Verslag ronde 1

Bekerteam bekert verder

ESV heeft de eerste ronde van het NBSB bekertoernooi glansrijk overleefd. De lotingsbeker van de NBSB koppelde ons aan De Vughtse Toren. Uitgerekend De Vughtse Toren die ons in de vorige editie van het bekertoernooi in de kwartfinale uitschakelde. Maar ook De Vughtse Toren die afgelopen jaar ons derde team kampioen maakte door in de laatste ronde koploper Checkmate te verslaan. Kortom, een tegenstander om met respect tegemoet te treden.

Na enig georganiseer kwam teamleider Jeroen met het volgende team op de proppen: Hans Bosscher, Frits Schalij, Jeroen van de Put en Ad van Rijsewijk. Een team met gemiddeld 75 ratingpunten per bord meer dan De Vughtse Toren. De kunst is natuurlijk om ook iets te doen met die overmacht aan ratingpunten.

Hans Bosscher lukte dat goed tegen Marc Viering. Ik heb niet veel van de partij gezien. Die paar keer dat ik keek stond Hans met zwart wat gedrongen in een typische damegambiet stelling. Tegen de tijd dat besloten werd dat ik het verslag zou schrijven zat Hans al lang en breed weer thuis. Ik heb hem niet kunnen vragen naar de partij en moet dus afgaan op horen zeggen. Het verhaal ging dat Hans ergens een pion won en even later het punt kon incasseren.

Ook Jeroen had het lange tijd moeilijk maar trok uiteindelijk toch aan het langste eind. Jeroen weigerde de Morra pion van zijn tegenstander Henk van Evert en speelde met zwart zo actief mogelijk. Alleen in de strijd om het initiatief blunderde hij pardoes een kwaliteit weg die Henk dankbaar accepteerde. Hierna werd de oude stelling van Johan Cruijff wee eens bewaarheid: ”ieder nadeel heb zijn voordeel.” Henk van Evert verloor door de onverwachte gift zijn scherpte en de aanval van Jeroen werd zowaar gevaarlijk. Toen de zwarte dreigingen niet door wit op de juiste manier gepareerd werden mocht Jeroen een matcombinatie uitvoeren.

Bij Ad gebeurde eigenlijk het tegenovergestelde: Ad kwam prima uit te opening maar wist niet te winnen. Hij won al snel een pion en kreeg ook nog eens een prettige koningsaanval. Ad spendeerde bijna al zijn tijd om uit te rekenen hoe hij zijn koningsaanval zo succesvol mogelijk kon afronden. Zijn tegenstander Geert van der Cruysen vertrouwde Ads varianten blindelings en gaf zonder lang na te denken zijn dame tegen een toren en paard om de aanval af te wenden. De stelling die overbleef was natuurlijk gewonnen voor Ad, maar het lukte hem niet om in de beperkte overgebleven tijd de winst binnen te halen en moest tenslotte in remise berusten.

Ik had ook een scherpe partij. Mijn tegenstander Wim Viering lokte me via het Russisch in het Vierpaardenspel en speelde de gevaarlijke Rubinsteinvariant. Hij bleek echter minder goed op de hoogte te zijn dan ik van alle finesses en na 22 zetten stond ik een kwaliteit en twee pionnen voor. Gezien onze wederzijdse tijdnood speelde Wim nog even door. Ik moet toegeven dat mijn spel voor de tijdcontrole niet tot de hoogtepunten van mijn schaakcarrière behoren, maar toen er na de 40ste zet weer tijd bij kwam was het toch gauw gebeurd.

Een 3½ – ½ overwinning dus. De nederlaag van vorig jaar is weer recht gezet. Maar gezien wat zij vorig jaar voor ons derde hebben gedaan, hadden we hun toch wat meer mogen gunnen.

Frits Schalij

 

  Eindhoven 1958 De Vughtse Toren 1882 3½-½
1. Hans Bosscher 2028 Marc Viering 1978 1-0
2. Frits Schalij 1971 Wim Viering 1889 1-0
3. Jeroen van der Put 1962 Henk van Evert 1888 1-0
4. Ad van Rijsewijk 1871 Geert van der Cruysen 1773 ½-½

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *