Verslag ronde 8

Dagdromen  (niet: dag dromen)

Met nog twee ronden te gaan hadden we nog twee matchpunten nodig om zeker niet te degraderen. De eerste gelegenheid die punten te scoren was de uitwedstrijd tegen Helmond. Een sterke tegenstander, zowel op papier als in de competitie, maar vorig jaar hadden we van ze gewonnen, dus waarom dit jaar niet?

Ik fantaseerde er lustig op los. Bas op bord 1 en Hans B. op bord 2 zouden best wel eens de Helmondse ‘kanonnen’ in bedwang kunnen houden. Onze topscorer Frits zou op bord 3 makkelijk winnen. Hans vd H. op bord 5 is in goeden doen dit jaar, ik telde het punt al. Walter als invaller op bord 6 schatte ik toch zeker op een remise in. Nico had een goede seizoenstart gehad, maar was wat teruggevallen. Kan gebeuren, net zoals hij misschien wel weer een verrassing in petto had op bord 7. Op bord 8 viel Arda in, een speler waar Ewout erg enthousiast over was. Niet uit te sluiten viel dat hij ook een bijdrage zou leveren aan het teamresultaat.

De hoofdrol bewaarde ik voor mezelf. De laatste tijd wat beter in vorm, op bord 4 met zwart tegen een sterkere tegenstander: een kolfje naar mijn hand, want ik speel in de regel tegen sterke tegenstanders mijn beste schaak. Ik zou hem verrassen in de opening met mijn nieuwe repertoire, ik zou hem laten zweten en lijden, en op het juiste moment toeslaan. Vermoedelijk zou ik kort na de tijdcontrole de winst in de partij veilig stellen, het zou de winst in de wedstrijd betekenen, en ik zou uitroepen: “En klasse behoud” zoals ik een paar jaar geleden het kampioenschap van ESV 2 claimde met het uitroepen van: “En kampioen”. De verstoorde blikken aan andere borden zouden me niet deren, soms moet je een beetje buiten de lijntjes durven kleuren.

Dagdromen … mooi toch? Maar op zaterdag 1 april, rond een uur of half 5: knap! De ballon werd genadeloos doorgeprikt. Voor mij, en daarmee indirect voor het team.

Slechts een deel van mijn dagdroom kwam uit. Nico had al met al geen verweer tegen de sterke Johan Wuijts die de Franse opening beter behandelde dan onze man. Die ook nog eens een tussenzet dacht in te lassen, die alleen maar materiaalverlies opleverde.

Walter hield inderdaad Hugo Faber netjes op remise in een partij die in mijn ogen ons erelid wat meer kansen had geboden vanwege een zwakke pion op c3. Maar het zal wel bedrieglijke schijn geweest zijn.

En Hans vd H. speelde een knappe partij tegen John van Rooij. Ik miste de ontknoping van deze leuke partij met tegengestelde rokades en enigszins wisselende kansen. De spelers kwamen trouwens ook niet aan de ontknoping toe want al op de 25e zet ging de Helmonder door zijn vlag (iets waar ik trouwens elke wedstrijd weer bang ben dat dat Hans zou overkomen).

Arda bleek zijn uitverkiezing waar te maken. Heel makkelijk spelend overrompelde hij Pim Blijlevens die in mijn ogen helemaal zoek gespeeld werd.

Maar daarmee was de koek wel op. Niet alleen wat betreft mijn dagdromen, maar ook wat betreft de punten. De vier topborden gingen allemaal verloren. Wat een drama.

Frits is het even een beetje kwijt. Na een fantastische eerste seizoenshelft, moest hij de vorige ronde opeens het onderspit delven tegen onze eigen Paul van Zon. Kan gebeuren, maar dat hij nu ook van (ook al min of meer onze) Gachatur Kazarjan verloor was wel heel zonde, en ik vrees een teken van afnemende vorm van Frits. Nou ja, wat daar ook van zij, Gachatur is natuurlijk geen jongetje meer, en dat Frits hem zijn ‘leerling’ noemt is wel waar, maar ook iets uit vervlogen tijden. Gachatur speelde gewoon een uitstekende partij, kreeg de overhand, en een klein foutje van Frits werd genadeloos afgeslacht.

Bas en Hans B. konden het beiden (net) niet bolwerken tegen de topspelers van Helmond. Ze hielden lang stand, en het laatste wat ik zag was dat Bas waarschijnlijk wel remise zou houden, al had Hans B. het erg zwaar – een vrijpion minder in een D+T eindspel. Maar beide verloren dus, en waar het bij Bas neerkwam op een misplaatste inschatting mijnerzijds (ik heb ook maar 1960 he?), bleek juist bij Hans B. er nog een remisekans in gezeten te hebben. Volgens Stockfish dan, maar diens (dier?) rating is ook wel iets hoger dan die van onze nestor.

[“Onze Taal”: Het gebruik van dier maakt een tekst bovendien meteen erg formeel en afstandelijk. Wie duidelijk en toegankelijk wil formuleren, kan dier het best vermijden. (Wie het juist leuk of zelfs belangrijk vindt ouderwetse vormen als dier te gebruiken, kan dat uiteraard doen.) red.]

En dan moet ik zelf met de billen bloot. Mijn gedagdroomde glansrol verkeerde in het tegenovergestelde daarvan. Bij een stand van 2½ – 2½ kreeg ik een remiseaanbod, dat ik weigerde met het oog op de stand in de wedstrijd. En met het oog op het bord. Met reden hoor! Nog op zet dertig stond alles op het bord. Op de koningsvleugel was de stelling helemaal dichtgeschoven, terwijl ik op de damevleugel, waar ik veel meer ruimte had, een aanval aan het opzetten was. Bijna al mijn stukken had ik ook daarnaartoe gedirigeerd, en precies op dat moment, terwijl ik mijn dame op a7 zette, met lopers op b7 en e7 en een paard op d7, sloeg wit een bres in de koningsvleugel. Een echt loperoffer, en meteen maar een paard erbij. Twee stukken voor twee pionnen!!! Volledig verrast raakte ik min of meer in paniek, en met veel te weinig tijd, en met mijn hoofd veel te veel bij de partijen van Bas en Hans B. die ook nog bezig waren greep ik een paar keer achter elkaar mis. Wit sneed als een warm mes door de boter en een paar zetten later was het mat al ondekbaar.

Dus: in plaats van na geduldig opereren en langzaam mijn voordeel uitbuitend een punt te scoren, daarmee de stand op 3½ – 2½ brengen en Hans en/of Bas de moed te geven met een voor de poorten van hel weggesleepte remise het wedstrijdpunt binnen te halen, ging ik keihard onderuit, sloopte indirect het laatste restje weerstand bij onze kopmannen, en dat maakte mij hoogstpersoonlijk en in mijn eentje verantwoordelijk voor deze treurige nederlaag.

Ha, ik voel me alweer wat beter. Toch wel fijn zo’n therapeutisch verslag te kunnen schrijven.

De overige uitslagen in onze poule vielen niet in ons nadeel uit. Een overwinning in de laatste ronde tegen Zuid-Limburg 3, dat al veilig is, is zeker voldoende. Een gelijkspel zal waarschijnlijk ook wel genoeg zijn, en zelfs een kleine nederlaag hoeft niet fataal te zijn. In de laatste twee situaties zijn we dan wel afhankelijk van Zuid-Limburg 2, dat tegen Dubbelschaak zijn (haar? hun?) sportieve plicht moet doen. Maar laten we het daar niet van afhangen en gewoon zelf winnen van de Zuid-Limburgers. We kunnen het (en dat is geen dagdroom).

Hans Ouwersloot

[“Onze Taal”: De voorkeur gaat uit naar ‘haar’: Het generieke gebruik van mannelijke voornaamwoorden heeft als nadeel dat zulke zinnen in eerste instantie een mannelijk beeld kunnen oproepen, waardoor minder aan andere genders wordt gedacht. red.]