Kempen Combinatie 1 – Eindhoven 2
Na een lange winterstop werd het externe seizoen sneller dan menigeen eind november had verwacht op zaterdag 5 februari toch weer hervat. Op deze zonnige zaterdag verzamelden de leden van het tweede zich voor dorpshuis D’n Bond in Veldhoven. Hier werd eerst wat gekeuveld over het bewijs dat log(1+e^x) voor x naar oneindig nadert naar x, een onderwerp aangesneden door Frits. Nadat we de eerste gouden medaille voor Nederland op de winterspelen nog hadden nabesproken, togen we naar binnen om de zesde (eigenlijk de vijfde, maar voor onze tegenstander de vierde) ronde te spelen tegen Kempen Combinatie 1.
Kempen Combinatie is een nieuwe club in de bondscompetitie en komt voort uit een fusie van drie Kempische verenigingen: Veldhoven, EVS uit Valkenswaard en Kemppion uit Eersel. Voor ons betekende dit feitelijk de gebruikelijke wedstrijd tegen Veldhoven 1, dat nu echter was versterkt met twee spelers van EVS: Paul van Zon en Morris Schobben, bekende namen uit onze interne competitie.
Onze teamleden waren goedgeluimd de winterpauze ingegaan en vol vertrouwen. Na een ruime zege op Helmond 1 en een nipte, enigszins gelukkige maar belangrijke winst in het vierpuntenduel tegen mededegradatiekandidaat Stukkenjagers 3 was het tweede zowaar in hogere sferen beland: de middenmoot! Maar bij de herstart haperde er toch het een en ander.
Het begin was nog veelbelovend. Hans H. speelde met wit tegen de Grünfeld van Frans Wolferink en ontwikkelde druk op de damevleugel, waarbij zwart zijn spel niet echt kon bevrijden. De zwarte dame ging wat gekunsteld via a8 naar a5, wat wit de mogelijkheid gaf tot het dreigen van allerlei paardvorkjes op de zware stukken. Toen de toren op a4 geen velden meer had gaf zwart vanwege het onvermijdelijke kwaliteitsverlies direct op.
Op het bord van Jochem leek al in de opening iets fout te zijn gegaan voor onze man en dat kwam hij tegen Nol Swinkels niet meer te boven.
Naveen was last-minute opgeroepen als invaller voor Rik en weerde zich aan het achtste bord kranig maar was uiteindelijk niet opgewassen tegen Rob van de Voort.
Frits en Paul namen in de opening allebei ruim de tijd in een Franse Steinitz-achtige stelling. De zwarte stukken stonden wat onhandig en Frits kon op zijn gemak stukken naar de goede velden dirigeren om de breekzet f4-f5 voor te bereiden. Toen die zet uiteindelijk kwam probeerde zwart met een kwaliteitsoffer de boel te compliceren. Dat lukte wonderwel. Na een blunder in wederzijdse tijdnood moest Frits genoegen nemen met een zetherhaling.
Hans B. speelde met zwart tegen het Catalaans van Huub Schenning. Na 25 zetten was nog nauwelijks materiaal van het bord verdwenen en had wit een comfortabel ruimtevoordeel verkregen tegen een solide verdedigingsbolwerk van zwart. Helaas zag Hans een kleine val over het hoofd wat een loper tegen twee pionnen (en even drie pionnen) kostte. Dit was tegen de degelijke Huub teveel van het goede.
Hiermee was rond de tijdcontrole een tussenstand van 3½ -1½ voor KC op het scorebord verschenen. Nico was in een viertoreneindspel beland en ondergetekende in een vierpaardeneindspel, beiden met enig nadeel. Alleen Hans O. kon mogelijk nog een winstpoging doen tegen Morris. De vier bordpunten leken al met al ver weg en kwamen er uiteindelijk niet.
Nico was vlak na een grootscheepse afruil in het vroege middenspel door een kleine onachtzaamheid een pion kwijtgeraakt. In het viertoreneindspel met een vrijpion minder had Nico, toen zijn tegenstander besloot deze van de zijkant te dekken, een kleine resource waarmee hij een pion terugwon. Het resterende eindspel werd met nauwkeurig spel in remisehaven geloodst.
Een pionoffer van Morris tegen Hans O. om een doorbraak te forceren bleek niet correct en na afwikkeling stond Hans in een eindspel met torens en ongelijke lopers een gezonde pion voor. Na torenruil werd de winstvoering al een stuk lastiger en nadat Hans twee zetten verwisselde, wist Morris vrij eenvoudig overeind te blijven.
Zelf speelde ik tegen Alan van der Heijden. Ik opende d4, de eerste vijf zetten van Alan waren b5, e6, Lb7, a6 en f5. Leuk. Er volgde wederzijds manoeuvreren achter de linies, rustige gezonde zetten, zwaktes vermijden. Dit hielden we zo’n drie uur vol. Toen gooide zwart met h5!? na een eerder g5! de knuppel in het hoenderhok. De h-pion werd zwak, maar kon steeds net niet worden genomen. Op één moment toch, maar ik liet het helaas na. Zwart loste het behendig op met h4-h3xg2 en na dameruil ontstond een ingewikkeld vierpaardeneindspel, dat ik met de nodige moeite net binnen de perken wist te houden, zie analyse. Onvoldoende om de wedstrijd te redden, maar wel een zwaarbevochten remise. Eindstand 5-3.
Een blik op de (nog steeds onvolledige) stand leert dat de teams in het rechterrijtje zeer aan elkaar zijn gewaagd. Dat betekent dat waarschijnlijk zes en mogelijk zelfs zeven matchpunten nodig zullen zijn voor handhaving. In de laatste (inhaal)ronde spelen we tegen de gedoodverfde ratingfavoriet en koploper HMC Den Bosch 2, dus bij voorkeur slepen we die puntjes tijdens de komende drie ronden binnen.
Bas Friesen