Verslag ronde 3

Wij tegen Helmond

Zaterdag 4 januari ontvangt Eindhoven 4 het team van HSC 3 te Burghplan voor een sportieve revanche op de smadelijke nederlaag van het vorig seizoen. Het eerste verloor diezelfde dag destijds ook van Helmond en sommigen wilden zelfs hun lidmaatschap opzeggen. Als klap op de vuurpijl, en ik weet dat niemand eraan herinnerd wil worden maar toch, twee dagen later ging het bekerteam ten onder en weer tegen Helmond. Een paar maanden later wist het avondteam de totale vernedering te voorkomen, maar tegelijkertijd verloor het B-team een paar meter verderop voor de vierde maal dat seizoen van HSC.  Eindstand: 10½ – 17½.
Getergd tot op het bot is hier een zwak understatement.

Voor u verder leest verklap ik alvast de afloop: We wonnen met 13½ – 2½ geen Helmonder die het volle punt scoorde.
(Jos Sutmuller een Helmonder, maar die reken ik tot de onzen)
In een klap het hele vorig seizoen goedgemaakt. En het ging ongeveer zo:

Ongeveer, want ik zat er wel bij, maar met oogkleppen op. Toen ik ontwaakte stond de teller op  4 – 1 in ons voordeel met Dennis, Hans en Ewout nog aan het spelen. Een rondje langs de borden leerde dat de overwinning niet in gevaar was; er moest drie keer een vreselijke blunder worden begaan om niet minstens één remise te scoren. Ontwaken is trouwens niet het juiste woord, ik kom daar nog op terug.

Flip speelde met wit tegen Ralph Kiffers. Er gebeurde weinig tot Ralph op de 21e zet een fout maakte die hem een pion kostte. Hij kreeg die pion wel weer terug maar zijn stelling was beter en op zet 43 kwam Flip weer een pion voor. Remise aanbod werd derhalve beleefd afgeslagen. Een afgeslagen remise aanbod doet een mens neigen te denken dat er gewonnen moet worden, maar is dat ook zo? Hoe dan ook, door een black out pakte Flip zonder nadenken (?!)  een paard dat een pion had geslagen, maar zag over het hoofd dat zijn toren ongedekt stond. Dat werd dus een paard tegen een toren en pionnen. Het moet geen regel bij ons worden om remise af te slaan en daarna nog te verliezen, besefte Flip wellicht te laat. Uit betrouwbare bron vernam ik dat hij in alle varianten verloren stond. Alle varianten ? Nee, één klein variantje bleef dapper weerstand bieden en dat koos Ralph: Er bleef een eindspel over van een loper (Flip) op de lijn d1-h5  en een koning tussen d en h1 tegen toren en koning en een pion op h6. Na vele pogingen om mat te zetten besloot hij uiteindelijk op de 83e zet toren en loper af te ruilen en toen kon Flip nog net op tijd met zijn koning de randpion tegenhouden. Remise.

Peter had wit en kreeg een geweigerd damegambiet voor zijn kiezen. Op zet 4 speelde zwart al c5, en na het ruilen van wat pionnen in het centrum kon Peter dames ruilen op d8. Zo hield hij de zwarte koning in het centrum, maar hij kreeg er een geïsoleerde pion op de c-lijn voor terug. Hierna had hij een klein miniem plusje maar niets spannends. Toen alle stukken ontwikkeld waren ging Peter met zijn pionnen oprukken in het centrum. Zijn tegenstander reageerde met een vreselijke pionzet waardoor diens koning onder zwaar vuur kwam en er een pion verloren ging. Hierna was het rustig uitschuiven en op zet 34 gaf zwart op. Klinkt eenvoudiger dan het is: niets spannends en een vreselijke pionzet. Maar je moet er wel even het koppie bijhouden. Dat nu is Peter wel toevertrouwd: 1 – 0.

Van Karel heb ik niks gehoord of gezien, maar neem van mij aan dat hij weer als vanouds een degelijk stukje werk afgeleverd heeft. Zo wilde ik schrijven. Maar de waarheid gebiedt anders. Zijn partij begon erg rustig met een passieve tegenstander. Dit verlokte Karel tot het offeren van een heel paard; wel leuk, niet goed. Later kreeg hij de mogelijkheid om eeuwig schaak te geven maar, zoals een oud Chinees spreekwoord zegt: Als je voor remise gaat, dan win je niet. Karel koos voor een eindspel met een stuk minder maar een paar pionnen meer en dankzij deze instelling wint het vierde dus !  1 – 0.

Ton begon een Weense partij waarin beide partijen vol op de aanval speelden. Zijn tegenstander offerde een heel paard om een doorbraak te forceren (het is besmettelijk..), maar het offer bleek voorbarig en de doorbraak kwam er niet. Na wat verdedigende zetten stond Ton gewoon een stuk voor. Helaas zo’n beetje net als Flip blunderde Ton zijn paard voorsprong even later weg. Net als bij Flip was ook hier het gevolg:  Remise.

Ondergetekende speelde tegen Wilfried van de Kimmenade. Ik wist dat ik al eerder tegen hem gespeeld had en Hans, naast mij gezeten wist nog dat ik toen glansrijk gewonnen had. Dat geeft de burger moed. Met de kennis van nu kan ik u vertellen dat ik destijds kansloos verloren heb; een gouden opmerking dus van Hans. Dank daarvoor. Mijn tegenstander speelde Spaans en ik koos natuurlijk voor dezelfde variant als Carlsen en Anand. Maar ach: Ich bin kein Berliner. Wilfried ook niet trouwens. Na enige wederzijdse onnauwkeurigheidjes bleek ik toch wat handiger en wist een betere pionnenstelling, een veiliger koningsstelling en een betere loper te hebben overgehouden aan de openingsperikelen. Geen gekke dingen doen (paardoffer of zo) en geconcentreerd blijven, zo hield ik mijzelf voor, immers door schade en schande wijzer geworden. De damevleugel stond dichtgeschoven met de loper van wit vrijwel opgesloten achter zijn eigen pionnen. De koningsvleugel, we hadden beide kort gerokeerd, was het slagveld. Omdat wit mijn loper had teruggedrongen met h3 en g4 stond zijn koning wat bloot en dat gaf mogelijkheden tot allerlei dreigingen en penningen. Ik veroverde en passant hier en daar een pion, voerde de druk op tot wit eronder bezweek en won tenslotte een vol stuk en de partij.
Wilfried beschrijft het zo: “Uw schaakreporter spelend met wit koos voor een archaïsche Spaanse ouverture en het werd een apocalyptische partij. Mijn vigilante tegenstander koos de juiste voortzetting na een aprocriefe aanval, won een belangrijke e-pion waarna een brisant slotakkoord met gepointeerde koningsattaque volgde. Een verdiende nederlaag.”
Met ongepaste trots kan ik u melden dat ik van alle aanwezigen misschien niet de beste zetten deed. Ik zit tenslotte niet voor niets met mijn rug tegen de kastenwand aan, de plek voor de laagsten der laagsten. Maar op het bord met vierenzestig velden in een zaal gevuld met vierenzestig schakers behaalde ik daar wel de allerhoogste score van de dag door te winnen van iemand met 233 ratingpunten meer.  1 – 0.

Zoals gezegd, nog drie man bezig en inmiddels 4 – 1 voor. Geen wolkje aan de lucht.

Ewout kwam met zwart in een Nimzo-Indische opening in een gesloten stelling terecht. Wit opende de f-lijn maar dat leverde een achtergebleven pion op e4 op, een potentieel aanvalsobject waar Ewout druk op uit kon oefenen. f5 opende, nee ontbrandde de stelling. Zwart kreeg een vrijpion op de e-lijn en een gevaarlijk initiatief, wit daarentegen tegenkansen met een vrijpion op de d-lijn. Moeilijk te beoordelen. Totdat wit een schaakje over het hoofd zag en daarbij zijn vrijpion kon inleveren. Pleit beslecht:  1 – 0.

Hans speelde met wit tegen Chris van de Aa en op de tiende zet sloeg de vlam al in de pan. Zwart pende met zijn loper het paard van Hans op e2 op zijn dame. Hij verjoeg de loper met h3  Lh5, gevolgd door g4, zoals in zijn jeugd. Vaak riskant, maar altijd interessant. Zwart trok zijn loper niet meteen terug, maar verzonk in gepeins. Ook zijn lichaamstaal liet aan duidelijkheid niets te wensen over, dus de boodschap was duidelijk: zijn tegenstander overwoog een stukoffer op g4. En aldus geschiedde. Zwart kreeg twee pionnen voor zijn paard, maar kon zijn aanval geen snel vervolg geven, omdat Hans met het loperpaar nagenoeg alle velden rondom zijn koning beheerste. I.p.v. stukken aan te voeren richting de koningsstelling ruilde zwart op de 12e zet een paard waarna wit op de 13e zet al een gewonnen stelling bereikte. Desondanks moest hij zeer nauwkeurig spelen, omdat zijn koning op de tocht stond. Zwart verdedigde zich taai waardoor Hans zich liet verleiden de zaak te forceren door met zijn d-pion het centrum te openen, terwijl zijn koning ook nog in het centrum stond. Dit liep nog net goed af voor wit, maar van een gewonnen stelling was geen sprake meer; Wit stond slechts nog beter. Gelukkig beging de zwartspeler nu twee onnauwkeurigheden achter elkaar en bood een zet voordat hij een pion ging verliezen remise aan. De troeven van zwart waren zijn verbonden pionnen op de g- en h-lijn waarvan de h-pion een heuse vrijpion was (maar dit werd keurig opgelost met een artificieus tegenoffensief van zijn tegenstander, aldus de website van HSC). Wit was namelijk met loper, dame en toren op de 7e rij, zwarts stelling binnengedrongen. Voor Zwart alle hens aan dek om mat te voorkomen. Dat lukte niet en enkele zetten voor het mat gaf de zwartspeler op. Na afloop complimenteerde de tegenstander Hans nog voor zijn nauwkeurige spel. Fritz was het daarmee niet eens, maar Fritz weet er niets van, want hij was er helemaal niet bij.  1 – 0.

Tot slot onze eerste bordspeler. Ditmaal tijdig aangemeld bij de bond zodat een eventueel positief resultaat ook echt mee zou tellen. Tegen de vlaggendrager van HSC had Dennis zich slechts wat voorbereid tegen e4 en d4. Vroeger bij de Wolstad kon hij daar misschien mee wegkomen, maar toen zijn tegenstander met veel elan het Engels op het bord zette viel Dennis zijn voorbereiding meteen in duigen. Dat bleek de beslissende fout. Je moet Dennis niet kwaad maken door zijn hele openings-voorbereiding om zeep te helpen. Wij noemen hem niet voor niks Dennis the Menace. Achter het bord bedacht hij een soort van omgekeerde Siciliaan met verwisselde kleuren door met e5 en f5 te reageren op g3 en Lg2. Lxc3 bxc3 dubbelpion: positioneel voordeel in het eindspel wist Dennis zich gesterkt, terwijl zijn tegenstander nietsvermoedend met heel andere dingen bezig was namelijk druk opbouwen op b7 met zijn toren op b1 en zijn loper op g2. Weerlegd natuurlijk. Het zuchten en steunen kon beginnen. En gezucht werd er! Wit zette zowat de hele derde rij vol pionnen, maar kon steeds op geen enkele manier tot een bevredigende pionnnenopstoot komen. Frustrerend. Zucht. Het leek af en toe wel of ze daar met heel andere dingen bezig waren en menig liefhebber van het edele spel kwam eens langs om een kijkje te nemen.
Dennis, the Menace, liet zijn onfortuinlijke opponent na elke zet moeilijker en moeilijker kijken en zo mogelijk nog zwaarder zuchten. Prettig voor zwart, onprettig voor wit om nog maar te zwijgen van de rest van de zaal. Dennis trok er zich niks van aan en ging vrolijk door met zijn tegenstander vast te zetten en uit te persen. Precies op het juiste moment opende hij het centrum en wikkelde af naar een eindspel waarbij zoals voorspeld de dubbele c-pion de witte achilleshiel bleek te zijn. Een partij uit één stuk!
1 – 0.   Of, liever gezegd:  7 – 1 !

Helmond restte niets anders dan troost zoeken bij Ria en de drank. Wij overzagen nuchter de aangerichte ravage en waren in gedachten alweer bij de volgende teamtraining zoals een winnend team betaamt.

Ron van Hoogstraaten

 

Klasse 2C; Ronde: 3; Datum: za 2014-01-04
 5
Eindhoven 45
 5
 5
HSC 35
 5
75
5
15
 5
1.
Kuijk van,D.(Dennis)
Robinson,R.(Roland)
1774
1
0
2.
Roozemond,P.(Peter)
1673
Ruijs,J.(Jack)
1774
1
0
3.
Jeurissen,K.G.M.(Karel)
1609
Bakels,R.(Rob)
1669
1
0
4.
Stomps,B.W.P.(Flip)
1507
Kiffers,R.(Ralph)
½
½
5.
Hoogstraten van,R.J.M.(Ron)
1499
Kimmenade van de,W.(Wilfried)
1732
1
0
6.
Reusink,J.G.(Hans)
1497
Aa van der,C.(Chris)
1448
1
0
7.
Snoeck,E.(Ewout)
Adriaans,M.J.K.M.(Mario)
1409
1
0
8.
Storcken,A.J.A.(Ton)
1463
Labriaire,M.(Millo)
1375
½
½

1 gedachte op “Verslag ronde 3

  1. Ron,
    Met de kennis van toen en nu, herinner ik mij dat jij vorig jaar inderdaad van Wilfried van de Kimmenade hebt verloren, al dan niet kansloos. Ook toen zat ik naast jou en heb het zijdelings meegekregen. Maar aan deze partij refereerde ik niet. Ik zou wel gek zijn! Ik doelde op jouw overwinning in het toenmalige Oost-Brabant toernooi van 15.12.2009 (je ziet dat ik mijn klassieken ken!) uit en tegen Helmond, toen jij nog dood en verderf zaaide met jouw verwoestende gambieten. Waarschijnlijk herinner ik mij deze partij, omdat het onze enige overwinning was, en ondergetekende een remise scoorde met zwart tegen de sterke Pascal Boudewijns en de rest helaas verloren ging.
    Al met al doet het mij deugd dat ik de burger van Hoogstraaten moed heb ingesproken voor zijn partij. Als dat geen teamgeest is!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *