Verslag ronde 8

Stukkenjagers 3 – Eindhoven 2    4 – 4

Parkeren.
Met omstreeks 11:15 vertrekken uit Eindhoven dacht ik genoeg marge te hebben, maar eenmaal in de binnenstad van Tilburg aangekomen vonden wij niet zomaar een twee drie een parkeerplaats. Nadat wij alle lokale etablissementen een keer of drie gezien hadden besloot Hans van den Hurk Frits en mij maar bij de zaal af te zetten en zelf een parkeerplaats te zoeken. Dit lukte uiteindelijk wel maar het bezorgde Hans de nodige tijdsachterstand en een deuk(je) in zijn auto.

Bord 1
Hans van den Hurk speelde op bord 1 en het zat Hans niet mee, zie de parkeerperikelen. Zijn verslag:
Met wit kreeg ik de moderne opening tegen. Hieruit ontstond een voor wit wat gunstigere versie van het Konings Indisch. Dit werd ook door Fritz bevestigt. Steeds bleef ik wat beter staan met e4 onder controle en de zwartveldige loper van zwart nooit actief. De thematische konings-aanval van zwart was bijna tot stilstand gebracht en zelf had ik torens verdubbeld op de open c-lijn. Het was nu een kwestie van geleidelijk de damevleugel oprollen. Ik speelde al enige zetten op increment vooral ook omdat ik twintig minuten kwijt was voor het zoeken van een parkeerplaats. Met +0.69 voordeel maakte ik op zet 30 een blunder maar dit was nadat ik al door mijn vlag was gegaan.

Bord 2
Jacob speelt een sterk seizoen, nu had hij ook weer een erg sterke tegenstander maar bleef weer keurig overeind:
Ik had even gekeken wie waarschijnlijk mijn tegenstander zou zijn: Greunsven, een degelijke e4-speler. Ik besloot hem te verwarren met 1. … g7-g5. Helaas kreeg ik  César Becx tegenover me en als eerste zet f2-f4, een van de weinige zetten waarna g5 minder goed is. Dus maar gereageerd met 1. … Pc6. Na een zet of tien stond ik beter (vond ook Cesar achteraf). Dat paard van c6 wist via a5 en b3 de witte stelling binnen te dringen, maar moest via een andere weg op zijn schreden(?) terugkeren. Ik investeerde een pion voor activiteit, maar verkeek me en zag twee centrale vrijpionnen oprukken. Met een verrassende combinatie kon ik afwikkelen naar een eindspel met ieder een toren en paard en een pion meer voor mij. Jammer genoeg was die pion onderdeel van een tripelpion en geen lang leven beschoren. In een duidelijk mindere stelling wist ik alle matdreigingen net te ontlopen en naar remise te scharrelen. Een moeilijke, maar ook rijke partij.

Bord 3
Ik (ondergetekende) speelde dus wel tegen John Greunsven, een sterke maar vooral solide speler. Na de opening had ik wat ruimtevoordeel , maar na een groot ruilfeest ( de dames en alle torens waren er af) bleven wij beide over met vier lichte stukken en zeven pionnen. Omdat mijn tegenstander ook achter zijn pionnen met zijn stukken bleef manoeuvreren zag ik niet hoe ik dit moest winnen en zou tevreden zijn met remise. Toen mijn tegenstander toch een actieve zet probeerde ( hij dacht dat bord 5 van hun ging verliezen) gaf mijn ruimtevoordeel meteen een hele goede kans voor mij. Ik won al snel een pion, waarna de stelling van zwart op instorten stond, en kort daarop ook nog een tweede pion.
De stelling was helemaal uit zoals dat zo mooi heet, maar ik moest toch nog hard werken voor mijn punt mede omdat ik het ook iets te gehaast wilde winnen.
Uiteindelijk won het toch en mocht ik de 4 – 4 bijschrijven.

Bord 4
Frits speelde met zwart een solide partij en stond in de eindstelling waarschijnlijk iets beter:
Door parkeerproblemen in het centrum van Tilburg kwamen wij iets te laat in de speelzaal. Onze klok was al enkele minuten aan het lopen maar mijn tegenstander bood, heel sympathiek, meteen aan wat drinken te halen. Toen hij terug kwam met drinken hadden we weer beiden evenveel tijd. Hij koos ook, weer heel sympathiek, met wit geen scherpe openingsvariant zodat ik met een bevredigende stelling het middenspel in ging. Even leek het er op dat hij een koningsaanval zou krijgen en ik het initiatief op de damevleugel. Maar hij verkoos toch om zijn damevleugel te verdedigen in plaats van de koningsaanval door te zetten. Mijn initiatief leidde tot een klein voordeeltje maar na een grote ruil van stukken bleek dat onvoldoende om op winst te spelen. Dat was een mooi moment om de vrede te tekenen.

Bord 5
Zoals zo vaak wanorde bij Hans Ouwersloot. Hans kreeg rond zet 7 een paardoffer op f2 tegen dat misschien niet helemaal correct was maar wel praktische kansen bood.

Tegenstander Marleen van Amerongen (een van drie van Amerongens in hun team) reageerde goed op mijn gambietvariant tegen het Siciliaans. Haar paardoffer op f2 had ik helemaal over het hoofd gezien en hoewel ik de boel bij elkaar kon houden en een stuk meer op het bord hield, had Marleen genoeg pionnen, en de betere stelling. Toen ik me niet los wist te werken ging mijn bonusstuk ook nog eens verloren. Even leek ik met kwaliteitswinst nog wat tegenspel te krijgen, maar er ging snel weer een stuk verloren en moegestreden gaf ik op. Een chaotische, daarom wel leuke partij, maar eerlijk gezegd vooral voor mijn tegenstander.

Bord 6
Bij de partij van Nico leek er niet zoveel aan de hand, echt verrassend was de uitslag remise dan ook niet. Nico:
Ik speelde met zwart tegen Ruud Feelders. Er kwam een gesloten Siciliaan op het bord. Zoals gebruikelijk kenmerkte de partij zich door langzaam spel, en we verbruikten allebei veel tijd. De strijd concentreerde zich op het centrum, waar ik een “badkuip” gevormd had. Er kwam na d3..d4 en uiteindelijk d4..d5 een stelling met aan de ene kant een permanent gat op e6 tegen een potentieel kwetsbare pion op d5. Ik stond tamelijk gedrongen maar stevig. Ik miste de computervoortzetting Lxc3 (wie geeft er nu zijn zwartveldige loper op?), waarna de d5 pion dodelijk zwak wordt en zwart via een tactisch grapje de witte stelling permanent onder druk kan zetten. In plaats daarvan had ik het plan om mijn paard van f7 om te spelen en zo de druk te verhogen (Pf7-h6-g8-f6), maar wit kon dat voorkomen door Pf3-g5-e6 te dreigen. Ik zag niets beter dan herhaling van zetten en zo werd de vrede getekend.

Bord 7
Walter werd in de vroege ochtend nog snel even opgetrommeld omdat Arjan ziek uitviel.
Walter speelde een Weense opening met een variant (vroeg Dg4) die ik ook wel eens super lang geleden in mijn jonge jaren heb gespeeld. Het zou allemaal best goed voor wit moeten zijn maar al vroeg ontstond een stelling met evenwicht. Toen de tegenstander van Walter even iets te voortvarend met zijn pionnen aan de haal ging greep Walter zijn kans en wist later zelfs een loper te vangen, wat genoeg voor de winst was.

Bord 8
Rik speelde een spannende partij, met een weliswaar bekende maar toch best gewaagde opzet. Rik heeft  zijn partij bijgevoegd.
Na lekker vroeg in Tilburg aangekomen te zijn, soms zit het mee met het OV, besloot ik eerst maar eens een bakker te bezoeken voordat ik mij naar de speelzaal spoedde. Daar speelde ik een droom opening met zwart, de “accelerated Gurgendize”. Alles verliep netjes volgens plan en ik kwam in een middenspel terecht dat lekkerder speelde voor zwart doordat alleen ik breekzetten tot mijn beschikking had. Na een computervoortzetting die duidelijk kans op winst opleverde gemist te hebben bleef er een eindspel  over dat ondanks een pion meer helaas niet te winnen was.

Rudi Serton