Jeroen toch de (iets) betere papieren had, maar zijn zeer forse tijdsachterstand maakte remise toch een eerlijk resultaat.

Tim Slendebroek (5, wit) speelde tegen Rik van der Weij. Hij kwam zeer goed uit de opening en veroverde zelfs een pion. Hij speelde een paard om via e1, maar daarbij raakte zijn toren op f1 ingesloten en die werd aangevallen door La6 en dit kwaliteitsverlies was een zulke mentale dreun, dat hij niet meer kon terugkomen in de partij en hij verloor.

Cees Berghout (7, wit) speelde tegen Loek van Rey en Loek werd volkomen van het bord gespeeld, want wit stond positioneel gewonnen.  Loek verdedigde zich echter goed en langzaam aan verdween al het voordeel van wit. Nadat Loek een eerste kans miste, pakte hij de tweede kans wel en langzamerhand raakte Cees al zijn energie kwijt en verloor hij.

Nico Schellingerhout (6, zwart) speelde tegen Jochem Berndsen. Nico schrijft: “in een gelijke stelling, dacht wit met een centrumdoorbraak een pion te winnen. Dat was niet zo. Het resultaat was weliswaar een pionnenduo in het centrum, waarvan 1 vrijpion. Maar zwart controleerde de zwarte velden en kon het duo tegenhouden, blokkeren en vernietigen.”

Peter Bouma (3, wit) speelde tegen Bas Friesen en daarmee speelden 2 Nederbelgen tegen elkaar. Peter lanceerde een koningsaanval, die Bas goed wist te verdedigen. Nadat de rookwolken waren opgetrokken, werd tot remise besloten.

Walter (1, wit) speelde tegen Hans van den Hurk en wist op een gegeven moment een duidelijk betere stelling te creëren. Een achtergebleven randpion werd geëlimineerd en toen Hans – in wederzijdse tijdnood – toeliet, dat zijn dame door een toren werd gepend op de koning, leek het pleit in Walter’s voordeel beslecht. Het was echter zo spannend, dat Walter – met enigszins trillende handen – een paar stukken omgooide en deze in zijn toch al beperkte denktijd moest rechtzetten. Dat kostte hem enkele seconden en toen Walter nog 3 seconden had en Hans 4 werd – op grond van de tijd – tot remise besloten. Er moesten nog 7 of 8 zetten gedaan worden tot de tijdcontrole en het is de vraag of je dat haalt in 3 of 4 seconden.

Erik Bouwmans  (4, zwart) speelde tegen veteraan Jan Toorman een goede partij; in het eindspel positioneerde Erik zijn 2 paarden richting de pionnen van zijn tegenstander en het leek slechts een kwestie van tijd en er zou er wel 1 sneuvelen. Jan had echter een venijnige verdediging, waarbij hij een pion won. Toen Erik op 1 vleugel een gedekte vrijpion had, kon hij met zijn koning 2 aaneengesloten vrijpionnen tegenhouden, omdat Jan ’s koning bij die vrijpion moest blijven en niet mee kon doen aan deze aanval. Jan deed toch nog een winstpoging door Erik’s vrijpion te laten promoveren en zijn koning te laten helpen bij de promotie van 1 van beide pionnen. Erik moest nog secuur spelen, maar de remise kwam niet meer in gevaar.

Albert Coenen

Eindhoven 2 1906 Eindhoven 3 1789
1. Hans van den Hurk 2010 Walter Anema 1850 ½ ½
2. Jeroen van de Put 1987 Albert Coenen 1821 ½ ½
3. Bas Friesen 1939 Peter Bouma 1815 ½ ½
4. Jan Toorman 1996 Erik Bouwmans 1730 ½ ½
5. Rik van der Weij 1863 Tim Slendebroek 1718 1 0
6. Jochem Berndsen 1891 Nico Schellingerhout 1824 0 1
7. Loek van Rey 1743 Cees Berghout 1846 1 0
8. Ad van Rijsewijk 1819 Dennis van Kuijk 1705 ½ ½

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *