Van de partij Hans Keijzers – Hans Reusink staat een fragment op de pagina ‘Partijen’.
Eindhoven 4 – Nuenen 4
Zo had het moeten zijn. Maar het was Eindhoven 4 – Nuenen 1. En het werd Eindhoven 3½ – Nuenen 4½. Snapt u het nog? Bij ons is het inmiddels doorgedrongen. Een slag verloren betekent nog niet de hele oorlog verloren sprak Napoleon voor hij zijn Waterloo vond (Hij zei dit niet in het openbaar, dus bespaar u de moeite om het op te zoeken), maar feit is wel dat we na twee ronden nog steeds op nul punten staan. Enfin, we gaan onze beste man niet naar een eiland in de Atlantische Oceaan verbannen (Dit schijnt wel echt gebeurd te zijn) voordat wij op andere wijze getracht hebben de boel weer op de rails te krijgen. De afdeling nazorg der Eindhovensche Schaakvereniging heeft al een traject uitgestippeld en er wordt momenteel hard aan gewerkt. Na ronde drie op dertien december weten we meer hierover te melden. Laten we eerst bekijken hoe het zo ver heeft kunnen komen. Er zijn nogal wat verzachtende omstandigheden; het valt voorwaar niet mee om je in zo’n team staande te houden. Het begon allemaal met personeelstekorten bij de andere teams. Met name het derde deed een klemmend beroep op ons, hun problemen op te lossen door ‘van onder af’ door te schuiven. Nu hadden zij al aan het begin van het seizoen een van onze beste mensen weggekocht, zodat we het dit jaar zonder Dennis zouden moeten zien te rooien. Dat was ingecalculeerd. Van het geld zijn we met zijn allen gaan eten. Zand erover. Na overleg op het hoogste niveau werd besloten in hemelsnaam dan ook maar Ewout (eenmalig!!)af te staan. Later bleek dat zij samen goed waren voor anderhalf punt en aldus het verschil vormden tussen winst en verlies bij het derde. Het zij ze gegund..
Bij ons kwam Ton van de reservebank. Onverwacht op het laatste moment opgeroepen, zonder wedstrijdritme opende hij Weens, maar vergat na enkele zetten h3 te spelen zodat zijn tegenstander met de loper het paard op f3 kon pennen. Wegspelen van de dame en aldus de verdubbeling van de f-pion accepteren zou onaangenaam voor wit af kunnen lopen, waarop Ton (ogenschijnlijk na overleg met zijn tegenstander, maar dat zal gezichtsbedrog geweest zijn) werkelijk in no time de ganse mikmak afruilde. Toen de kruitdampen waren opgetrokken en de notatieboekjes bijgewerkt hadden ze beiden twee torens, vrijwel alle pionnen, waarvan ieder een dubbelpion, en, gelukkig maar, de koningen nog over. Prompt bood Ton remise aan. Het was tenslotte al half twee en dan kon hij nog juist de bus halen. Zijn tegenstander besloot dan maar zijn teamleider erbij te halen, welke ogenblikkelijk bereid was de stelling in ogenschouw te nemen. Hier meende ik in te moeten grijpen. Mooie boel zou het worden als je iemand kon consulteren om te vragen of het wel of niet gevaarlijk was om door te spelen en of er nog kansen waren die je nu zelf nog niet gezien had, maar die een geoefend oog reeds in de stelling besloten zag. Mijn bezwaren werden weggewimpeld met: “Dat doe ik altijd zo”. Het klonk geheel oprecht en aangezien ik geen enkele bevoegdheid had om me waar dan ook mee te bemoeien en de sop en de kool en de geit en zo speelden ze na overleg nog enkele zetten door en werd de vrede getekend. Halfje, dat wel, maar onze reservespeler is niet tot het uiterste gegaan. Prijs u gelukkig dat ik niet de teamleider ben want bij ons volgende trainingskamp zou ik.., ach wat leg ik toch te zeuren.
Flip zelf was de volgende. Kwam een beetje moeizaam uit de opening, zwak pionnetje op b6, u kent dat wel. Hij wist zich nog aardig te verdedigen en na een hoop geruil over en weer, was de zwakte opeens verdwenen. Ingeruild klaarblijkelijk. Kan gebeuren. Het stond nagenoeg gelijk met beiden een a-pion en nog vijf pionnen op de koningsvleugel. Voortvarend ging Flip met dat vijftal aan de slag maar vergat op tijd zijn a-pion te ondersteunen. Het gevolg laat zich raden. Het kleinood verdween in de doos en alle daarna gespeelde zetten konden niets meer aan de uitslag veranderen. Moet nog gezegd dat Flip uitkwam tegen de heer Geluk. Op voorhand een onmogelijke opgaaf derhalve: een punt achterstand.
Karel, onze nestor, bron van inspiratie en bewondering, speelde zijn honderdduizendste partij (ik ben de tel kwijt) maar ging bij de opening in de fout en kwam al snel onder druk te staan. Karel wist zich echter te herinneren hoe hij zoiets ruim zestig jaar geleden oploste en hij ruilde een paard voor twee pionnen. Dat gaf wat lucht. Helaas, de ene partij is de andere niet. Er zijn, op een aantal na, bijna oneindig veel mogelijkheden, zo heb ik mij laten vertellen, dus is het heel wel mogelijk dat Karel zich hier vergist heeft. Hoe dan ook, te weinig lucht om het tij nog te keren. Twee punten achter dus.
Gelukkig hebben wij Peter. Kloek en onversaagd. Tot stervens toe bereid. Altijd goed voor een punt. Lees hier hoe het mis ging. (Ter uwer geruststelling: Peter heeft het overleefd..) Peter mocht met zwart zijn debuut maken aan het eerste bord van ons fameuze vierde team. Na de verhuizing van Rinus, het overlopen van Dennis en, niet te vergeten, de voorafgaande resultaten van Peter zelf is hij immers de hoogst gekwalificeerde in ons midden. Zijn vuurdoop vond plaats met een ratingvoordeel voor Peter van -262 punten. Eitje dus. Deze woorden zijn van Peter zelf en het tekent zijn instelling. Menigeen zou kunnen overwegen hier een voorbeeld aan te nemen. Ten strijde! Hij kreeg de superscherpe Botvinnik variant van het half-Slavisch op het bord, waarvan de theorie in zeer beperkte mate bekend was bij zowel zwart als wit. (Hoe zo iets dan op het bord komt, past niet in het kader van dit verslag. Daar zijn boeken over geschreven. Ik kan daar slechts naar verwijzen.) Na een zetje of dertien was het dus improviseren geblazen. (Voor mensen als Peter, die hun openingen tot in de veertigste zet voorbereiden, is dit met recht zeer beperkt te noemen) Peter dacht c5 door te drukken waarna zijn pionnen op de damevleugel minstens drie nieuwe koninginnen op gingen leveren en hij richtte zich volledig op dit plan. Ieder die een beetje thuis is (zetje of dertig) in de superscherpe Botvinnik variant van het half-Slavisch voelt op zijn klompen aan dat dit niet kan en ook de witspeler doorzag het zaakje meteen en wist met een paar subtiele manoeuvres de angel eruit te halen. De zwarte loper op f8 en de toren op h8 deden niet mee in het spel en de koning op a8 werd het middelpunt van de aandacht van alle witte stukken. Eenieder zou bezwijken onder zoveel druk maar Peter, ik bedoel, en Peter ook. In een toch al moeilijke positie beging hij een blunder. Dat kon zijn stelling niet hebben is hier wat zwak uitgedrukt: op zet vijfentwintig was het mooi geweest. Min drie is de stand inmiddels met nog een half team aan zet. De druk loopt allengs op.
Luca, onze nieuwe aanwinst, speelde met wit tegen Joop op bord twee. Zijn eerste partij voor Eindhoven leek uitstekend te beginnen en na de openingsfase stond hij overwegend, zoals dat zo mooi heet. In het middenspel ging er iets onnavolgbaar mis en stond hij plotsklaps een pion achter, maar dankzij een actief eindspel keerden de kansen en ontstond er een stelling met dame en loper (Luca) tegen dame en vier pionnen (Joop). Zwart verkeerde in tijdnood en heeft toen maar remise aangeboden. Een veelbelovend debuut, dat wel, maar de stand nog altijd min drie en nog drie borden te gaan. De druk wordt bijkans ondraaglijk nu alleen drie overwinningen een matchpunt kunnen betekenen.
Een impressie van de partij van Paul aan bord acht. Jan Spruijt begon met e4 en Pf3 en vervolgens pianissimo, zoals dat zo mooi in het Italiaans heet. Dat Jan bewust gekozen had ‘het rustig aan te doen’ bleek toen hij tot vier keer toe remise aanbood. De vierde keer zelfs onder de toevoeging: “nou, voor de laatste maal dan”. De eerlijkheid gebied te zeggen dat het toen ook gelijk stond met ieder een toren en vijf pionnen, maar Pauls koning stond in het centrum, op d5, en die van Jan nog op c7. Een dergelijke minieme kans het verschil te maken wordt door Paul instantaan onderkend en hij wimpelde resoluut af. Min drie was de stand, zoals u weet, maar de impressie vermeldt niet wat Paul hiervan wist. Onverstoord schaakt hij echter door en daar is ook veel voor te zeggen. Jan dacht nog een pion te winnen op g2 en zette zijn toren op c2. Dat had hij niet moeten doen, want nu kon Paul met een schaakje op c5 (ziet u het voor u?) hem dwingen de torens af te ruilen en werd de koning in het centrum goud waard. Zijn g-pion promoveerde dan ook ruim eerder en Jan kon, voor de laatste maal, Paul de hand schudden. Zou het dan toch nog mogelijk zijn?
Ron, wie kent hem niet (nou ik), kan tamelijk goed met druk om gaan, maar heeft de onhebbelijke neiging om op alle acht de borden (plus nog een handvol van het eerste, tweede en derde team) mee te kijken. Voor het verslag, zou u denken. Maar nee; hij speurt de zaal af op zoek naar een tweeduizend speler die na vijftien zetten dezelfde stelling op het bord heeft. Nog nooit gelukt, maar je moet wat nu je je telefoon niet meer mee mag nemen. Door al die activiteiten rondom ben ik me wel zeer bewust van de stand en wist dat het van ons af zou hangen vandaag. Ons ben ik, die naast Hans zat en Hans die naast mij zat, maar dit terzijde. Mijn tegenstander rommelde wat in de opening en verspeelde een paar tempi. Ik had in die fase al een soort van plan!
Zie het diagram:
Zwart heeft zojuist 13… Dd8-c8 gespeeld, waar ik zoiets als Pg6 verwacht had. Nu ken ik de uitdrukking: “Een paard aan de rand brengt kommer en schand”, maar ik wilde wel eens weten hoe het dan met twee paarden zat: 14. Ph5!? Misschien niet de beste zet, maar dat hoeft ook helemaal niet. Mijn tegenstander raakte er dusdanig van in verwarring dat hij op zijn beurt vergat het paard er meteen af te slaan en speelde14…Pg6 om na 15.Pxf6 vrijwel à tempo gxf6 te spelen. Hier nu was 15…Pxh4 op zijn plaats geweest. Ik had daar behoorlijk wat rekentijd ingestoken om te zien of het niet fataal zou aflopen, maar 16.Pxd7 Dxd7 17.0-0 leek me wel kansrijk en zelfs 16.Lxh6! komt in aanmerking. 16…Pxg2 faalt op 17.Kf1 en na 16…Le7 17.Pxd7 Dxd7 18.g3 gxh6 19.gxh4 Lxh4 20.0-0-0 krijg ik aanvalskansen langs de open g-lijn en staat mijn koning beter opgesteld dan de zwarte. Nu ging het snel: 15…gxf6? 16.Lxh6 Tg8 17.Dh5 Tg7 18.Lxg7+ Kxg7 19.Pf5+ Kf8 20.d4 en de stukken zouden in de doos gekund hebben ware het niet dat ik nog wat tegenkansen wist te creëren (voor hem dan!) en een aantal keren diep moest gaan om de enige nog winnende voortzetting er uit te peuren. Mijn 40e zet, met nog tien seconden op de klok, bleek de genadeslag. Stand 4 – 3 voor hullie en Hans nog over.
Hans zijn verhaal is inmiddels genoegzaam bekend in Eindhoven en omstreken en wie ben ik om hier nog zout in de wonde te strooien. Dat is dan ook geenszins de opzet van dit verslag; ik geloof in de louterende werking van catharsis. Hans heeft zelf al in de rubriek ‘Partijen’ (Helaas, fans: alleen toegankelijk voor leden) laten zien hoe hij des tegenstanders dame gevangen had om haar dan in een vlaag van medelijden / bewustzijnsvernauwing / verstandsverbijstering te laten ontsnappen. Het leverde hem wel een stuk voordeel op, zodat ik vol goede moed gade sloeg hoe wij op het nippertje het matchpunt zouden krijgen dat ons toekwam. Met een paard en een toren en wat pionnen tegen een toren en wat pionnen en weinig aanleiding tot paniek vanwege allerlei dreigingen van stelling of klok leek er geen vuiltje aan de lucht. Totdat Hans in een vlaag van, wie zal het zeggen, besloot zijn paard naar f7 te spelen. Van daaruit dekte het alle pionnen die nog dekking behoefden plus een handvol zwakke velden waarlangs de toren misschien binnen zou kunnen dringen. Ideaal dus. Maar het werd hardhandig weerlegd: Txf7! Of Hans daarna nog, theoretisch dan, gewonnen stond, weet ik niet, doet ook niet ter zake. Praktisch zat hij er in ieder geval verloren bij en mocht hij van geluk spreken dat zijn tegenstander het remiseaanbod aanvaarde. De afdeling nazorg heeft Hans onder zijn hoede genomen en hij krabbelt langzaam weer overeind. Wij houden intussen de vinger aan de pols.
Conclusie: Op voorhand zou Nuenen geen partij voor ons zijn: Veels te sterk! Ze begonnen met maar liefst 2970 ratingpunten meer. Ik chargeer zoals gebruikelijk want Luca heeft nog geen rating, maar als we zijn tegenstander ook niet meetellen kom ik toch op een gemiddelde rating van 1538 tegen 1709, een verschil van 171 per bord. Zo bezien en de onfortuinlijke afloop in aanmerking nemend heeft Eindhoven 4 wederom fantastisch gepresteerd en kunnen wij met rechte rug en opgeheven hoofd onze volgende tegenstanders tegemoet treden. U hoort nog van ons.
Ron van Hoogstraaten
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Nu val ik door de mand met mijn ‘ooggetuigenverslag’. Ik had gezien dat Hans gewonnen stond en zat reeds aan de bar. Voor zij die denken dat ik niks beters te doen heb, dan alle partijen van mijn teamgenoten analyseren en boekstaven: dat is niet zo. De waarheid mag een goed verhaal niet in de weg staan, heb ik van Jules geleerd. Desondanks is iedere aanvulling of verbetering welkom!
P.S. Het wachtwoord voor de pagina ‘Partijen’ is opvraagbaar via de afdeling communicatie. Zie pagina ‘Bestuur‘.
Aanvulling & verbetering: onze verslaggever vraagt zich af of ik na Txf7 nog gewonnen stond, al dan niet theoretisch. De realiteit was dat ik verloren stond, zowel theoretisch als praktisch. Ik mocht inderdaad van geluk spreken, niet omdat mijn tegenstander mijn remiseaanbod aanvaardde, want dat was namelijk niet aan de orde, maar omdat mijn tegenstander mij direct na Txf7 een remiseaanbod deed. Een reuze fideel aanbod van Nuenense Hans, zeker nadat ik zo ostentatief jacht had gemaakt op zijn dame. Hij wilde blijkbaar van mij af…